ECLI:NL:RBLIM:2024:8799

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
03/700106-16 (TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor een jaar met het oog op resocialisatie en risicomanagement

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 november 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een verdachte, geboren in 1986, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft besloten om de tbs met één jaar te verlengen, met als doel een concreet en overzichtelijk perspectief te bieden voor de verdachte, die in het verleden aanzienlijke stappen heeft gezet in zijn behandeling, maar recentelijk te maken heeft gehad met een terugval in middelengebruik en een gewelddadig incident.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de adviezen van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die de complexe problematiek van de verdachte hebben uiteengezet. De verdachte heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, een licht verstandelijke beperking en een geschiedenis van middelengebruik. Ondanks de recente incidenten, waarbij de verdachte zijn emoties niet onder controle had, heeft hij ook positieve ontwikkelingen laten zien in zijn behandeling. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, maar dat een verlenging van slechts één jaar de verdachte de kans biedt om zijn resocialisatietraject voort te zetten zonder dat hij het gevoel heeft opnieuw bij af te moeten beginnen.

De rechtbank heeft de beslissing genomen om de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, zodat de verdachte kan blijven werken aan zijn behandeling en resocialisatie, met de hoop dat hij in dat jaar kan laten zien dat hij in staat is om positieve stappen te zetten richting een toekomst zonder tbs.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/700106-16 (TBS)
Datum uitspraak: 27 november 2024
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
in het kader van de terbeschikkingstelling van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
thans verblijvende in [naam FPC 1] ,
hierna te noemen [verdachte] .
Raadsman is mr. A.J. Sprey, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 3 oktober 2024, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 3 oktober 2024;
  • het verlengingsadvies van [naam FPC 1] van 22 augustus 2024, opgemaakt door drs. [naam hoofd behandeling] (hoofd behandeling), prof. dr. [naam psychiater 1] (psychiater en cultureel antropoloog) en drs. [naam directeur] (directeur behandeling en zorg);
  • de Pro Justitia rapportage psychiatrisch onderzoek d.d. 12 augustus 2024, opgemaakt door [naam psychiater 2] , psychiater;
  • de Pro Justitia rapportage psychologisch onderzoek d.d. 8 augustus 2024, opgemaakt door [naam GZ-psycholoog] , GZ-psycholoog;
  • het vonnis van de rechtbank Limburg van 13 september 2016 waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd;
  • de beslissing van de rechtbank Limburg van 21 november 2022, waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar is verlengd;
  • de omtrent [verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van 26 juli 2023 tot 6 augustus 2024.
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van twee jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Limburg d.d. 13 september 2016 is [verdachte] ter beschikking gesteld met verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen het opleggen van die maatregel eiste.
Het hiervoor genoemde delict betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 14 november 2016.
De terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank d.d. 21 november 2022, met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 13 november 2024. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [verdachte] , zijn raadsman en, als deskundige, [naam hoofd behandeling] (GZ-psycholoog en voormalig hoofd behandeling van [verdachte] ), verbonden aan [naam FPC 1] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het
verlengingsadviesvan de kliniek vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer:
Er is bij [verdachte] sprake van een combinatie van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, een licht verstandelijke beperking en een middelenafhankelijkheid.
[verdachte] is op 11 mei 2023 naar [naam FPC 1] overgeplaatst, nadat de behandeling bij [naam FPC 2] was gestagneerd doordat hij veelvuldig terugviel in middelengebruik en de samenwerking onvoldoende aanging. [verdachte] was op dat moment al in een verder stadium van resocialisatie met verschillende verlofkaders en via transmuraal verlof bij [naam FPA] aangemeld. In de [naam FPC 1] werd hij geplaatst op [naam afdeling 1] , een behandelafdeling voor patiënten met een licht verstandelijke beperking in combinatie met persoonlijkheidsproblematiek. Ondanks dat [verdachte] dit lastig vindt, besloot hij te stoppen met cannabisgebruik. Tussen 11 januari 2024 en 7 augustus 2024 heeft hij dan ook geen middelen gebruikt. Er is sprake van contactgroei met het behandelteam en hij doet zijn best om de samenwerking aan te blijven gaan. [verdachte] doet het goed op bejegening, waarbij laag wordt ingestoken door niet 'boven' maar naast hem te gaan staan. Voor een goede structuur heeft [verdachte] een dagbestedingsprogramma aangepast aan zijn voorkeuren.
Gezien de eerdere mislukte resocialisatiepogingen wordt duidelijk dat [verdachte] meer nabijheid van het team nodig heeft om niet te vervallen in oude gedragspatronen (vooral gebruik van middelen als vorm van coping bij toename van spanningen in het kader van overbelasting/overvraging). Op de huidige afdeling krijgt hij intensieve begeleiding en ondersteuning om te werken aan zijn behandeldoelen, om geleerde vaardigheden om te zetten en in zijn gedragspatronen te integreren om zo de juiste keuzes te blijven maken. Er wordt gewerkt vanuit motivering, activatie en het nemen van verantwoordelijkheid wat [verdachte] redelijk goed afgaat, zeker in vergelijking met de voorgaande behandelpoging. Het terugvalpreventieplan (herijkt en geactualiseerd in de huidige kliniek) vormt een instrument om de risico's te managen.
Vanwege de inzet van [verdachte] voor behandeling en de bereikte positieve ontwikkeling werd een aanvraag onbegeleid verlof passend en verantwoord geacht. Deze werd op 16 juli 2024 goedgekeurd door de interne verloftoetsingscommissie (VTC). Echter deed zich op 20 juli 2024 een ernstig incident voor, waarbij [verdachte] zijn emoties niet meer onder controle had en een medepatiënt ernstig mishandelde. Hierop is een melding bijzonder voorval gemaakt en werd [verdachte] aangemerkt als verdachte. Zijn begeleid verlofkader is hierdoor ingetrokken en de aanvraag onbegeleid verlof is niet meer naar de Adviescollege Verloftoetsing TBS gegaan. Er zijn vermoedens dat [verdachte] na het incident op 7 augustus 2024 teruggevallen is in middelengebruik. [verdachte] is naar aanleiding van het incident binnen de kliniek overgeplaatst naar een andere afdeling ( [naam afdeling 2] ) en momenteel wordt er een incidentanalyse opgesteld. Op basis hiervan zal het traject van [verdachte] verder worden vormgegeven.
Het is de verwachting dat [verdachte] altijd in enige mate afhankelijk zal zijn van professionele begeleiding, ondersteuning en externe controle. Dit komt overeen met de risicotaxaties die een hoog recidiverisico bij beëindigen van de maatregel weergeven. Na het incident van 20 juli 2024 heeft [verdachte] aangegeven naar de
longcarete willen en niet meer open te staan voor behandeling, hij geeft aan geen vertrouwen meer te hebben in een resocialisatietraject. De huidige kliniek zal de komende periode het uitstroomprofiel van [verdachte] verder concretiseren.
De kliniek adviseert de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met 2 jaar.
Deskundige [naam hoofd behandeling]heeft ter zitting onder meer verklaard:
Tot het incident ging het eigenlijk heel goed en was het wachten op een machtiging tot onbegeleid verlof. Na het incident – waar [verdachte] zelf ook erg teleurgesteld over was – hebben we besloten om een incidentanalyse op te stellen om te kunnen zien waar het is misgegaan en wat we nog kunnen bewerkstelligen. Dat zag [verdachte] weliswaar eerst niet zitten en hij gaf aan dat hij naar de
longcarewilde. Een paar weken later had hij zich bedacht en gaf hij aan dat hij toch graag verder wilde gaan met de behandeling. De incidentanalyse is nog niet helemaal afgerond. Er wordt nog gekeken naar verbetering van impulscontrole en of bepaalde medicatie daar iets in zou kunnen betekenen, maar daar moet [verdachte] wel voor open staan. Belangrijk is dat de schematherapie wordt voortgezet.
Door voormeld incident is het bestaande verlofkader ingetrokken. Dat betekent dat er nu eerst weer gestart zal moeten worden met begeleid verlof. Ik kan nog niet zeggen op welke termijn er een nieuwe verlofaanvraag zal worden ingediend. Dat is afhankelijk van de inzet van [verdachte] en die is de afgelopen periode heel wisselend geweest. Op basis van wat hij laat zien op de afdeling, bij het volgen van de blokken en de therapie, wordt er een nieuw rapport geschreven en bekeken welke stappen verantwoord en passend zijn. Spanningsopbouw van het aanstaande onbegeleid verlof is denk ik de oorzaak geweest van het incident. [verdachte] heeft geleerd dat hij zich moet terugtrekken of in gesprek moet gaan bij oplopende spanning, maar dat is toch misgegaan. We gaan daar nu meer op inzetten. Ik blijf bij het verlengingsadvies. De problematiek is nog steeds aanwezig en bij het wegvallen van externe hulp en begeleiding is het risico op recidive hoog.

4.Het standpunt van de (externe) gedragsdeskundigen

Het
rapport van psychiater [naam psychiater 2]vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer:
Er is bij [verdachte] sprake van een licht verstandelijke beperking, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, PTSS grotendeels in remissie en een stoornis in gebruik van meerdere middelen (cannabis, alcohol, cocaïne) in remissie in een gereguleerde omgeving.
Het recidiverisico wordt onder het huidige gesloten kader ingeschat als matig. Bij het plotseling wegvallen van een juridisch kader zal dit risico gradueel oplopen naar hoog, met name wanneer de externe structuur en begeleiding zouden wegvallen, [verdachte] zou stoppen met zijn antipsychotische medicatie en zou terugvallen in middelengebruik. Er is complexe en met elkaar verweven psychische problematiek. Er zijn vanaf de jeugd gedragsproblemen en er is een langdurige justitiële voorgeschiedenis met grens- en normoverschrijdend gedrag. Er is een chronisch kwetsbare (intellectuele) coping, een gebrekkig probleeminzicht en geringe draagkracht. Bij oplopende stress of spanning komt de realiteitstoetsing onder druk te staan, waarbij er sprake is van paranoïde vertekeningen en/of cognities met een verhoogd risico op agressieve impulsdoorbraken, zoals recent is gebleken, met agressie incidenten tot gevolg. Daarentegen heeft [verdachte] gedurende de tbs-behandeling wel degelijk forse stappen gemaakt in zijn ontwikkeling. Er is een geslaagde traumabehandeling en toegenomen inzicht. Hij heeft geleerd beter om te gaan met zijn kwetsbaarheden, maar blijft hierin wel kwetsbaar. Het is van belang hem perspectief te blijven bieden.
[verdachte] zal nog geruime tijd gebaat zijn bij het bieden van externe structuur en extern risicomanagement. Als gevolg van de recente agressie incidenten is de verwachting dat zijn resocialisatietraject zal worden stilgezet en vrijheden, op termijn, weer langzaam zullen worden opgebouwd. Het is van belang uitgebreid stil te staan bij de oorzaken van de agressieve impulsdoorbraken, waarbij ook de paranoïde vertekeningen en cognities de aandacht verdienen. Mogelijk kan verhoging dan wel aanpassing van gedragsregulerende (antipsychotische) medicatie hem hierbij helpen. Het bieden van perspectief in voor hem duidelijke en overzichtelijke stappen, wordt op termijn ten zeerste aangeraden.
Onderzoeker adviseert de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar. Het is niet te verwachten dat er binnen een jaar sprake is van een situatie, waarin de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd zou kunnen worden.
Het
rapport van psycholoog [naam GZ-psycholoog]vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer:
Bij [verdachte] is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, een stoornis in het gebruik van cannabis in vroege remissie en een stoornis in alcoholgebruik in langdurige remissie. Tevens is sprake van zwakbegaafdheid.
Bij gelijkblijvende omstandigheden is de kans op herhaling matig. [verdachte] heeft het afgelopen jaar (4 maanden geleden en zeer recent) fysieke agressie vertoond naar medepatiënten nadat hij zich bedreigd en uitgedaagd voelde. Wanneer [verdachte] onvoorbereid en abrupt in de vrije maatschappij komt te verblijven, zal het risico op gewelddadig gedrag op de korte termijn van 'matig' stijgen naar 'hoog' vanaf de middellange termijn (grofweg na een halfjaar). [verdachte] is niet in staat om zonder begrenzing en begeleiding probleemloos in de maatschappij te functioneren.
Voordat het geweldsincident plaatsvond was rapporteur de mening toegedaan dat wat meer voortvarendheid in de behandeling op zijn plaats zou zijn. [verdachte] kon zijn kwetsbaarheden verwoorden en was zich ook enigszins bewust van de risico's alsmede hoe deze te beperken zijn. Hij gebruikte al maandenlang geen middelen, besefte dat begeleiding nodig was en stond achter een toekomstige
plaatsing naar een RIBW. Door het recente incident en de consequenties daarvan is [verdachte] gedemoraliseerd en is motivatie voor zijn behandeling ver te zoeken. [verdachte] heeft eerder in een dergelijke situatie verkeerd, waarna hij uiteindelijk toch weer de draad van de behandeling en samenwerking wist op te
pakken. Het is te hopen dat hij dat hij dat ook nu weer voor elkaar kan krijgen. [verdachte] is kwetsbaar om in conflicten te raken, en hoewel hij geleerd heeft hoe in dergelijke situaties om te gaan (en dit ook soms in de praktijk kan brengen), lukt dit kennelijk niet altijd. Emotieregulatie en impulsbeheersing zullen voorlopig nog een centrale plaats in het risicomanagement in moeten nemen.
Het advies is de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Het is niet reëel dat binnen een jaar een voorwaardelijk einde van de verpleging aan de orde is.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Daartoe heeft zij naar voren gebracht dat er nog steeds sprake is van een stoornis en dat het recidiverisico – bij het wegvallen van de maatregel – als hoog wordt ingeschat. Hoewel [verdachte] zeker stappen heeft gemaakt, heeft het incident hem teruggeworpen in de behandeling. Dat brengt met zich mee dat het traject opnieuw moet worden doorlopen en dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege over een jaar nog niet aan de orde is.

6.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[verdachte] heeft aangevoerd dat hij al bijna tien jaar in de tbs zit en dat hij de moed begint te verliezen. Na zijn overplaatsing naar de [naam FPC 1] heeft hij – nadat hij bijna een jaar lang onbegeleid verlof heeft gehad in [naam FPC 2] – tachtig stappen terug moeten zetten en lang moeten wachten tot hij opnieuw voor onbegeleid verlof in aanmerking kwam. Hij zou – naar eigen zeggen – beter tot zijn recht komen in een FPA of FPK, omdat de setting daar gemoedelijker is en de mensen daar hetzelfde doel hebben, namelijk naar buiten kunnen.
De raadsman heeft aangevoerd dat – hoewel hij begrijpt dat het traject weer opnieuw moet worden opgestart na het incident – het van belang is dat aan [verdachte] perspectief wordt geboden. De terbeschikkingstelling zou daarom slechts met één jaar moeten worden verlengd. In dat jaar kan de voortgang worden getoetst en kan na afronding van de incidentanalyse worden bekeken wat de koers van uitstroom wordt.

7.De beoordeling

De rechtbank dient te beoordelen of de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. In dit verband overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank verenigt zich, met uitzondering voor wat betreft de termijn van verlenging, met het verlengingsadvies van de kliniek en met de daarop ter zitting gegeven toelichting van deskundige [naam hoofd behandeling] en de adviezen van de psycholoog en psychiater. Uit die adviezen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat bij [verdachte] sprake is van een combinatie van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, een licht verstandelijke beperking en een stoornis in gebruik van meerdere middelen in remissie. Het recidiverisico wordt – bij het wegvallen van het tbs-kader – ingeschat als hoog. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Over de termijn van de verlenging overweegt de rechtbank het volgende.
[verdachte] had jarenlang begeleid en daarna onbegeleid verlof in [naam FPC 2] en wachtte op een plaatsing op een FPA via transmuraal verlof. Hij werkte vier keer in de week bij een fietsenbedrijf in Rotterdam. Vanwege een terugval in cannabisgebruik kwam het echter niet van die FPA-plaatsing.
In de [naam FPC 1] moest [verdachte] opnieuw beginnen en bij aanvang al zijn vrijheden inleveren omdat het behandelteam hem – begrijpelijkerwijs – eerst moest leren kennen. [verdachte] zette zich gedurende meer dan een jaar in en ontwikkelde zich zodanig dat de kliniek onbegeleid verlof aanvroeg. Een paar dagen later voelde [verdachte] zich kennelijk zo uitgedaagd dat hij een medepatiënt sloeg wat er toe leidde dat zowel zijn begeleid verlof als de aanvraag onbegeleid verlof werden ingetrokken.
Hoewel [verdachte] na het incident gedemoraliseerd was, is het hem nu opnieuw gelukt – zoals de psycholoog al hoopte – om de knop om te zetten en weer te werken aan een toekomst.
De rechtbank ziet dat [verdachte] gedurende de langdurige tbs-behandeling forse stappen heeft gemaakt in zijn ontwikkeling. Hij heeft zijn emoties over het algemeen beter onder controle en zijn probleemoplossend vermogen en copingvaardigheden zijn toegenomen. Ook het cannabisgebruik is drastisch afgenomen. Het komend jaar zal de kliniek zijn uitstroomprofiel verder concretiseren en het resocialisatietraject wordt weer opgebouwd. De deskundigen raden het bieden van perspectief in duidelijke en overzichtelijke stappen ten zeerste aan. Juist om die reden zal de rechtbank in dit geval de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen. De rechtbank ziet daartoe in dit geval aanleiding, omdat een voortvarende voortzetting van het resocialisatietraject recht doet aan al hetgeen dankzij de inspanning van en samenwerking met behandelaars reeds is bereikt.
De rechtbank wil voorkomen dat een gevoel van ‘terug bij af zijn’, door het weer geheel moeten doorlopen van voorgeschreven routes, de resocialisatie belemmert en behaalde resultaten teniet doet. Een verlenging met slechts één jaar draagt bij aan het bieden van een voor [verdachte] concreet en overzichtelijk perspectief. [verdachte] kan in dat jaar laten zien of hij goede stappen richting in zijn resocialisatie zal kunnen zetten.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
verlengtde termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en
mr. M.B.T.G. Steeghs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Stuurman, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting van 27 november 2024.