ECLI:NL:RBLIM:2024:9397

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
C/03/335904 / FA RK 24-3152
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voornaamswijziging na buitenlandse adoptie vanuit China

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 november 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van voornamen na een buitenlandse adoptie. Verzoekster, geboren in 2003 in [geboorteplaats] en geadopteerd door [adoptievader] en [adoptiemoeder], heeft de originele voornamen behouden, maar ervaart sinds haar adoptie ongemak door de naam ‘[voornaam 1]’. Verzoekster heeft aangegeven dat zij in haar dagelijks leven wordt aangesproken met de voornaam ‘[voornaam 3]’, wat zij als storend ervaart. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster de Nederlandse nationaliteit bezit en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om over het verzoek te oordelen. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een zwaarwichtig belang voor de wijziging van de voornamen, aangezien verzoekster hinder ondervindt van haar huidige voornaam. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot wijziging van de voornamen toe te wijzen. De wijziging zal worden doorgegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, zodat de akte van geboorte kan worden aangepast. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier S.C.J. Dullens-Servais.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Familie en jeugd Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/335904 / FA RK 24-3152
Beschikking van 14 november 2024
op het verzoek van:
[verzoekster 1],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen verzoekster, advocaat: mr. C.D.R. Schoonderbeek.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 25 oktober 2024.

2.De feiten

2.1.
Uit een overgelegde akte van de gemeente ’s-Gravenhage, aktenummer [nummer] van het jaar 2005, blijkt dat verzoekster is geboren in [geboorteplaats] , op [geboortedatum] 2003 als ‘ [voornaam 1] ’. Volgens het uittreksel BRP heeft verzoekster de Nederlandse nationaliteit.
2.2.
Uit de latere vermelding die is toegevoegd aan voornoemde akte blijkt dat verzoekster op [datum] 2005 is geadopteerd door [adoptievader] en [adoptiemoeder] . De adoptieouders hebben verzoekster de voornamen ‘ [voornamen 1] ’ gegeven en hebben bepaald dat zij voortaan de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ zal dragen.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek houdt in dat de voornamen van ‘ [voornamen 1] ’ worden gewijzigd in ‘ [voornamen 2] ’. Verzoekster stelt dat haar adoptieouders indertijd hebben gemeend dat het leuk zou zijn als de originele namen bleven behouden. Achteraf gezien hebben zij niet goed nagedacht over de consequenties. Verzoekster wordt haar hele leven al aangesproken met
haar eerste voornaam ‘ [voornaam 2] ’ en dat ervaart zij als uitermate storend en vervelend. Zelf noemt ze zich als sinds haar adoptie ‘ [voornaam 3] ’ en wordt zo ook door bekenden altijd genoemd. Om verdere misverstanden te voorkomen wenst verzoekster officieel gebruik te gaan maken van de voornaam ‘ [voornaam 3] ’ zodat ze officieel zal heten ‘ [voornamen 2] [geslachtsnaam] ’.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Vanwege het internationale karakter van de zaak moet de rechtbank ambtshalve beoordelen of aan de Nederlandse rechter (in internationale zin) bevoegdheid toekomt en welk recht op dat verzoek van toepassing is.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat aan de Nederlandse rechter op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bevoegdheid toekomt, omdat de verzoekster in Nederland woonplaats heeft.
4.3.
Op grond van artikel 10:20, eerste volzin van het Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW) worden de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, bepaald door het Nederlandse recht. Omdat verzoekster de Nederlandse nationaliteit heeft, is op haar verzoek dus Nederlands recht van toepassing.
De voornaamswijziging
4.4.
Artikel 1:4, vierde lid, BW geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon de wijziging te gelasten van de voornamen van de betrokken persoon. Voor zo’n verzoek moet een zwaarwichtig belang bestaan. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van zijn voornamen ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Daarnaast dient het verzoek te worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet dan worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat uit het verzoekschrift voldoende blijkt dat verzoekster in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaart van haar eerste voornaam ‘Er’. Verzoekster wil dat haar eerste voornaam wordt gewijzigd in ‘ [voornaam 3] ’. Deze voornaam gebruikt zij al jaren en zo staat zij ook bekend in haar omgeving. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het zwaarwichtig belang bij de verzochte voornaamswijziging vaststaat. Het verzoek ligt daarom voor toewijzing gereed.
Afschrift naar de ambtenaar van de burgerlijke stand
4.6.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornamen doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te
zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage in wiens registers de geboorteakte van verzoekster voorkomt.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornamen in de akte van de gemeente ’s-Gravenhage van het jaar 2005 met nummer [nummer] van ‘ [voornamen 1] ’ in ‘ [voornamen 2] ’, zodat de
volledige naam komt te luiden: ‘
[verzoekster 2] ’;
5.2.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, in verband met de toevoeging aan de geboorteakte van het kind van de latere vermelding betreffende de wijziging van de voornaam.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Vogels, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van S.C.J. Dullens-Servais, griffier op 14 november 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de
beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.