Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[verzoeker sub 1] ,
[verzoeker sub 2],
[verzoeker sub 3],
[verzoeker sub 4],
[verzoeker sub 5],
[verzoeker sub 6],
[verzoeker sub 7],
[verzoeker sub 8],
[verzoeker sub 9],
1.De procedure
2.De gronden van het verzoek
3.Het standpunt van de rechter
4.De beoordeling
Juridisch kader
‘dat partijen overeenstemming hebben bereikt’en verzoekt de procedure te royeren. Op de rolzitting van 4 september 2024 laat de gemachtigde van gedaagde echter weten
‘niet in te stemmen met het doorhalingsverzoek en vraagt vonnis’, waarop de zaak naar de rol van 2 oktober wordt verwezen voor vonnis.
‘in verband met de door de wederpartij te nemen akte uitlaten royement nog geen conclusie van repliek heeft genomen’en verzoekt om
‘alsnog in de gelegenheid te worden gesteld om een conclusie van repliek te nemen.’
‘Anders dan eerder aan u is bericht, heeft de kantonrechter bepaald dat de zaak wordt verwezen naar de rolzitting van woensdag 23 oktober 2024 om 10:00 uur voor repliek.’
‘eenstemmig verzoek’van partijen. Hij vervolgt:
‘Aan mij is door de eisende partij geen verzoek gedaan om alsnog te repliceren. Met een dergelijk verzoek zou ik ook niet akkoord zijn gegaan, Er is binnen deze termijn geen repliek ingediend (dat is voor rekening en risico van de eisende partij). Daarmee heeft de eisende partij zijn recht op het nemen van repliek verspeeld.’
‘Anders dan eerder aan u, bij brief van 24 september 2024, bericht, deel ik u hierbij mede dat deze brief per abuis is verzonden aan partijen. Bovengenoemde procedure zal niet voor repliek komen te staan echter voor vonnis, zoals in het verleden aan partijen is medegedeeld.’