Uitspraak
[naam onderbewindgestelde], wonend te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de mondelinge behandeling van 14 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderde de verhuurder, Woningstichting Heemwonen, in kort geding de ontruiming van een gehuurde woning op basis van ernstige overlast veroorzaakt door de huurder, [naam onderbewindgestelde]. De kantonrechter in Maastricht heeft op 28 november 2024 uitspraak gedaan. De procedure begon met een dagvaarding op 29 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 november 2024. Heemwonen stelde dat de huurder zich schuldig had gemaakt aan mishandeling van een buurman, herhaaldelijk intrappen van de voordeur van de buurman, en het veroorzaken van ernstige geluidsoverlast. De buurman had aangegeven zich niet veilig te voelen en was tijdelijk elders gaan wonen. Heemwonen had de huurder in een e-mail op 10 oktober 2024 gewaarschuwd dat de huurovereenkomst beëindigd kon worden om een kort geding te voorkomen, maar de huurder had hier niet op gereageerd.
De kantonrechter oordeelde dat Heemwonen voldoende aannemelijk had gemaakt dat de huurder ernstige overlast veroorzaakte en dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming. De kantonrechter weegt de belangen van de huurder tegen die van de verhuurder en concludeert dat de veiligheid van de omwonenden en het woongenot van andere huurders zwaarder wegen. De kantonrechter heeft de vordering van Heemwonen toegewezen en de huurder veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de huurder veroordeeld in de proceskosten van € 1.214,97. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.