Uitspraak
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
hierna te noemen: de man
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: de dochter
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
3.Het geschil
€ 10.000,00;
4.De beoordeling
de helftvan de inboedelzaken krijgt.
nietis verdeeld. Uit het convenant volgt niet dat de man recht had op de helft van de inboedelzaken, dus het feit dat hij niets uit de inboedel heeft gekregen, leidt niet tot een verplichting van de vrouw om de man schadeloos te stellen. Dat er zaken aan “hem toekomen” en dat hij recht heeft op afgifte daarvan, kan niet worden vastgesteld. Daar komt nog bij dat de vordering tot betaling van vervangende schadevergoeding volstrekt niet is onderbouwd. Als het al zo zou zijn dat hij nog aanspraak zou kunnen maken op afgifte van inboedelzaken, dan is hij er op geen enkele wijze in geslaagd zelfs maar aannemelijk te maken dat de door hem geleden schade (omdat hij niets heeft gekregen) € 10.000,00 bedraagt.