ECLI:NL:RBLIM:2024:9074
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldig ontslag op staande voet na bedreigingen en chantage door werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, aangeduid als [verweerster]. De werknemer was ontslagen op staande voet op 9 juli 2024, na herhaaldelijke bedreigingen en chantage richting de werkgever, [naam eigenaar]. De werknemer had via WhatsApp dreigende berichten gestuurd waarin hij onder andere aangaf dat hij bij de werkgever voor de deur zou verschijnen als zijn salaris niet op tijd werd betaald. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de werknemer zich schuldig had gemaakt aan ernstig verwijtbaar handelen. De rechter stelde vast dat de werknemer niet alleen zelf bedreigingen had geuit, maar ook zijn partner had laten bijdragen aan de intimidatie. De kantonrechter wees de verzoeken van de werknemer om een verklaring voor recht dat het ontslag onterecht was, alsook de verzoeken om schadevergoeding en transitievergoeding af. Wel werd de werkgever veroordeeld om de loonspecificaties over een bepaalde periode te verstrekken en om de niet opgenomen verlofuren en vakantietoeslag te betalen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.