ECLI:NL:RBLIM:2024:9053

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
C/03/334368 / BZ RK 24/1818
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet forensische zorg en Wet zorg en dwang

Op 29 oktober 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1987. De officier van justitie had op 4 september 2024 een verzoek ingediend voor een machtiging voor een periode van zes maanden, na een eerdere tijdelijke machtiging van zes weken die op 2 oktober 2024 was verleend. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 29 oktober 2024, waarbij de betrokkene niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. H.C. Ingelse. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een licht verstandelijke beperking en een schizofrene stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor de veiligheid van de betrokkene en anderen. De rechtbank oordeelde dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstige nadeel te voorkomen, aangezien eerdere ambulante zorg niet effectief was gebleken. De rechterlijke machtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met de verplichting om binnen vier weken ten uitvoer te worden gelegd. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en twee andere rechters, en is op 5 november 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK LIMBURG
Team Strafrecht
Locatie: Maastricht
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf (artikel 2.3, tweede lid, Wet forensische zorg (Wfz)jo.
art. 24 Wet zorg en dwang (Wzd))
Rekestnummer: C/03/334368 / BZ RK 24/1818
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 29 oktober 2024 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 Wzd, ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [naam instelling] , [adres] , [plaats] ,
bijgestaan door zijn raadsman mr. H.C. Ingelse, advocaat te Maastricht,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene te verlenen voor de duur van zes maanden. Dit verzoekschrift is op 4 september 2024 bij de rechtbank binnengekomen.
1.2.
Het verzoekschrift is behandeld op de terechtzitting van 18 september 2024. Bij tussenuitspraak van 2 oktober 2024 heeft de rechtbank de machtiging toegewezen voor een periode van zes weken met aanhouding van de beslissing voor het overige. Daarbij is de opdracht gegeven om uiterlijk een week voor de nieuwe zitting een actuele medische verklaring aan de rechtbank te doen toekomen.
1.3.
Vervolgens zijn de volgende bijlagen aan het verzoekschrift gevoegd
de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene, die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel;
de medische verklaring: de medische verklaring bij een verzoek tot (verlenging van) een rechterlijke machtiging ex art. 24 d.d. 24 oktober 2024;
de medische verklaring: de pro Justitia rapportage uitgebracht door het Pieter Baan Centrum op 12 juli 2024;
het advies van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ);
de tijdelijke rechterlijke machtiging tot opname en verblijf d.d. 2 oktober 2024.
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2024 in het gebouw van de rechtbank op de locatie Maastricht.
1.5.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord: de raadsman van betrokkene;
de officier van justitie;
de deskundige [naam Wzd-medewerker] , Wzd-medewerker.
De rechtbank heeft aan de hand van informatie van de raadsman vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich ter zitting te laten horen (reden waarom hij ter zitting niet aanwezig was) en dat betrokkene ook niet wenst te worden gehoord in de huidige accommodatie van betrokkene.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een rechterlijke machtiging te verlenen tot de opname en het verblijf van betrokkene. Ten aanzien van de criteria en de duur van de rechterlijke machtiging heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.
De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat er een volledig nieuwe medische verklaring ligt die aan de criteria voldoet en waarin de kernproblematiek wordt beschreven. Er is sprake van een licht verstandelijke beperking en daarbij een schizofrene stoornis. Indien de lichtverstandelijke beperking niet voorliggend was geweest dan had de psychiater verwezen naar de reguliere GGZ.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen. De rechtbank heeft in haar beschikking van 2 oktober jl. gesteld dat de medische verklaring van het Pieter Baan Centrum te oud was en moest worden geactualiseerd. De actuele medische verklaring is echter niet opgesteld door dezelfde psychiater als de psychiater van de medische verklaring van het Pieter Baan Centrum, terwijl de Hoge Raad in zijn arrest van 11 juni 2024 heeft bepaald dat alleen de onafhankelijke arts die de medische verklaring heeft opgesteld deze mag actualiseren.
De opgestelde medische verklaring is tevens heel summier en geeft nauwelijks inzicht in enig actueel dreigend ernstig nadeel. De verklaring roept juist vragen op over één of meerdere stoornissen en of het verzoek wel onder de Wet zorg en dwang dient te vallen. Er is geen psychiater die dat (ter terechtzitting) op kan helderen. Tot slot wil betrokkene vrijwillig en ambulante zorg ontvangen. Hij wil terug naar zijn woning, die zijn moeder voor hem heeft aangehouden, in afwachting.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene en zijn raadsman zich verzetten tegen de opname en het verblijf. De opname en het verblijf zijn dan ook onvrijwillig.
4.2.
Uit de geneeskundige verklaring van 24 oktober 2024 blijkt dat betrokkene lijdt aan een licht verstandelijke beperking gecombineerd met een schizofrene stoornis en mogelijk autisme.
4.3.
Deze handicap en stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of aanzienlijk risico op
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade; ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang;
de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Het ernstig nadeel bestaat eruit dat betrokkene vanuit zijn gestoorde realiteitsbeleving kan reageren op zijn omgeving, in de zin van agressief gedrag of acting-outgedrag.
Betrokkene is opgepakt door de politie, omdat hij een politieagent heeft geslagen. De aanloop hiervan was, dat betrokkene het idee had dat omstanders hem uitlachten. Dit waren hem onbekende personen. Betrokkene is hiermee meermaals naar de politie gegaan om dat te vertellen. maar de politie heeft hem even zo veel keren weggestuurd. Toen betrokkene dat niet wilde, en
een politieman hem hierop vastpakte, heeft betrokkene naar de politieman uitgehaald door hem te slaan. Wanneer gevraagd wordt of betrokkene dit eerder heeft meegemaakt, geeft hij aan, dat dit niet zo is, terwijl de aanwezige documentatie andere informatie geeft.
Hij is al langere tijd bekend binnen het Zorg en Veiligheidshuis, vanwege forse mishandelingen. Vanuit de aanwezige documentatie is bekend dat het niet lukt om goede zorg voor betrokkene in te zetten, omdat hij een andere visie op de situatie heeft: er is niks aan de hand, hij kan goed buiten functioneren en voor zichzelf zorgen. Op dat moment is betrokkene vriendelijk en correct in contact, maar oninvoelbaar en moeilijk in te schatten.
Uit de zich in het dossier bevindende rapportage van het Pieter Baan Centrum van 12 juli 2024 blijkt verder het volgende. Vanwege zijn prikkelgevoeligheid in combinatie met een beperkte impuls- en agressieregulatie kan betrokkene bij voor hem onaangename prikkels (oplopende stress) onverwachts reageren. Vanwege zijn forse beperkingen en het gebrek aan oplossingsgerichte copingvaardigheden heeft betrokkene op zo'n ·error'-moment, als de spanningsboog dreigt te worden overschreden nog maar weinig controle over zijn handelen als hij zich niet in zichzelf kan afsluiten van de omgeving.
De bij betrokkene vastgestelde verstandelijke en sociaal emotionele beperkingen, zijn prikkelgevoeligheid en gebrekkige spannings- en impulsregulatie, in combinatie met het ontbreken van zelfreflectief vermogen, zullen zonder passende begeleiding ook in de toekomst van grote invloed zijn op het recidivegevaar, zeker indien er sprake is van verlies van externe structuur of overvraging.
Uit het bovenstaande leidt de rechtbank af dat de handicap en de stoornis van betrokkene leiden tot ernstig nadeel in de zin van de wet.
4.4.
Om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden is de opname en het verblijf noodzakelijk, er zijn ambulant te weinig aanknopingspunten om betrokkene te ondersteunen en te sturen in zijn gedrag.
4.5.
De opname en het verblijf is ook geschikt om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden, een behandelteam kan betrokkene tijdens de opname observeren en vanuit daar een behandelplan uitzetten.
4.6.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden. Ambulante zorg is eerder niet van de grond gekomen, er zijn eerder (korte) (crisis)opnames geweest en in de PI heeft een medicamenteuze behandeling plaatsgevonden, echter allen zonder blijvend resultaat.
4.7.
Wat namens betrokkene als verweer is aangevoerd maakt dit niet anders.
De rechtbank stelt hierbij vast dat zij bij haar
beschikking rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van 2 oktober 202-1het CIZ heeft opgedragen om een actuele medische verklaring te laten opstellen door een onafüankelijke arts. De pro justitiarapportage die aan de beschikking van 2 oktober 2024 ten grondslag lag is derhalve niet geactualiseerd, er is een geheel nieuwe actuele medische verklaring opgesteld. Deze medische verklaring heeft de rechtbank ontvangen en zij is van oordeel dat zij deze verklaring mag en kan gebruiken. Dat daarbij wordt verwezen naar passages in de pro justitiarapportage, staat daaraan niet in de weg.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting ter terechtzitting van de Wzd-medewerker van oordeel dat het verzoek zoals het thans aan de rechtbank is voorgelegd, ook terecht is gebaseerd op de Wzd, nu naar haar oordeel de licht verstandelijke beperking in overwegende mate bepalend is voor het toestandsbeeld van betrokkene en daarbij dus ook als primair op de voorgrond staat. Dat er daarnaast ook een schizofrene stoornis bestaat, doet daar niet aan af.
In de medische verklaring wordt tevens vermeld dat betrokkene zich tegen de opname of voortzetting van het verblijf verzet. Betrokkene heeft gezegd
'hier niet te willen zijn en het liefst naar huis te willen gaan·.Dat is een duidelijke indicatie voor de onvrijwilligheid.
4.8.
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande en alles afwegende tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet zorg en dwang. De rechterlijke machtiging tot opname en het verblijf zal dan ook worden verleend.
4.9.
De rechterlijke machtiging zal worden verleend voor de hieronder vermelde duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een rechterlijke machtigingtotopname en verblijfvan
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] .
Deze rechterlijke machtiging wordt verleend voor een periode van 6 maanden met inachtneming van de eerder verleende tijdelijke zorgmachtiging voor de duur van 6 weken.
Deze rechterlijke machtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen vier weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze machtiging is op 29 oktober 2024 gegeven door mr. L.E.M. Hendriks, voorzitter,
mrs. M.B. Bax en mr. K. Mestrom, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M.N.F. Roelofs, griffier,
en op 5 november 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
....