ECLI:NL:RBLIM:2024:9464

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
11226196 \ CV EXPL 24-3827
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing loonvordering en beëindiging arbeidsovereenkomst door ontbindende voorwaarde in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding uitspraak gedaan over de loonvordering van [eiser], die werkzaam was als Student Air Traffic Controller bij de Publiekrechtelijke Rechtspersoon Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). De arbeidsovereenkomst van [eiser] was aangegaan voor de duur van zijn opleiding, met een ontbindende voorwaarde dat de overeenkomst zou eindigen indien hij niet aan de opleidingseisen voldeed. LVNL heeft op 10 april 2024 aan [eiser] meegedeeld dat zijn opleiding beëindigd zou worden, wat volgens hen ook leidde tot het einde van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024. [eiser] vorderde in kort geding doorbetaling van zijn salaris, maar LVNL verweerde zich door te stellen dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig was geëindigd. De kantonrechter oordeelde dat de ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig was en dat LVNL niet in de hand had gehad of deze voorwaarde in vervulling ging. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter concludeerde dat het oordeel over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in een bodemprocedure waarschijnlijk in stand zou blijven.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 11226196 \ CV EXPL 24-3827
Vonnis in kort geding van 4 september 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M.M.T.H. Janssen,
tegen
DE PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSOON LUCHTVERKEERSLEIDING NEDERLAND,
gevestigd te Schiphol,
gedaagde partij,
hierna te noemen: LVNL,
gemachtigde: mr. C.M.I. Huijts.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de mondelinge behandeling van 21 augustus 2024, waarvan door de griffier
Aantekeningen zijn gemaakt, met daaraan gehecht de pleitnota’s van beide gemachtigden.

2.De feiten

2.1.
LVN is een op grond van de Wet Luchtvaart ingestelde organisatie voor het verlenen van luchtverkeersleidersdiensten in Nederland. LVNL is onder meer belast met de taak tot het (doen) verzorgen van opleiding voor luchtverkeersleiding.
In Verordening 2015/340 is bepaald dat luchtverkeersleidersdiensten uitsluitend door gekwalificeerde luchtverkeersleiders die in het bezit zijn van een vergunning mogen worden verleend (artikel 3). Het doel van de opleiding is het behalen van het brevet Air Traffic Controller licence (ATCO). De opleiding tot luchtverkeersleider bestaat uit twee onderdelen; de Initial Training en de Unit Training. De opleiding en de opleidingsonderdelen zijn vastgelegd in de bijlagen van de Verordening 2015/340.
Tijdens de Initial Training moet de luchtverkeersleider de basis van zijn functie relevante bevoegdverklaringen behalen, ook wel ‘ratings’ genoemd (productie 2 bij de conclusie van antwoord). Wanneer de relevante bevoegdverklaringen zijn behaald wordt een Student Controller License (SCL) afgegeven. De Initial Training vindt gedeeltelijk plaats bij een conform de Europese verordening gecertificeerd extern opleidingsinstituut in Kopenhagen en op Schiphol. Alleen met een SCL met de juiste bevoegdverklaring en taalvaardigheidsaantekening mag een luchtverkeersleider in opleiding doorstromen naar de Unit Training.
2.2.
Bij brief van 6 april 2022 heeft LVNL [eiser] bevestigd dat hij is aangenomen als Student Air Traffic controller en dat hij wordt opgeleid voor de positie van Air Traffic Controller Beek. Partijen zijn in april/mei 2022 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeengekomen (productie 1 bij de dagvaarding).
Op de arbeidsovereenkomst is de bedrijfstak-cao LVNL Arbeidsvoorwaardenbundel van toepassing.
Artikel 2 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt;

Your employment contract is for a fixed term, i.e. for a maximum of the duration of your training until you are qualified as Air Traffic Controller Beek.
Artikel 10 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt;

Your employment contract will be valid for the maximum duration of your training up to Air Traffic Controller Beek (..)
However, if it then becomes apparent from the data that your development is still below
expectations, your training will be terminated. Premature termination of your study programme will automatically result in the termination of your employment contract, subject to the applicable statutory notice period.
This resolutive condition also applies if, for other objective reasons, you had not completed of will no longer be able to complete the study programme.
2.3.
Voor de Initial Training als luchtverkeersleider Beek had [eiser] twee bevoegdverklaringen nodig; Aerodrome Control Instrument (ADI) en Approach Control Surveillance (APS). APS is de bevoegdheid tot het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten ten behoeve van aankomende, vertrekkende of doorvliegende vliegtuigen met behulp van surveillanceapparatuur. [eiser] bezat bij indiensttreding bij LVNL een ATCO met Italiaanse ADI-rating. [eiser] behoefde daarom voor de Initial Training uitsluitend de APS-rating alsook het B2 niveau Nederlands te behalen.
2.4.
[eiser] is op 1 september 2022 gestart met zijn opleiding bij LVNL en met zijn gezin naar Nederland verhuisd. In 2023 heeft [eiser] zich onder andere gericht op het leren van de Nederlands taal voor het behalen van het B2 niveau Nederland.
In december 2023 heeft [eiser] niet in Kopenhagen, maar bij Entry Point North Brussel (EPN-B) de vooropleiding APS gevolgd. EPN-B is eveneens een conform de Verordening 2015/340 gecertificeerde opleidingsinstelling. In januari 2024 is de opleiding AP Rating Course van start gegaan bij EPN-B.
2.5.
Op 19 en 20 maart 2024 heeft EPN-B aan [eiser] en LVNL kenbaar gemaakt dat [eiser] is gezakt voor de APS opleiding, nog voor het einde van de opleiding.
EPN-B heeft op 2 februari en 19 maart 2024 een periodiek rapport opgemaakt en op 19 maart 2024 een Course Management Report
De conclusie van het Course Management Report is dat niet alle doelstellingen zijn behaald.
(productie 7-8 bij de conclusie van antwoord).
2.6.
De Voortgangscommissie van LVNL heeft op 10 april 2024 aan [eiser] kenbaar gemaakt zijn opleiding te gaan beëindigen. Bij brief van 11 april 2024 heeft LVNL aan [eiser] onder meer het volgende bericht;
“ (..)
Zoals je weet betekent de tussentijdse beëindiging van je opleiding, in beginsel, ook een einde van je arbeidsovereenkomst. (..)
Gedurende de opzegtermijn wordt onderzocht of er interne herplaatsingsmogelijkheden voor jou zijn. Mocht dit echter niet het geval zijn, dan eindigt je arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2024.” (productie 2 bij de dagvaarding).
2.7.
Bij brief van 1 juli 2024 heeft LVNL aan [eiser] kenbaar gemaakt dat er geen interne plaatsingsmogelijkheden zijn en de arbeidsovereenkomst eindigt met ingang van 1 augustus 2024 (productie 6 bij de dagvaarding).
2.8.
Bij brief van 29 mei 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] zich verzet tegen de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en gesommeerd tot doorbetaling van het salaris totdat een rechtsgeldig einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, zoals tijdens de mondelinge behandeling gewijzigd, bij vonnis en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, verkort weergegeven:
de veroordeling van LVNL tot betaling van het loon van € 6.032,00 bruto per maand vanaf de maand augustus 2024 totdat in een bodemprocedure tussen partijen anders is beslist, waarbij [eiser] LVNL binnen veertien dagen na heden zal dagvaarden, in ieder geval tot de rechtmatige beëindiging van het dienstverband;
de veroordeling van LVNL tot betaling van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het gevorderde brutosalaris en over de wettelijke verhoging;
te bepalen dat op het voorgaande in mindering strekt al hetgeen door LVNL aan [eiser] aantoonbaar is betaald;
althans een zodanige maatregel te nemen als de kantonrechter vermeent te behoren;
de veroordeling van LVNL in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering, verkort weergegeven, het volgende ten grondslag.
LVNL komt geen beroep op de ontbindende voorwaarde van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst toe, omdat het niet voor beide partijen volstrekt duidelijk en objectief vast te stellen is wanneer er sprake is van de vervulling van die ontbindende voorwaarde. Er kan ook geen sprake zijn van beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege beëindiging van de opleiding, omdat de einddatum voor de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur onvoldoende is bepaald. LVNL heeft immers zelf met de beslissing van een voortgangscommissie geheel subjectief besloten dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd.
Er is daarom geen rechtmatig einde aan de arbeidsovereenkomst gekomen per 1 augustus 2024, zodat [eiser] recht heeft op doorbetaling van zijn salaris.
3.3.
LVNL voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
De gestelde spoedeisendheid van de vordering is door [eiser] voldoende aannemelijk gemaakt en door LVNL niet weersproken. Bovendien ligt de spoedeisendheid in de aard van de vordering besloten. [eiser] is daarom ontvankelijk in zijn vordering.
Vordering geschikt voor behandeling in kort geding
4.2.
LVNL stelt zich primair op het standpunt dat de loonvordering niet geschikt is voor behandeling in kort geding. De kantonrechter is van oordeel dat de vordering tot betaling van loon wel geschikt voor behandeling in kort geding. Een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd is niet door [eiser] gevorderd. De toewijzing van een loonvordering in kort geding leidt ook niet tot een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd. Het verweer van LVNL wordt daarom verworpen.
Rechtsgeldig einde arbeidsovereenkomst
4.3.
Voor toewijzing van de vordering in kort geding is vereist dat de aan de vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat de vordering in een nog te voeren bodemprocedure
zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in deze procedure in beginsel geen plaats. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.4.
Kern van het geschil tussen partijen is of de arbeidsovereenkomst van [eiser] door LVNL rechtsgeldig is geëindigd met ingang van 1 augustus 2024. Volgens LVNL betekent de beëindiging van de opleiding ook de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt als volgt.
4.5.
LVNL stelt zich subsidiair op het standpunt dat de loonvordering moet worden afgewezen, omdat de tijdelijke arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024 van rechtswege is geëindigd, doordat de opleiding van [eiser] in een voortijdig stadium is geëindigd.
Uit artikel 2 van de arbeidsovereenkomst volgt dat de arbeidsovereenkomst is gesloten voor de duur van de training totdat werknemer gekwalificeerd is als Air Traffic Controller Beek. Nu [eiser] de opleiding niet heeft kunnen afmaken, betekent dit niet dat de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 2 van de arbeidsovereenkomst is geëindigd. [eiser] is namelijk nog niet gekwalificeerd als Air Traffic Controller Beek.
Dit verweer van LVNL slaag daarom niet.
4.6.
Meer subsidiair stelt LVNL dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd doordat er is voldaan aan de ontbindende voorwaarde uit artikel 10 van de arbeidsovereenkomst.
Partijen zijn in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst een ontbindende voorwaarde overeengekomen. De vraag is of hier sprake is van een rechtsgeldige ontbindende voorwaarde.
De voor de arbeidsovereenkomst kenmerkende bescherming van de werknemer, die onder meer tot uiting komt in het wettelijke gesloten stelsel van het ontslagrecht, brengt mee dat de geldigheid van een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst slechts bij uitzondering kan worden aanvaard. Een ontbindende voorwaarde dient voldoende objectief en duidelijk bepaalbaar te zijn en is niet rechtsgeldig als de werkgever in de hand heeft of de voorwaarde in vervulling gaat.
4.7.
In artikel 10 van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat als uit de gegevens naar voren komt dat de ontwikkeling van [eiser] nog steeds onder verwachting is, zijn training wordt beëindigd. Vroegtijdige beëindiging van het studieprogramma leidt automatisch tot het einde van de arbeidsovereenkomst, met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn.
Deze ontbindende voorwaarde is ook van toepassing als, vanwege andere objectieve redenen, [eiser] het studieprogramma niet heeft voltooid of niet langer in staat is om het studieprogramma te voltooien.
De kantonrechter is van oordeel dat de onderhavige ontbindende voorwaarde rechtsgeldig is, omdat deze objectief en duidelijk bepaalbaar is. Daarnaast heeft LVNL niet in de hand gehad of de voorwaarde in vervulling is gegaan.
Hiervoor zijn de volgende door LVNL naar voren gebrachte en niet weersproken feiten en omstandigheden van belang.
4.8.
Bij emailbericht van 1 februari 2024 schrijft [hoofd training specialist] van EPN-B, aan LVNL onder meer het volgende;

[eiser] daarentegen heeft het moeilijk. (..)
Verder heeft hij ook al enkele keren beslissingen genomen die zeer onveilig waren en waar separatie absoluut niet verzekerd was (..)
[eiser] staat momenteel inderdaad op een action plan vanaf 29/01 voor situational awareness en phraseology. De follow-up hiervan wordt ten laatste gedaan op 23/02.”
(productie 4 bij de conclusie van antwoord).
4.9.
Bij emailbericht van 7 februari 2024 bericht [eiser] [Course Manager] bij LVNL, onder meer het volgende;

De cursus gaat niet zo goed. Ik doe mijn best. Ik weet niet of het komt door het probleem dat [naam X] en ik hadden of dat het mijn probleem is. Eerlijk gezegd kom ik net uit een moeilijk jaar. Een jaar in een nieuw land, hard studeren om een nieuwe taal te leren weg van de ATC. Misschien ben ik moe (..). Ik blijf werken om het goed te doen.
(productie 6 bij de conclusie van antwoord).
4.10.
Bij emailbericht van 8 maart 2024 schrijft [hoofd training specialist] aan LVNL onder meer het volgende;

(..) Zoals eerder gezegd staat [eiser] op een action plan voor communicatie, planning, scanning en safety. (..).
Sinds de oefeningen drukker worden komen de left/right mistakes en callsign confusions
terug.
Op andere vlakken zit [eiser] duidelijk onder de leercurve, omdat de planning en scanning en de uitvoering niet, niet volledig of te laat gebeuren. (..).
Wij blijven verder werken met hem en blijven op een positieve manier coachen om hem op een hoger niveau te tillen maar de kans is klein dat hij het gewenste niveau zal halen.
Hij heeft ondertussen meerdere extra oefeningen gekregen. (..).”
(productie 5 bij de conclusie van antwoord).
4.11.
Uit de verslagen van [hoofd training specialist] blijkt overduidelijk dat het niet goed ging met de opleiding van [eiser] . Op 8 maart 2024 heeft zij ook aangegeven dat de kans klein is dat [eiser] het gewenste niveau gaat behalen. EPN-B heeft hem daarna meerdere oefeningen gegeven, maar ook dat mocht niet baten. Begin februari 2024 heeft [eiser] zelf ook bij LVNL aangegeven dat het minder goed gaat met zijn opleiding.
4.12.
Vervolgens heeft EPN-B in maart 2024 bepaald dat [eiser] is gezakt voor de benodigde APS-opleiding.
In de periodical Report van 2 februari 2024 staat onder meer;

[eiser] (..) does not pick up all the essential information he needs to perform as a real controller. (..)
At a certain moment it was clear that there was no actual controlling (..)
Too little experience/knowledge of how to handle serious problems.
In het Periodical Report van 19 maart 2024 staat onder meer;

(..) [eiser] doe not always work in a safe and expeditious way. (..)
He has difficulty to identify conflicts related tot aircraft performance.. (..)
He has difficulty in providing effective verbal communication. (..)
[eiser] more than often fails to apply correct, timely and safe solutions regardless of work load. (..)
Uit het Course Management Report volgt tenslotte dat [eiser] van de tien onderdelen er slechts drie heeft behaald. De conclusie is dat hij niet voldoet aan alle doelstellingen van de opleiding. [hoofd training specialist] heeft het resultaat met [eiser] besproken op 19 maart 2024.
4.13.
Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de beslissing om [eiser] te laten zakken voor de APS-opleiding niet door LVNL zelf wordt en is genomen, maar door de onafhankelijke opleidingsinstantie, in dit geval EPN-B. Dit blijkt ook uit het emailbericht van 20 maart 2024 aan LVNL (productie 7 bij de conclusie van antwoord).
LVNL heeft onweersproken gesteld dat [eiser] daarom geen SCL met de benodigde bevoegdverklaringen kon krijgen en dus wettelijk gezien ook niet mocht doorstromen naar de Unit Training. Nu EPN-B [eiser] heeft laten zakken voor de APS-opleiding, mocht LVNL een beroep doen op de ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst.
Door de APS-opleiding niet met succes kon worden afgerond, heeft [eiser] de situatie in het leven geroepen, noodzakelijk voor het intreden van de ontbindende voorwaarde.
Dat de Voortgangscommissie van LVNL, nadat [eiser] de APS-opleiding niet had behaald, vervolgens op 10 april 2024 definitief kenbaar gemaakt dat de gehele opleiding van [eiser] zou worden beëindigd, maakt dit niet anders. De stelling van [eiser] dat LVNL zelf met de beslissing van een Voortgangscommissie geheel subjectief heeft besloten dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, is daarom niet juist, nu niet de Voortgangscommissie [eiser] heeft laten zakken voor de APS-opleiding maar EPN-B.
LVNL heeft daarom niet in de hand gehad of de voorwaarde in vervulling is gegaan.
4.14.
[eiser] voert daarnaast aan dat hij tijdens de opleiding geconfronteerd werd met ernstige privéomstandigheden, hij (daardoor) tijdelijk arbeidsongeschikt was en achterstanden in de opleiding had opgelopen. Volgens [eiser] zijn de slechte resultaten hieraan te wijten. Dit is gemotiveerd weersproken door LVNL. Volgens LVNL heeft zij van EPN-B de terugkoppeling gekregen dat [eiser] , los van zijn privéomstandigheden, moeite had met de opleiding en hij ook bij een eventuele herkansing niet zou slagen. Ook de afwezigheid van [eiser] was volgens de cursusleider niet de reden van het falen. Bovendien had [eiser] de vier gemiste dagen wegens ziekte in twee dagen ingehaald en had hij daarna nog een periode van twee maanden te gaan met de cursus, aldus LVNL. Dit alles is niet, dan wel onvoldoende door [eiser] weersproken.
4.15.
[eiser] voert verder aan dat LVNL in februari 2024 tegen hem zou hebben gezegd dat het allemaal wel goed zou komen. Dit is echter op geen enkele wijze door [eiser] verder onderbouwd of gebleken en wordt ook uitdrukkelijk betwist door LVNL.
4.16.
[eiser] stelt zich daarnaast op het standpunt dat LVNL hem een herkansing had moeten geven. LVNL heeft aangegeven dat herkansingen wel worden gegeven voor de taalcursus maar niet van dit deel van de opleiding. LVNL heeft [eiser] , zoals uit de stellingen is gebleken, voldoende ondersteuning gegeven door hem extra oefeningen te geven, een action plan op stellen en uit voeren en door hem de hulp van een sportpsycholoog aan te bieden. Dit alles heeft er niet toe geleid dat [eiser] de opleiding alsnog met succes heeft behaald. Gesteld noch gebleken dat de mogelijkheid tot herkansing van de APS-opleiding is overeengekomen tussen partijen. LVNL was daarom op geen enkele wijze verplicht om [eiser] een herkansing aan te bieden. Zelfs niet in het geval, zoals [eiser] aandraagt, hij zelf de kosten van de herkansing zou betalen. Bovendien volgt uit de resultaten van de rapporten ook niet dat een eventuele herkansing een kans van slagen zou hebben gehad
4.17.
LVNL heeft [eiser] toegezegd om gedurende de opzegtermijn te onderzoeken of herplaatsing binnen LVNL mogelijk is. LVNL stelt dat na onderzoek is gebleken dat interne herplaatsing niet tot de mogelijkheden behoort, omdat [eiser] niet over de vereiste opleiding beschikt. LVNL heeft ook bij Defensie geïnformeerd, maar ook daar waren geen mogelijkheden voor [eiser] , aldus LVNL.
LVNL heeft onweersproken gesteld dat [eiser] haar aanbod tot het inschakelen van een outplacementbureau heeft afgewezen. Voor zover al sprake zijn van een verplichting tot herplaatsing, is in kader van dit kort geding in voldoende mate aangetoond dat er stappen zijn ondernomen door LVNL om alternatieven voor [eiser] te onderzoeken en aan te bieden.
4.18.
Op grond van het bovenstaande acht de kantonrechter het, gelet op al het voorgaande, aannemelijk dat het oordeel dat de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024 rechtsgeldig is geëindigd, in een bodemprocedure in stand zal blijven. De vorderingen van [eiser] worden daarom afgewezen.
Proceskosten en nakosten
4.19.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van LVNL worden begroot op:
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
949,00
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter in kort geding
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken op
4 september 2024.
MH