ECLI:NL:RBLIM:2024:8912

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
C/03/333887 / FA RK 24-2609
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de voornamen van een minderjarige met een negatieve associatie

Op 18 november 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven inzake de wijziging van de voornamen van een minderjarige. De ouders van de minderjarige hebben verzocht om de derde voornaam, die vernoemd is naar de opa van de minderjarige, te schrappen en een nieuwe tweede voornaam toe te voegen. De ouders gaven aan dat de huidige voornaam, die de naam van de opa draagt, hen in het dagelijks leven hinder en ongemak bezorgt, vooral omdat de opa de minderjarige niet erkent als zijn kleinkind. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornaam, aangezien de vernoeming naar de opa niet heeft geleid tot een verbetering van de familieband, maar juist tot een breuk. De rechtbank heeft de ouders in hun verzoek gesteund en de wijziging van de voornamen toegewezen. De derde voornaam zal worden geschrapt en de nieuwe tweede voornaam zal worden toegevoegd, zodat de volledige naam van de minderjarige zal worden aangepast. De griffier is opgedragen om de wijziging aan de ambtenaar van de burgerlijke stand door te geven, met inachtneming van de wettelijke termijn van drie maanden na de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 18 november 2024
Zaaknummer: C/03/333887 / FA RK 24-2609
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven inzake:
[verzoeker] en [verzoekster] ,
verzoekers, hierna te noemen: de ouders,
wonend te [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman.

1.Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
  • het verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 15 augustus 2024;
  • F9 formulier van 26 september 2024.

2.De feiten

Uit de moeder is op [geboortedatum] 2024 in [geboorteplaats] geboren [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ). De vader heeft [minderjarige] erkend en de ouders zijn gezamenlijk met het gezag belast.
De geboorteakte van [minderjarige] komt voor in het geboorteregister van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen onder nummer 1A1236 van het jaar 2024.

3.Het verzoek

De ouders hebben verzocht de voornamen van [minderjarige] te wijzigen in die zin dat de 3e voornaam [naam 1] zal worden geschrapt en dat als 2e voornaam wordt toegevoegd [naam 2] , zodat [minderjarige] zal komen te heten: [minderjarige] .

4.Beoordeling

4.1.
Artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger de wijziging te gelasten van zijn voornamen. De ouders hebben in hun hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordigers van [minderjarige] het verzoek ingediend.
4.2.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW moet voor een wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwichtig belang bestaan. Verder moet het verzoek worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat de ouders met de door hen gegeven toelichting voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij in het dagelijks leven hinder en ongemak ervaren van de door hen gekozen 3e voornaam van [minderjarige] . [minderjarige] draagt als derde voornaam de naam van zijn opa moederszijde: [naam 1] . De ouders hebben [minderjarige] deze voornaam gegeven in een poging om de familieband met de opa te verbeteren. Gebleken is echter dat deze vernoeming een averechts effect heeft gehad. Door de naamskeuze zijn de ouders en de opa definitief gebrouilleerd. De opa erkent [minderjarige] niet als zijn kleinkind. Hierdoor bestaat er geen enkele band tussen [minderjarige] en zijn opa.
De ouders willen de negatieve associatie rond de naam [naam 1] blijvend wegnemen door deze voornaam te schrappen en [minderjarige] te vernoemen naar zijn vader door de voornaam [naam 2] toe te voegen.
4.4.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het zwaarwichtig belang bij de verzochte voornaamswijziging voldoende is komen vast te staan. Verder is niet gebleken van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste voornaam. Dat betekent dat het verzoek tot wijziging van de voornaam zal worden toegewezen, in die zin dat de derde voornaam van [minderjarige] wordt geschrapt en dat als 2e voornaam wordt toegevoegd [naam 2] .
4.5.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in wiens registers de geboorteakte van [minderjarige] voorkomt.

5.Beslissing:

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornamen van [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2024 in [geboorteplaats] , in die zin dat de derde voornaam ( [naam 1] ) wordt geschrapt en dat als 2e voornaam wordt toegevoegd [naam 2] , zodat de volledige naam komt te luiden: ‘ [minderjarige] ’;
5.2.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, dit met het oog op de toevoeging van de latere vermelding betreffende de voornaamswijziging aan de geboorteakte, nummer 1A1236 van het jaar 2024, van [minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.J.M. Verhey, griffier op 18 november 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.