ECLI:NL:RBLIM:2024:954

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
10320808 \ CV EXPL 23-460
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.C. Hagedoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en tegenvordering tot nakoming van afspraken in het kader van een bijzondere overeenkomst voor het interieur van autobussen

In deze zaak vordert de eiser, handelend onder de naam [handelsnaam 1], betaling van twee facturen ter hoogte van € 13.150,- voor geleverde materialen en werkzaamheden aan het interieur van twee autobussen van de gedaagde, handelend onder de namen [handelsnaam 2] en [handelsnaam 3]. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat de autobussen niet volledig zijn opgeleverd, omdat niet alle afgesproken werkzaamheden zijn uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat de eiser gelijk heeft, omdat de gedaagde de autobussen heeft opgehaald en in gebruik heeft genomen, waardoor hij in schuldeisersverzuim is geraakt. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe en wijst de tegenvordering van de gedaagde af, omdat deze geen gelegenheid heeft geboden voor nakoming van de afspraken. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure omvat verschillende processtukken, waaronder dagvaarding en conclusies van antwoord en repliek, en de kantonrechter heeft de zaak op 28 februari 2024 behandeld en vonnis gewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10320808 \ CV EXPL 23-460
Vonnis van de kantonrechter van 28 februari 2024
in de zaak van:
de heer
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie],
handelend onder de naam
[handelsnaam 1]wonend in [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie,
gemachtigde: de heer E.P.H. Latten, Vaessen Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen:
de heer
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie],
handelend onder de namen
[handelsnaam 2]en
[handelsnaam 3]
wonend in [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna “ [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] ” en “ [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] ” genoemd.
Waar gaat deze zaak over?
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft materialen geleverd en werk verricht aan het interieur van twee autobussen van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] . [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] daarvoor € 13.150,- gefactureerd. Hij vordert in deze procedure betaling van zijn twee facturen, met rente en kosten. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] vindt dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de bussen nog niet heeft opgeleverd, omdat nog niet alle afgesproken werkzaamheden (goed) zijn uitgevoerd. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] betoogt dat hij pas hoeft te betalen als alle werkzaamheden afgerond zijn. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] voert verder als verweer dat hij zijn betalingen aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft opgeschort. Ook stelt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] een tegenvordering in, waarbij hij nakoming van de afspraken tussen partijen vordert.
Hoe oordeelt de kantonrechter?
De kantonrechter geeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] gelijk. Partijen hebben wel contact gehad over enkele kleine punten die nog aan de bussen moesten worden afgewerkt. Maar [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet in de gelegenheid gesteld om de laatste werkzaamheden te verrichten. De bussen zijn opgeleverd, want [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft de bussen bij [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] opgehaald, geaccepteerd en daarin maandenlang rondgereden. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] is daardoor in schuldeisersverzuim en kan geen nakoming vorderen van de afspraken. Het beroep op opschorting slaagt niet. De kantonrechter wijst de vordering van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] toe. De tegenvordering wordt afgewezen. Dat betekent dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de hoofdsom van € 13.150 moet betalen, plus rente en kosten.
De kantonrechter licht hierna toe hoe zij tot dit oordeel komt.

1.De procedure

1.1.
Hoe de procedure tot nu toe verlopen is blijkt uit het volgende:
  • de dagvaarding van 16 januari 2023
  • de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie van 5 april 2023
  • de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie van 10 mei 2023
  • de mondelinge dupliek van reconventie en repliek in conventie die [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft genomen op de rolzitting van 5 juli 2023 en waarvan de griffier een schriftelijke weergave heeft gemaakt
  • de dupliek in conventie van 2 augustus 2023.
1.2.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft de rechtbank op 27 juli 2023 per e-mail foto’s gestuurd. De toegestuurde bestanden konden deels niet geopend worden en [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft aan de foto’s ook geen conclusie verbonden. De kantonrechter laat de foto’s daarom buiten beschouwing.
1.3.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] (conventie) en de tegenvordering van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] (reconventie) hangen nauw met elkaar samen. Daarom behandelt de kantonrechter deze hierna gezamenlijk.
In conventie en reconventie
Wat is er gebeurd?
2.2.
Op enig moment in 2022 hebben partijen afgesproken dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] materiaal leverde en een laadruimteinrichting bouwde voor twee autobussen van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] , een Mercedes-Benz Sprinter (‘de Sprinter) en een Ford Transit (‘de Transit’). [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft een aantal werkzaamheden aan de bussen verricht, waarna [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] de bussen opgehaald heeft en in gebruik heeft genomen.
2.3.
Op 24 oktober 2022 heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] twee facturen opgesteld aan [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] . Voor het interieur van de Transit is € 3.500 gefactureerd en voor de Sprinter € 9.914,74. Op beide facturen staat gespecificeerd voor welke werkzaamheden en materialen is gefactureerd en hoe de posten optellen tot de totaalbedragen. Op de factuur voor de Sprinter staat onderaan, na de specificatie van de werkzaamheden en het factuurbedrag, de volgende tekst:
“Afspraak was betalen bij afhalen, door diverse factoren is de bus vertraagd heen en weer. Er kan een extra betalingskorting van € 150.- gegund worden deze factuur uiterlijk 04-11-2022 wordt overgemaakt. Is dit niet mogelijk dit per email middels een reply terug te sturen.
Nog te doen zonder kosten:
  • 1x Plaatsen nieuwe 3weg stekker cabine vervanging
  • 1x Plaatsen camera setje laadruimte extra opdracht – nog te zoeken 24-10-22
  • 2x Plaatsen LED op PIR 30 cm schuifdeur extra opdracht – voorraad artikel
  • Afspraak maken zodra camera setje bekend is, met goede kwaliteit, laadruimte goed gecontroleerd kan worden als men in de cabine zit. Locatie montage nog te bepalen.
(…)
Hoe zoveel korting 15%:
  • Alle prijzen zijn bruto vanuit leverancier
  • Eerste offerte aangehouden bruto prijzen
  • Meevaller inkoop Dakset Altena. Ten voordelen van uw als klant
  • Meevaller inkoop Zeliox type 2 voor prijs van type 1. Ten voordelen van uw als klant
  • Alu-constructprofielen niet gebruikt.
  • Extra werkzaamheden, tegen kostprijs.
  • Kleine frutsels halen enzo, tegen kostprijs.
  • Excusses voor langere proces.”
2.4.
Partijen hebben tijdens en na de werkzaamheden gecorrespondeerd via e-mail en Whatsapp. Op 1 december 2022 stuurde [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] via Whatsapp:
“Maatje, wij hebben 30 a 45 dagen
Ik heb de verzoek neergelegd bij de boekhouder
(…)
Het zal heus wel een deze dagen komen hoor geen zorgen dit jaar nog heb je nog de facturen betaald gekregen
Mijn bus is toch nog niet klaar lampjes camera 12v in de Cabine
Ford Transit nog de plank
(…)
Als je moet leven op 10k van onze facturen dan gaat het niet goed met de zaken”
2.5.
In een e-mail van 15 december 2022 heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geschreven:
“Boekhouder zegt betalen niks zonder
Dat de bussen beide klaar zijn
Sprinter
Camera laadruimte
Verlichting schuifdeur
Aansteker v12 oplader vernieuwe
Kabels wegwerken kabine”
Ford
Plankje achterkant tegen schot aan.”
Wat hebben partijen afgesproken?
2.6.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] verschillen van mening over wat er is afgesproken. Volgens [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zijn de oorspronkelijke afspraken al nagekomen. De autobussen zijn opgeleverd en daarmee zijn de overeengekomen bedragen van € 3.500 en € 9.914,74 opeisbaar geworden. De paar punten die nog niet gedaan zijn, heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] niet kunnen doen omdat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] de bussen ondanks verschillende verzoeken niet langs kwam brengen. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] is het daarmee niet eens: hij vindt dat hij pas hoeft te betalen als ook het laatste werk aan de autobussen gedaan is.
2.7.
Bij een verschil van mening over wat er is afgesproken, kijkt de rechter naar wat partijen aan elkaar gezegd en geschreven hebben, hoe zij zich gedragen hebben en wat zij uit elkaars verklaringen en gedrag mochten afleiden.
2.8.
De kantonrechter oordeelt dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de afspraken zo mocht begrijpen dat de bekabeling en de 12v-oplader tot de oorspronkelijke overeenkomst behoorden maar dat de camera in de laadruimte, de schuifdeurverlichting in de Sprinter en het achterschotplankje in de Transit onderdeel waren van een meerwerkafspraak. Dit wordt hierna toegelicht.
2.9.
Partijen hebben niet toegelicht wat zij hebben besproken voordat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] begon te werken aan de bussen. Voor de uitleg van de afspraken is de kantonrechter dus aangewezen op de offerte, factuur en op wat partijen na de factuur hebben besproken per e-mail en Whatsapp. Op de facturen van 24 oktober 2022 heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de verrichte werkzaamheden uitgebreid gespecificeerd. De camera in de laadruimte en schuifdeurverlichting komen niet voor in de opsommingen die leiden tot de factuurbedragen van € 3.500 en € 9.914,74. Op de factuur voor de Sprinter staan deze punten wel genoemd, maar pas ná het totaalbedrag en onder de kop “Nog te doen zonder kosten”. Het plaatsen van een nieuwe 12v oplader wordt op de factuur van de Sprinter aangeduid als “vervanging”. Daaruit begrijpt de kantonrechter begrijpt dat de 12v-lader onderdeel was van de oorspronkelijke overeenkomst maar niet (goed) was geplaatst. Dat punt moest nog hersteld worden ter nakoming van de oorspronkelijke afspraken.
2.10.
De cameraset en de schuifdeurverlichting zijn aangemerkt als “extra opdracht”, wat meerwerk suggereert. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geeft op de formulering “extra opdracht” een toelichting, namelijk dat deze werkzaamheden oorspronkelijk niet waren overeengekomen maar dat tijdens de uitvoering werkzaamheden steeds aanvullende wensen door [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] werden doorgegeven. De kantonrechter begrijpt dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] het meerwerk voor de cameraset en de schuifdeurverlichting kosteloos aanbood uit coulance omdat de klus wat langer duurde dan gepland. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft niet geprotesteerd tegen de formulering “extra opdracht” op de factuur. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft vervolgens nog wel met [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] over Whatsapp gediscussieerd hoe lang de betalingstermijn nu precies moest zijn ( [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] meende “30 a 45 dagen”), maar dat hij al moest betalen heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] in eerste instantie niet ter discussie gesteld. Op 1 december 2022 schreef [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] immers nog
“geen zorgen dit jaar nog heb je nog de facturen betaald gekregen”om daarna nog te vragen om de laatste punten aan de bus te doen. Tot dan toe was dus ook voor [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] het uitgangspunt dat hij al moest betalen en dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] los daarvan nog enkele puntjes zou afwerken aan de bussen. Pas op 15 december 2022 (52 dagen na dagtekening van de facturen) verandert [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] van standpunt (“Boekhouder zegt betalen niks zonder dat de bussen beide klaar zijn”). Dat is te laat en doet niet af aan de gerechtvaardigde verwachting van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] al verplicht was te betalen.
2.11.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] mocht dus begrijpen dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] ermee akkoord was dat de facturen al opeisbaar werden en dat de laatste puntjes (herstel en meerwerk) op een later moment kosteloos zouden worden gedaan.
2.12.
Het betoog van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] dat de bussen niet zijn opgeleverd in de zin van artikel 7:758 Burgerlijk Wetboek slaagt niet. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] heeft de bussen meegenomen en in gebruik genomen. De kantonrechter passeert dit betoog.
2.13.
Voor zover [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] meent dat hij betaling mocht opschorten totdat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de oorspronkelijke overeenkomst zou nakomen door de bekabeling goed weg te werken en een 12v-oplader te plaatsen, slaagt dat betoog niet. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] voert aan dat hij meerdere keren heeft geprobeerd met [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] een datum te prikken om de laatste punten aan de bus af te werken en dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] steeds niet kwam opdagen. De kantonrechter begrijpt dit als een beroep op schuldeisersverzuim (artikel 6:59 BW). Dit verweer slaagt. Uit de Whatsappcorrespondentie blijken diverse pogingen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] om een afspraak te maken om de laatste punten aan de bussen af te werken. Steeds kwam er van de kant van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] iets tussen. Als de vermeende gebreken zo ernstig waren geweest, had het voor de hand gelegen dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] op de uitnodigingen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] was ingegaan. Onder die omstandigheden is [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] in schuldeisersverzuim. Dat betekent dat hem (ook) voor de afwerking van de bekabeling en de vervanging van de 12v-oplader geen opschortingsrecht toekomt. Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat het hier ging om een paar relatief kleine werkzaamheden, de spreekwoordelijke ‘puntjes op de i’. Dat begrijpt de kantonrechter zowel uit de omschrijving van de werkzaamheden zelf als uit het feit dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] de autobussen maandenlang kennelijk zonder grote problemen in gebruik heeft gehad. Zelfs als [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] niet in schuldeiserverzuim zou zijn, had [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] dus niet mogen opschorten voor de gehele aanneemsom.
2.14.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] meent kennelijk dat er een lagere prijs is overeengekomen, want hij gaat in zijn antwoord uit van de bedragen € 3.058 en € 8.194. De kantonrechter volgt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] daarin niet. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] is uitgegaan van het bedrag van € 3.058 op de factuur, maar dat is het oorspronkelijk afgesproken bedrag exclusief btw. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] stelt geen omstandigheden waaruit blijkt dat hij mocht begrijpen dat de btw verlegd zou worden en [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] is dus btw verschuldigd. Inclusief btw kwam de opdracht eerst op € 3.700,18 en vervolgens heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] korting gegeven tot het bedrag van € 3.500. Dat is het bedrag wat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] voor de Transit verschuldigd is. Voor de Sprinter noemt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] ook het factuurbedrag exclusief btw, namelijk € 8.194. Het bedrag inclusief btw is € 9.914,74. Dat is het bedrag dat betaald moet worden (op deze factuur heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geen korting gegeven). De kantonrechter stelt vast dat partijen betaling van € 3.500 voor de Transit en € 9.914,74 voor de Sprinter hebben afgesproken.
2.15.
De bedragen van € 3.500 en € 9.914,74 zijn dus opeisbaar geworden en [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] kon zijn betalingsverplichting niet opschorten. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] moet de hoofdsom van € 13.150 betalen.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] moet rente betalen over de hoofdsom
2.16.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert over de hoofdsom wettelijke handelsrente in de zin van artikel 6:119a BW. De kantonrechter wijst die vordering toe, want aan de eisen van artikel 6:119a BW is voldaan. Partijen handelden beiden in uitoefening van beroep of bedrijf. De toewijsbare hoofdsom is een geldsom uit overeenkomst. [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] is in verzuim, want nadat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] per Whatsapp had gevraagd te betalen, heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] op 15 december 2022 gemaild dat hij niets zou betalen “totdat de bussen klaar waren”. Zoals hiervoor overwogen is, had [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] tot dan toe afspraken om de bussen klaar te maken ontweken. Gelet daarop mocht [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de e-mail van 15 december 2022 begrijpen als een mededeling dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] de hoofdsom niet zonder incassomaatregelen zou betalen. Op grond van de wet (artikel 6:83 sub c BW) is [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] dus vanaf 15 december 2022 in verzuim.
2.17.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] betwist niet dat de berekening van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] van de verbeurde rente tot 11 januari 2023 van € 203,47 klopt. De kantonrechter zal betaling van dat bedrag toewijzen. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert wettelijke handelsrente vanaf 12 januari 2023 over de oorspronkelijke hoofdsom, niet over de hoofdsom met verschenen rente. De wettelijke handelsrente zal dus worden toegewezen vanaf 12 januari 2023 over een bedrag van € 13.150.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] moet buitengerechtelijke incassokosten betalen
2.18.
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert € 911,15 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, primair op grond van zijn algemene voorwaarden en subsidiair op grond van de wet (artikel 6:96 lid 6 BW). [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] voert als verweer dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] die algemene voorwaarden niet aan hem heeft gegeven (ter hand zijn gesteld).
2.19.
Of de algemene voorwaarden van toepassing zijn kan in het midden blijven. Want ook als de algemene voorwaarden niet van toepassing heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] op grond van de wet recht op de door hem gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Partijen hebben een handelsovereenkomst en de uiterst overeengekomen dag van betaling is verstreken (zelfs als die, zoals [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] betoogt, 30 á 45 dagen zou zijn). Op grond van artikel 6:96 lid 4 BW zijn buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Het gevorderde bedrag van € 911,15 is juist berekend volgens de Staffel Buitengerechtelijke incassokosten. [1] De kantonrechter wijst dit bedrag toe.
De tegenvordering van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] slaagt niet
2.20.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] stelt een tegenvordering in. Hij wil een verklaring voor recht dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en een veroordeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] om binnen 14 dagen alsnog na te komen.
2.21.
Deze vordering wijst de kantonrechter af. Als gezegd heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geen gelegenheid geboden om na te komen en is [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] dus in schuldeisersverzuim. Dat betekent dat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] nu geen aanspraak maken op nakoming. Ook ontbreekt daardoor belang bij een verklaring voor recht dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] tekort is geschoten.
[gedaagde in coventie, eiser in reconventie] moet de kosten van deze procedure betalen
2.22.
Anders dan [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] meent, heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] niet rauwelijks gedagvaard. Daarvan is alleen sprake als meteen is gedagvaard zonder de schuldenaar om een reactie te vragen. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft echter eerst zelf met [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] overlegd, heeft [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] vervolgens via zijn gemachtigde aangemaand, en pas dáárna gedagvaard.
2.23.
Omdat [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] in conventie en reconventie ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten met nakosten betalen. Dat zijn zijn eigen kosten en die van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] . In conventie begroot de kantonrechter die kosten als volgt:
- kosten van de dagvaarding
113,30
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde (3 punten × tarief € 396)
1.188,00
- nakosten
132,00
+
Totaal
2.126,30
2.24.
De reconventie hangt nauw samen met de conventie en de kantonrechter kent daarom een halve salarispunt toe voor het salaris gemachtigde in reconventie. De kantonrechter schat de geldwaarde van de nakomingsvordering van [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] op € 500,-. Het toepasselijke liquidatietarief is dan € 80. De kantonrechter begroot het salaris gemachtigde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in reconventie daarom op (0,5 × € 80 =) € 40.

3.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie
3.1.
veroordeelt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] om € 13.150, plus de verschenen rente van € 203,74, en plus de wettelijke handelsrente in de zin van artikel 6:119a BW over een bedrag van € 13.150 vanaf 12 januari 2023 tot de dag dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] volledig betaald heeft;
3.2.
veroordeelt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] om [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de buitengerechtelijke incassokosten van € 911,15 te betalen;
3.3.
veroordeelt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] om [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de proceskosten in conventie van € 2.126,30 te betalen, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] ook de kosten van betekening betalen;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
In reconventie
3.5.
wijst de vordering af;
3.6.
veroordeelt [gedaagde in coventie, eiser in reconventie] om [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de proceskosten in reconventie van € 40 te betalen;
3.7.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.

Voetnoten

1.€ 875 + 1% over (hoofdsom van € 13.614,92 - € 10.000) = € 915,15.