Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
‘ [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] antwoordde dat hij de deur open heeft gekregen door er tegenaan te trappen.’Alsook ten overstaan van de heren [naam leidinggevende 1] en [naam leidinggevende 2] , beiden Shift Supervisor van Dienst :
‘ [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] gaf aan een deur te hebben ingetrapt, met de rede dat hij naar het toilet moest en geen zin had om om te lopen.’En de heren [naam manager] , productiemanager, en [naam coördinator] , coördinator:
‘In het gesprek heeft [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] direct open kaart gespeeld en een eerlijke toelichting gegeven in datgene wat er gebeurd was. In eerste instantie werd hierbij benoemd dat hij een voet tegen de deur had gezet. Toen de vraag werd gesteld om dit iets duidelijker te verwoorden gaf [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] aan de deur open te hebben gekregen door er tegenaan te trappen.(productie 4 bij verweerschrift)
“omdat jij gestopt bent met de Vapro opleiding”. Daarnaast heeft [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] inmiddels een aantal termijnbedragen van in totaal € 625,00 aan Everris terugbetaald. [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] betwist enkel dat de opleiding op zijn initiatief is beëindigd. Deze betwisting wordt door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] niet verder onderbouwd. Zo heeft hij geen bezwaar gemaakt tegen de terugbetalingsregeling of de reeds ingehouden bedragen. Deze enkele betwisting is niet genoeg om voldoende twijfel te zaaien ten aanzien van de stellingen van Everris. Daarmee staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat de opleiding op initiatief van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] is beëindigd en dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] het resterende bedrag van € 875,00 aan Everris dient te betalen. Gelet daarop zal het verzoek van Everris worden toegewezen.