ECLI:NL:RBLIM:2024:9395

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
C/03/335270 / FA RK 24-2979
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van voornaam in verband met psychische belasting en persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging. Verzoekster, die in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaart van haar huidige voornaam, heeft verzocht om haar voornaam te wijzigen van '[voornaam 1]' naar '[voornaam 2]'. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster kampt met complexe PTSS, veroorzaakt door negatieve herinneringen aan een zware periode in haar leven, die samenhangt met haar huidige voornaam. Verzoekster heeft een moeilijke jeugd gehad, gekenmerkt door de scheiding van haar ouders en de verslavingsproblematiek van haar moeder, wat heeft geleid tot een onveilige thuissituatie. De naam '[voornaam 1]' roept bij verzoekster pijnlijke herinneringen op, vooral door de manier waarop haar moeder haar tijdens emotionele uitbarstingen aanroept.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar artikel 1:4 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een voornaam te wijzigen indien er sprake is van een zwaarwichtig belang. De rechtbank concludeert dat verzoekster voldoende zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van haar voornaam, gezien de psychische druk die haar huidige naam met zich meebrengt. De gewenste voornaam '[voornaam 2]' heeft voor verzoekster een positieve betekenis en is tevens een eerbetoon aan haar moeder, die momenteel een levensbeëindigend traject ondergaat. De rechtbank heeft het verzoek tot voornaamswijziging dan ook toegewezen, met de bepaling dat de wijziging pas na drie maanden kan worden doorgevoerd, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Limburg

Familie en jeugd
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer:
Beschikking van 19 november 2024
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonend op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. C.A.M.J.M. Joosten, kantoorhoudend in Venlo.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift, ontvangen op 03 oktober 2024.

2.De feiten

2.1.
Uit een overgelegd uittreksel uit het register van geboorten van de gemeente [geboorteplaats] blijkt dat verzoekster in die gemeente op [geboortedatum] 2003 is geboren als ‘ [voornaam 1] ’.
2.2.
Verzoekster heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek houdt in dat de voornaam van ‘ [voornaam 1] ’ wordt gewijzigd in ‘ [voornaam 2] ’. Verzoekster stelt dat zij geen prettige jeugd heeft gehad. De ouders van verzoeksters zijn gescheiden, waarna het contact tussen verzoekster en haar vader verbroken is. De moeder van verzoekster kampt al jarenlang, ook tijdens de jeugd van verzoekster, met ernstige verslavingsproblematiek en psychische klachten. Om die reden is verzoekster gedeeltelijk bij haar grootouders opgegroeid. De persoonlijke problematiek van de moeder van verzoekster veroorzaakt(e) aanvallen waardoor de moeder van verzoekster buiten zichzelf keert. De moeder schreeuwt dan hevig en heeft geen oog voor haar omgeving. Verzoekster heeft haar moeder tijdens deze aangevallen geprobeerd te helpen en te ondersteunen, maar dat is zinloos gebleken. De moeder accepteert tijdens deze aanvallen geen hulp. De aanvallen hebben zeer grote indruk op verzoekster gemaakt, mede doordat haar moeder haar tijdens deze aanvallen structureel ‘ [voornaam 1] ’ noemt. De moeder van verzoekster is op de hoogte van het feit dat verzoekster haar voornaam wil wijzigen. Verzoekster heeft daardoor de indruk dat haar moeder haar tijdens deze aanvallen ‘ [voornaam 1] ’ noemt om haar “te triggeren”.
Door deze aanvallen heeft de naam ‘ [voornaam 1] ’ een negatieve lading voor verzoekster. Zodra verzoekster de naam ‘ [voornaam 1] ’ hoort, wordt zij herinnerd aan de aanvallen van haar moeder en de uiterst zware periode uit haar leven. De naam ‘ [voornaam 1] ’ veroorzaakt hierdoor een zware psychische druk bij verzoekster. Zij wil zich niet langer met de naam ‘ [voornaam 1] ’ identificeren.
Verzoekster is inmiddels gediagnostiseerd met complexe PTSS. Verzoekster is in afwachting van een behandeltraject.
3.2.
Verzoekster verzoekt om voornoemde redenen de naam ‘ [voornaam 1] ’ te wijzigen in ‘ [voornaam 2] ’. De naam ‘ [naam 1] ’ heeft een positieve lading voor verzoekster. De naam ‘ [naam 2] ’ is een eerbetoon aan haar moeder. De moeder van verzoekster is op dit moment bezig met een levensbeëindigend traject. De moeder van verzoekster had verzoekster bij de geboorte de naam ‘ [naam 2] ’ willen geven, maar heeft haar door kritiek binnen de familie op deze voornaam ‘ [voornaam 1] ’ genoemd. Verzoekster stelt met een beroep op jurisprudentie dat zij een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van haar voornaam. [1]

4.De beoordeling

De voornaamswijziging
4.1.
Artikel 1:4, vierde lid, BW geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon de wijziging te gelasten van de voornaam van de betrokken persoon. Voor zo’n verzoek moet een zwaarwichtig belang bestaan. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van haar voornaam ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Daarnaast dient het verzoek te worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet dan worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat uit het verzoekschrift voldoende blijkt dat verzoekster in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaart van haar voornaam ‘ [voornaam 1] ’. De naam ‘ [voornaam 1] ’ leidt tot negatieve herinneringen aan een heel zware periode uit het leven van verzoekster, waardoor zij op dit moment kampt met complexe PTSS. Met de wijziging van haar voornaam wenst verzoekster deze moeilijke periode uit haar leven af te sluiten. Verzoekster wil dat haar voornaam wordt gewijzigd in ‘ [voornaam 2] ’.
De voornamen ‘ [voornaam 2] ’ hebben voor haar een positieve lading. De naam ‘ [naam 2] ’ is daarnaast een eerbetoon aan haar moeder, die momenteel een levensbeëindigend traject doorloopt. Gelet op het voorstaande is de rechtbank van oordeel dat het zwaarwichtig belang van verzoekster bij de verzochte voornaamswijziging vaststaat. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4, tweede lid, BW. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen.
Afschrift naar de ambtenaar van de burgerlijke stand
4.3.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] in wiens registers de geboorteakte van verzoekster voorkomt.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornamen in de akte van geboorte van de gemeente [geboorteplaats] van ‘ [voornaam 1] ’ in ‘ [voornaam 2] ’ zodat de volledige naam komt te luiden: ‘
[verzoekster];
5.2.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] , in verband met de toevoeging aan de geboorteakte van het kind van de latere vermelding betreffende de wijziging van de voornaam.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Vogels, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S. Mestrini, griffier op 19 november 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.ECLI:NL:GHAMS:2005:AT9876, Guillot t. Frankrijk, NJ 1997/324 en ECLI:NLGHAMS:2011:BU5792.