Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
Uit de telefoongesprekken blijkt dat de broeken vervolgens door [medeverdachte 1] telefonisch werden besteld bij [medeverdachte 5] . Omstreeks 22:00 uur vond er een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] , waarbij de broeken kennelijk zijn overgedragen. Daarna vond er een ontmoeting plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] en de verdachte. Dit blijkt uit het feit dat [medeverdachte 1] en de verdachte een locatie afspraken om elkaar te ontmoeten en dat ze elkaar tegenkwamen bij de oude school aan het water (p. 1666), dat [medeverdachte 1] vervolgens op de verdachte moest wachten (p.1668) en dat de verdachte vroeg aan [medeverdachte 1] of hij naar de straat wilde komen en [medeverdachte 1] antwoordde dat hij eraan komt (p. 1669). De rechtbank stelt vast dat bij die ontmoeting tussen [medeverdachte 1] en de verdachte de broeken moeten zijn geleverd, omdat [medeverdachte 1] een half uur later belde naar de verdachte met de mededeling dat hij vijftig te weinig heeft gekregen. De rechtbank begrijpt dat het hier over het geld ging dat [medeverdachte 1] van de verdachte heeft gekregen/zou krijgen na de overdracht.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uren;
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 30 dagen.
telefoongesprekken van 30 november 2017 tot en met 2 december 2017tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] : Ik hoor een gesprek tussen mij en [medeverdachte 1] . Ik denk dat het gesprek van 30 november 2017 gaat over een voorbeeld. [medeverdachte 1] kwam altijd met die codetaal. Ik moest ook soms ontcijferen waar het over ging.
(p. 962)Toen [medeverdachte 1] het over “broeken” had, ging het over de zelfde broeken als die groene broeken. Dan ging het over schoenen en dan weer over wat anders. Het gaat nog steeds over hennep en dit was volgens mij de enige keer dat het wel was doorgegaan. [medeverdachte 1] vroeg aan mij of ik die broek klaar wil zetten omdat hij de broek wil passen. Ik zei toen dat ik ging bellen. Ik bedoelde daarmee dat ik ging bellen voor het voorbeeld.
(p. 963)Met “broeken” werd hennep bedoeld. [medeverdachte 1] bedoelde met “die broek” een kilogram hennep. Als ik [medeverdachte 1] wat meegaf dan duurde het altijd uren voordat ik papieren zag. Hij lag ook altijd te miemelen over de prijs. Het was bij hem altijd slecht geregeld. Toen [medeverdachte 1] mij belde en zei dat ze ze alle zes zouden pakken, werd met “6” 6 kilo bedoeld. Met “een half puntje zakken werd bedoeld” 50 euro zakken met de prijs. Een puntje is 100 euro. Met “de Lange muur” werd een wok bedoeld in Brunssum.
(p. 964)Die 5 of 6 zijn geleverd die dag.