ECLI:NL:RBLIM:2024:9068

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 november 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11260202 BM VERZ 24-4082
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder in curatelezaak

In deze beschikking heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 november 2024 uitspraak gedaan in een zaak betreffende curatele, bewind en mentorschap. Het verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder is toegewezen. De rechthebbende, die onder bewind is gesteld vanwege zijn lichamelijke of geestelijke toestand, heeft aangegeven dat hij al jaren probeert van bewindvoerder te wisselen. Hij ervaart problemen met de communicatie en het ontbreken van een vaste contactpersoon bij de huidige bewindvoerder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huidige bewindvoerder niet voldoet aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in artikel 5 lid 4 van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. Dit artikel vereist dat er een vaste contactpersoon is voor de onder curatele gestelde, wat in dit geval niet het geval was. De rechthebbende behoort tot een specifieke doelgroep die extra begeleiding nodig heeft, en de huidige bewindvoerder heeft niet adequaat ingespeeld op deze behoefte. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de huidige bewindvoerder en heeft de voorgestelde opvolgend bewindvoerder, C & L Beheer B.V., benoemd. De beschikking bevat ook bepalingen over de beloning van de bewindvoerders en de verplichtingen die zij hebben na de benoeming en het ontslag.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Team Toezicht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer : 11260202 BM VERZ 24-4082
BM-nummer : 372215
MB-nummer : 34354
Uitspraakdatum : 1 november 2024

Beschikking wijziging bewindvoerder

op het verzoek van

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonplaats] , [adres 1] ,
hierna te noemen: de rechthebbende.

feiten

Bij beschikking van 5 oktober 2011 zijn met ingang van 1 november 2011, wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand, onder bewind gesteld de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende en is tevens een mentorschap ingesteld. De bewindvoerder is thans [naam bv] , correspondentieadres: [adres 2] . [naam mentor] , correspondentieadres [adres 3] , is de mentor.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, ingekomen op 13 augustus 2024,
- een bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder, C & L Beheer B.V.,
ingekomen op 23 augustus 2024,
- een reactie van de huidige bewindvoerder, ingekomen op 27 augustus 2024.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024.
Verschenen zijn:
- de rechthebbende, bijgestaan door [naam begeleider] (begeleider),
- [naam 1] , namens de bewindvoerder,
- [naam 2] en [naam 3] , namens de voorgestelde opvolgend
bewindvoerder,
- [naam mentor] , mentor van de rechthebbende.
De vader en moeder van rechthebbende ( [naam vader] , en [naam moeder] ) zijn hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

verzoek

Het verzoek strekt tot ontslag van de huidige bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder.
beoordeling
De rechthebbende heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij al jaren bezig is om van bewindvoerder te wisselen, omdat het - volgens hem - ontbreekt aan een vaste contactpersoon, waardoor er geregeld iets fout gaat en de communicatie niet goed is. De rechthebbende is niet goed in communiceren en als er iets niet goed gaat, wordt hij al vlug heel erg boos. De mentor heeft aangegeven dat als er iets niet goed verloopt dat dat een enorme impact heeft op de rechthebbende. Als er bij de rechthebbende iets in zijn gedachten opkomt, dan moet dat ook (meteen) gebeuren.
De begeleider van de rechthebbende heeft verklaard dat het contact met de huidige bewindvoerder moeizaam verloopt. Hij geeft aan dat rechthebbende tot een bijzondere doelgroep behoort die een speciale aanpak vergt. Hij legt ter zitting stukken over van november 2023, waaruit blijkt dat er destijds al contact is geweest met de huidige bewindvoerder om de situatie te bespreken. Uit de stukken blijkt tevens dat de bewindvoerder reeds had ingestemd met wijziging van bewindvoerder.
De bewindvoerder heeft daarop aangevuld dat er sinds die tijd niets is gebeurd en er geen gesprekken hebben plaatsgevonden. Het door de rechthebbende ingediende verzoekschrift kwam dan ook uit de lucht vallen. De bewindvoerder is van mening dat er meer speelt, maar dat hij dat niet met feiten hard kan maken. Een collega bewindvoerder in Heerlen heeft - volgens hem - met dezelfde situatie te maken (gehad).
De bewindvoerder heeft verder verklaard dat er voldoende mogelijkheden zijn om met hem en/of zijn medewerkers contact op te nemen. Men kan gebruikmaken van het telefonisch spreekuur, gedurende de hele dag kan worden gebeld, geappt en ge-e-maild. Als een cliënt een vast contactpersoon wenst, dan kan deze daarom verzoeken.
De voorgestelde opvolgend bewindvoerder heeft verklaard dat er meerdere cliënten van de huidige bewindvoerder contact met hen hebben opgenomen, omdat zij bij Siemensma Bewindvoering weg wilden. Het punt is dat cliënten niet altijd gebaat zijn bij de normale tot de gebruikelijke taak van een bewindvoerder behorende begeleiding en die men iets extra’s moet bieden. De voorgestelde opvolgend bewindvoerder heeft verklaard dat zij met dergelijke cliënten in gesprek gaat om te zien welke extra begeleiding een cliënt nodig heeft.
De kantonrechter overweegt - gelet op de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is verklaard - het volgende. Om een bewindvoerder in een geval als deze te kunnen ontslaan, moet volgens de wet sprake zijn van gewichtige redenen voor ontslag. Er zal dus moeten worden beoordeeld of er van zodanige redenen sprake is.
De bewindvoerder voert haar taken grotendeels uit conform de geldende kwaliteitseisen, hoewel het erop lijkt dat niet (voldoende) wordt voldaan aan het vereiste van artikel 5 lid 4 van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. In dit artikel staat dat de curator in het document, bedoeld in het eerste lid [lees: het plan van aanpak], vermeldt wie voor de onder curatele gestelde als contactpersoon fungeert en wie diens vervanger is en dat, indien de contactpersoon wijzigt, de curator de onder curatele gestelde daarvan onverwijld schriftelijk op de hoogte stelt. Deze passage is ook van toepassing bij bewind.
De huidige bewindvoerder heeft verklaard dat er in principe een vaste contactpersoon voor de rechthebbende is, maar dat die niet altijd en continu voor hem beschikbaar is omdat veel van de medewerkers van de bewindvoerder parttime werken. Daarbij heeft de bewindvoerder te maken met medewerkers die vrije dagen opnemen en omdat er sprake kan zijn van ziekteverzuim. Honderd procent “dekking” kan de bewindvoerder dan ook niet bieden.
Rechthebbende, de mentor en de begeleider hebben aangegeven geen idee te hebben wie die vaste contactpersoon dan zou zijn. Desgevraagd wist de bewindvoerder ook niet wie dat was.
In de Nota van Toelichting heeft de wetgever het volgende opgemerkt bij artikel 5 lid 4 van het Besluit [onderstreping aangebracht door de kantonrechter]: ‘Het vierde lid bepaalt dat de curator in het document, bedoeld in het eerste lid, vermeldt wie voor de onder curatele gestelde als contactpersoon fungeert en wie diens vervanger is. Indien de contactpersoon wijzigt, stelt de curator de onder curatele gestelde daarvan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Op deze wijze weet de betrokkene steeds bij wie hij met zijn vragen terecht kan en
wordt de curator gedwongen zijn bedrijfsproces zo in te richten dat iedere onder curatele gestelde één vast aanspreekpunt heeft. Daarmee wordt, indien een rechtspersoon tot curator is benoemd, de continuïteit van het menselijke aspect, in de vorm van de betrokkenheid door één vaste persoon, gewaarborgd.’ Zoals al eerder geschreven: dit is ook van toepassing bij bewindvoering.
Het kan zo zijn dat de bedrijfsvoering van de bewindvoerder het niet toelaat om altijd één en dezelfde persoon te spreken te krijgen vanwege de hiervoor genoemde redenen (parttime werken, verlof, ziekte), maar dan nog zal de bewindvoerder het bedrijfsproces zo dienen in te richten dat een rechthebbende geen genoegen hoeft te nemen met contact met constant wisselende vreemden, zoals nu wel het geval lijkt te zijn (in ieder geval heeft de bewindvoerder dat onvoldoende betwist op de mondelinge behandeling). Dit geldt des temeer als sprake is van een rechthebbende die hiervan bovengemiddeld last heeft, en dat ook al eerder heeft aangegeven (zoals blijkt uit de correspondentie van november 2023).
Hierbij komt dat de bewindvoerder in de afgelopen jaren diverse bewindvoerdersondernemingen heeft overgenomen, waaronder de onderneming waarvan rechthebbende klant was. Deze onderneming leverde diensten die verder gingen dan wat normaliter gevergd kan worden van een bewindvoerder, namelijk afgestemd op een doelgroep die vanwege spelende problematieken continuïteit en extra begeleiding nodig heeft. Hoewel van de huidige bewindvoerder niet gevergd kan worden dat die dezelfde diensten verleent, geldt wel dat het de rechthebbende in zo een geval niet kan worden verweten dat hij op zoek gaat naar iemand die wel meer op zijn problematiek afgestemde dienstverlening biedt. Zeker nu één van de redenen die bijdraagt aan zijn ontevredenheid, te weten de praktijk van steeds wisselende aanspreekpunten, strijdig is met de geldende kwaliteitseisen.
De kantonrechter is - gelet op het vorenstaande - van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat sprake is van gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan. Voorts is niet gebleken van bezwaren tegen benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De kantonrechter zal voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording de beloning vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen bewindvoerder vaststellen overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning nu de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind geen budgetbeheer heeft gevoerd.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Op grond van artikel 3 lid 4 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de bewindvoerder is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.

beslissing

De kantonrechter
- ontslaat
[naam bv] ,
correspondentieadres: [adres 2] ,
met ingang van 16 november 2024 als bewindvoerder en
- benoemt met ingang van 16 november 2024 tot bewindvoerder:
C & L Beheer B.V.,
correspondentieadres: Postbus 50, 6160 AB Geleen,
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ingangsdatum van haar ontslag, de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de opvolgend bewindvoerder en een – zo mogelijk door de opvolgend bewindvoerder voor akkoord ondertekend – exemplaar ervan aan het team Toezicht overlegt,
- stelt de beloning voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording vast overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen vier maanden na de ingangsdatum van haar benoeming een afschrift van de beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen aan het team Toezicht overlegt en – voor zover dit nog niet is overgelegd – een (aanvullend) plan van aanpak,
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de bewindvoerder vast overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning,
- stelt de jaarbeloning van de opvolgend bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, P.A.H. Duisters. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan - door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof