ECLI:NL:RBLIM:2024:8728
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting woning op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Sittard-Geleen om zijn woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had op 27 september 2024 besloten om de woning van verzoeker voor zes maanden te sluiten, na het aantreffen van harddrugs en wapens in de woning. Verzoeker betwistte de noodzaak van deze sluiting en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen tot zes weken na de beslissing op zijn bezwaarschrift.
De voorzieningenrechter heeft op 14 november 2024 de zaak behandeld en vastgesteld dat de burgemeester de sluiting van de woning niet zonder meer kan doorzetten. De voorzieningenrechter oordeelt dat het nog niet volstrekt duidelijk is of de sluiting van de woning noodzakelijk is, gezien de omstandigheden en de aard van de aangetroffen middelen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en schorst het besluit van de burgemeester tot twee weken na de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat verzoeker in zijn woning kan blijven wonen totdat er meer duidelijkheid is over de situatie. De burgemeester wordt ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten aan verzoeker.