Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 27 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een woning. [eiseres] vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van een huurachterstand van € 4.826,10, incassokosten en lopende huur. De huurachterstand was ontstaan door niet-betaling van de huur door [gedaagde] over een periode van zes maanden. [gedaagde] voerde verweer en stelde dat er geen huurovereenkomst met [eiseres] was gesloten en dat hij geen huur zou betalen zolang er geen huurovereenkomst was en gebreken aan de woning niet waren verholpen.
De kantonrechter oordeelde dat de rechten en plichten uit de huurovereenkomst op grond van artikel 7:226 BW waren overgegaan op [eiseres] na de verkoop van de woning door Stichting Sevagram Verzorgd Wonen. De kantonrechter stelde vast dat [gedaagde] tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De vorderingen van [eiseres] werden toegewezen, inclusief de huurachterstand, de lopende huur en de proceskosten. [gedaagde] werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis.
De kantonrechter benadrukte dat de stellingen van [gedaagde] over gebreken en servicekosten niet voldoende waren om de huurbetaling op te schorten. De uitspraak werd gedaan in het kader van civiel recht, waarbij de kantonrechter de belangen van beide partijen afwoog en de wettelijke bepalingen inzake huurrecht toepaste.