ECLI:NL:RBLIM:2024:8669
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake afscherming persoonsgegevens in het kader van de AVG
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, gedateerd 27 november 2024, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeksters, die als gewaarborgde hulp en/of zorgverlener hebben gewerkt voor pgb-budgethouders, vroegen de voorzieningenrechter om een maatregel te treffen die voorkomt dat derden kennis kunnen nemen van hun persoonsgegevens die zij aan CZ Zorgkantoor hebben verstrekt. Dit verzoek was ingediend in afwachting van een besluit op bezwaar tegen de afwijzing van CZ Zorgkantoor om hun persoonsgegevens te wissen, zoals bedoeld in artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 oktober 2024 behandeld, waarbij zowel verzoeksters als vertegenwoordigers van CZ Zorgkantoor aanwezig waren. Tijdens de zitting bleek dat CZ Zorgkantoor de persoonsgegevens van verzoeksters nog nodig had voor de uitvoering van het budgetbeheer van de pgb, en dat de gegevens niet langer nodig waren voor de doeleinden waarvoor ze waren verzameld. De voorzieningenrechter concludeerde dat de overgelegde stukken onvoldoende waren om te oordelen dat de persoonsgegevens niet meer nodig waren en dat verzoeksters het recht op gegevenswissing niet bij CZ Zorgkantoor konden inroepen voor gegevens waarvoor de Sociale Verzekeringsbank (SVB) verwerkingsverantwoordelijke was. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en werd bepaald dat verzoeksters geen gelijk kregen, waardoor CZ Zorgkantoor geen griffierecht of proceskosten hoefde te vergoeden.