Uitspraak
1.De procedure
- de stelbrief van 4 november 2024 namens [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 7 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 2 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de rechtspersoon WPV Erste Immobilien GmbH & Co KG, gevestigd te Düsseldorf, en een gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. D.A.M. Veen, vorderde ontruiming van een woning die door de burgemeester van Heerlen was gesloten vanwege de ontdekking van een hennepkwekerij. De burgemeester had op 19 april 2024 besloten tot sluiting van de woning voor een periode van zes maanden, na een inval door de politie op 11 maart 2024 waarbij 28,6 kilogram gedroogde hennep was aangetroffen. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.G.J. Geerlings, heeft geen verweer gevoerd tegen de ontruiming en heeft zelfs toegezegd de woning binnen de gevraagde termijn te ontruimen.
De kantonrechter oordeelde dat WPV voldoende spoedeisend belang had bij de gevorderde ontruiming. Aangezien de gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de ontruiming, werd deze toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand van juni en juli 2024, alsook tot betaling van een bedrag van € 928,81 per maand voor elke maand dat de woning na 31 juli 2024 niet ter beschikking werd gesteld aan WPV. De proceskosten werden begroot op € 1.135,86, die de gedaagde ook moest betalen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.