Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verklaart het verzoek tot wraking voor zover het de gehele rechtbank betreft niet ontvankelijk;
- verklaart het verzoek tot wraking van de rechter niet ontvankelijk.
Rechtbank Limburg
Op 5 november 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van rechter mr. R.H.A.M. Beaumont, ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.D. Regter. Het verzoek tot wraking vond plaats tijdens de behandeling van een andere zaak op 30 oktober 2024, waarin verzoeker een verplichte zorgmachtiging aan de orde had gesteld. Verzoeker stelde dat hij de rechter bevooroordeeld vond en dat hij de hele rechtbank niet vertrouwde, wat leidde tot zijn verzoek om wraking van zowel de rechter als de gehele rechtbank.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wet geen mogelijkheid biedt voor het wraken van een rechtscollege in zijn geheel. Dit deel van het verzoek werd daarom niet ontvankelijk verklaard. Daarnaast ontbeerde het verzoek tot wraking van de rechter volgens de wrakingskamer in de kern iedere vorm van motivering, waardoor ook dit verzoek niet ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken, waarbij de wrakingskamer benadrukte dat verzoeker niet in zijn verzoeken kon worden ontvangen, zowel voor wat betreft de gehele rechtbank als de individuele rechter.