ECLI:NL:RBLIM:2024:9364

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
C/03/336994 / FA RK 24-3442
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornamen in het kader van een verzoek tot naamswijziging

Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van de voornamen van verzoekster, geboren op [geboortedatum] 2005 te Heerlen. Het verzoekschrift is op 3 december 2024 ingediend bij de griffie. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.W.M. van Doorn, heeft verzocht om de voornaam '[voornaam 1]' te laten vervallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in het dagelijks leven veel hinder ondervindt van deze voornaam, die zij als ongepast ervaart en die haar in het verleden heeft blootgesteld aan pesterijen op school. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) in overweging genomen, met name artikel 1:4, dat de rechter de bevoegdheid geeft om op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging van voornamen te gelasten. De rechtbank oordeelt dat er een zwaarwichtig belang is voor de wijziging, aangezien verzoekster geen connectie meer heeft met de naam '[voornaam 1]' en deze naam haar negatieve ervaringen heeft bezorgd. De rechtbank heeft geen beletselen geconstateerd voor de wijziging en heeft het verzoek toegewezen. De wijziging zal worden doorgevoerd door een latere vermelding aan de geboorteakte van verzoekster toe te voegen, en de griffier zal dit proces in gang zetten na een termijn van drie maanden, mits er geen hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 13 december 2024
Zaaknummer: C/03/336994 / FA RK 24-3442
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
[verzoekster] ,
verzoekster,
wonend te [woonplaats] ,
advocaat mr. M.W.M. van Doorn, kantoor houdend te Maastricht.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Op 3 december 2024 is bij de griffie een verzoekschrift ingekomen.

2.De feiten

2.1.
Verzoekster is op [geboortedatum] 2005 te Heerlen geboren.
2.2.
De geboorteakte van verzoekster komt voor in het register van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in het jaar 2005 onder aktenummer 1A1007. Aan de geboorteakte is een latere vermelding betreffende een verbetering op last van de rechtbank gevoegd, waarbij – voor zover hier van belang – de geslachtsnaam van verzoekster is gewijzigd van [geslachtsnaam 1] naar [geslachtsnaam 2] .
2.3.
In de basisregistratie personen is verzoekster geregistreerd met de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank de wijziging zal gelasten van de voornamen van verzoekster, in die zin dat de voornaam ‘ [voornaam 1] ’ komt te vervallen.

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van zijn voornamen.
4.2.
Op grond van voornoemd artikel moet voor een wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwichtig belang bestaan. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van zijn voornamen ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Verder moet het verzoek worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW en moet worden beoordeeld of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat verzoekster met de door haar gegeven toelichting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij in het dagelijks leven veel hinder ervaart van de voornaam [voornaam 1] . Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
4.4.
Volgens verzoekster is [voornaam 1] een Armeense naam die oorspronkelijk gelijk was aan de voornaam van haar vader ( [voornaam 2] ). Inmiddels is de betekenis van de naam echter veranderd en niet meer gelijk aan de voornaam van haar vader, zodat verzoekster met deze voornaam ook geen connectie meer heeft met de naam van haar vader. Daar komt bij dat verzoekster op school veel met deze naam is gepest, nu het een naam is die doorgaans aan jongens wordt gegeven. Verzoekster heeft dan ook slechte herinneringen aan deze naam en heeft daar last van. Verzoekster wenst dan ook dat deze voornaam wordt geschrapt.
Daarmee is het zwaarwichtige belang bij de verzochte voornaamswijziging voldoende komen vast te staan.
4.5.
Niet gebleken is van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW. Gezien het vorenstaande zal het verzoek tot wijziging van de voornaam van verzoekster worden toegewezen, in die zin dat de voornaam ‘ [voornaam 1] ’ komt te vervallen.
4.6.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in wiens registers de geboorteakte van verzoekster voorkomt.

5.De beslissing:

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornaam van [verzoekster] , geboren [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] in die zin dat de naam ‘ [voornaam 1] ’ vervalt, zodat de volledige naam komt te luiden: ‘ [verzoekster] ;
5.2.
bepaalt dat de griffier op de voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, dit met het oog op het bepaalde in artikel 1:20 lid 1 en onder a, BW juncto artikel 1:20a lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.J. Frénay, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 13 december 2024.
CS
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.