ECLI:NL:RBLIM:2024:912
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens verbeurdverklaring van witwasvoordeel
Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte, geboren in Marokko in 1989. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie, die strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte, geschat op € 21.385,56. De zaak werd inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 29 en 30 januari 2024, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman, mr. A.A.T.X. Vonken, aanwezig waren. De officier van justitie had aanvankelijk een hoger bedrag van € 203.100,00 gevorderd, maar dit bedrag werd tijdens de zitting aangepast.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, onder verwijzing naar het standpunt van de officier dat in de strafzaak verbeurdverklaring van het bedrag dat de verdachte door witwassen heeft verkregen, is gevorderd. De verdediging steunde de afwijzing van de vordering. De rechtbank oordeelde dat de vordering niet kon worden toegewezen, gezien de omstandigheden van de strafzaak en de reeds gevorderde verbeurdverklaring.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. De griffiers waren mr. M.K. Klompe en mr. M.L.L. Ruijters. Mr. Van de Winkel was niet in de gelegenheid om de uitspraak mede te ondertekenen.