ECLI:NL:RBLIM:2024:8421

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
11225867 BM VERZ 24-235 & 11225882 MS VERZ 24-936
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag bewindvoerder en afwijzing opheffing mentorschap in curatelezaak

In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, is op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een zaak betreffende curatele, bewind en mentorschap. Het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder, Mozaïek Bewindvoeringen B.V., is toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat de bewindvoerder in strijd heeft gehandeld met de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. De bewindvoerder heeft niet voldaan aan de verplichting om de betrokkene maandelijks inzicht te geven in haar financiën en was feitelijk onbereikbaar voor haar. Dit heeft geleid tot negatieve emoties bij de betrokkene, die zich niet gehoord voelde en geen vertrouwen meer had in de huidige bewindvoerder.

De kantonrechter heeft ook het verzoek tot opheffing van het mentorschap afgewezen. De betrokkene heeft onvoldoende onderbouwd dat zij in staat is haar niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. De kantonrechter oordeelt dat de redenen voor het instellen van het mentorschap nog steeds aanwezig zijn, ondanks de wens van de betrokkene om zonder inmenging van een mentor te leven. De kantonrechter heeft de opvolgend bewindvoerder en mentor benoemd, Buro Budget Begeleiding B.V., met ingang van 16 november 2024.

De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. G.M. Drenth, in aanwezigheid van de griffier, G.C.L. van den Bosch. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Team Toezicht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummers: 11225867 BM VERZ 24-235 en 11225882 MS VERZ 24-936
BM-nummer: 16025
MB-nummer: 41278
Uitspraakdatum: 30 oktober 2024

Beschikking wijziging bewindvoerder en mentor

naar aanleiding van het verzoek van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1943,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna: de betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, ontvangen op 23 juli 2024,
- de reactie van de huidige bewindvoerder en mentor, ontvangen op 14 augustus 2024,
- de brief van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder en mentor, ontvangen op 4 september 2024,
- de bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder en mentor.
De kantonrechter heeft de rechthebbende, in tegenwoordigheid van de griffier, op 23 oktober 2024 bezocht op haar woonadres. Op deze mondelinge behandeling zijn naast de betrokkene ook verschenen:
  • de heer [naam 1] namens de huidige bewindvoerder en mentor,
  • mevrouw [naam 2] namens de voorgestelde opvolgend bewindvoerder en mentor.
De uitspraak is daarna bepaald op vandaag.

verzoek

Bij beschikking van 15 maart 2016 zijn met ingang van 16 april 2016 wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand onder bewind gesteld de goederen die (zullen) toebehoren aan de betrokkene. Sinds 1 juli 2018 is Mozaïek Bewindvoeringen B.V. bewindvoerder.
Bij beschikking van 21 februari 2022 is met ingang van 1 maart 2022 een mentorschap ten behoeve van de betrokkene ingesteld. Mozaïek Bewindvoeringen B.V. is bij deze beschikking tot mentor benoemd.
Het verzoekschrift strekt tot ontslag van de bewindvoerder en mentor en gelijktijdige benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder en mentor. Ter mondelinge behandeling heeft de betrokkene haar verzoek gewijzigd en verzocht om opheffing van het mentorschap in plaats van wijziging van de mentor.

beoordeling

De betrokkene heeft ter onderbouwing van haar verzoek samengevat aangevoerd dat zij zich niet gehoord voelt door de huidige bewindvoerder en mentor. Er kan geen direct telefonisch contact gelegd worden met de heer [naam 1] en de betrokkene heeft geen inzicht in haar bankafschriften. Het mentorschap heeft de betrokkene niet nodig, dat is haar aangepraat. De betrokkene heeft geen vertrouwen meer in de huidige bewindvoerder en mentor en wil haar eigen leven leiden.
De bewindvoerder en mentor is het niet eens met het verzoek. De betrokkene wordt wel degelijk gehoord. Er kan contact worden opgenomen met het kantoor waarna de heer [naam 1] wordt geïnformeerd en nadere actie uitzet. Directe telefoonnummers van medewerkers worden niet verstrekt. De betrokkene kan haar bankafschriften inzien via het softwarepakket Onview. Ook is er gepoogd om de betrokkene samen met een medewerkster van Proteion naar de financiën te laten kijken. Dit is helaas gestopt nadat de betreffende medewerkster ander werk is gaan doen. Papieren bankafschriften zijn door de bewindvoerder tot op heden nog niet naar de betrokkene verstuurd, maar dat zal wel worden geregeld. De bewindvoerder en mentor acht de noodzaak voor het mentorschap nog steeds aanwezig. Sinds de instelling van het mentorschap zijn vele zorgverlenende instanties/personen betrokken geweest. De betrokkene is echter zorg afhoudend. Begeleiding/behandeling vanuit Vincent van Gogh is als gevolg daarvan gestopt en ook de huidige dagelijkse hulpverlening wordt nog maar gedeeltelijk binnengelaten door de betrokkene. Een overstap naar een andere bewindvoerder en mentor, die niet veel anders kan doen, is niet in het belang van de betrokkene.
Ontslag bewindvoerder/mentor
De kantonrechter overweegt dat op grond van de wet een bewindvoerder en/of mentor kan worden ontslagen als hij of zij daar zelf om vraagt, niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder en/of mentor te kunnen worden of wegens gewichtige redenen. Beoordeeld moet worden of er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de huidige bewindvoerder en mentor. Die redenen zijn er volgens de kantonrechter. In de Nota van Toelichting bij artikel 5 van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (hierna: het Besluit) staat het volgende (hierbij merkt de kantonrechter op dat in plaats van ‘curator’ bewindvoerder en mentor moet worden gelezen en in plaats van ‘onder curatele gestelde’ onder bewind en mentorschap gestelde, en dat zij de meest relevante passages heeft onderstreept):
“Het vierde lid bepaalt dat de curator in het document, bedoeld in het eerste lid[lees: plan van aanpak]
, vermeldt wie voor de onder curatele gestelde als contactpersoon fungeert en wie diens vervanger is. Indien de contactpersoon wijzigt, stelt de curator de onder curatele gestelde daarvan onverwijld schriftelijk op de hoogte. Op deze wijze weet de betrokkene steeds bij wie hij met zijn vragen terecht kan enwordt de curator gedwongen zijn bedrijfsproces zo in te richten dat iedere onder curatele gestelde één vast aanspreekpunt heeft. Daarmee wordt, indien een rechtspersoon tot curator is benoemd, de continuïteit van het menselijke aspect,in de vorm van de betrokkenheid door één vaste persoon, gewaarborgd.”
De bewindvoerder/mentor heeft niet betwist dat hij de contactpersoon is voor de betrokkene en dat hij feitelijk onbereikbaar is voor haar. Hij heeft immers verklaard dat het bij hen zo geregeld is dat er naar kantoor wordt gebeld en dat hij wordt gebeld als er iets aan de hand is. Aldus wordt in strijd met de kwaliteitseisen gehandeld en dit heeft bij de betrokkene zichtbaar geleid tot negatieve emoties.
Hierbij komt dat de betrokkene voorheen inzage had in haar financiën via Onview, maar alleen omdat zij hierbij hulp had. Het is de bewindvoerder en mentor bekend dat die hulp er sinds ongeveer twee maanden niet meer is en dat betrokkene zelfstandig niet in staat is toegang te krijgen tot Onview (want ze heeft geen internet). Desondanks heeft de bewindvoerder en mentor geen alternatief geboden. Kortom: de bewindvoerder voldoet niet aan de verplichting om ten minste maandelijks een overzicht van de mutaties op de rekening te verschaffen (artikel 5 lid 5 jo. lid 6 van het Besluit).
Dit alles vormt een gewichtige reden voor het ontslag van de bewindvoerder en mentor. De kantonrechter is niet gebleken van bezwaren tegen benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder en mentor. Het ontslagverzoek zal daarom worden toegewezen.
De kantonrechter zal voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording de beloning vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder en mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen bewindvoerder en mentor vaststellen overeenkomstig de in artikel 5 juncto artikel 2 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning voor aanvangswerkzaamheden nu de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind geen budgetbeheer heeft gevoerd.
Opheffing mentorschap
Op grond van de wet kan de kantonrechter een mentorschap opheffen als die maatregel niet langer nodig is of als voortzetting daarvan niet zinvol is gebleken. De kantonrechter overweegt dat het mentorschap destijds is ingesteld omdat voldoende aannemelijk was dat de betrokkene als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat was ten volle haar niet-vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Gelet op de stukken en het ter mondelinge behandeling door de betrokkene en de mentor verklaarde, acht de kantonrechter die grond nog steeds aanwezig. De kantonrechter is van oordeel dat door de betrokkene onvoldoende is onderbouwd dat zij nu wél in staat is om haar niet-financiële belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de wens van de betrokkene om haar eigen leven te leiden zonder inmenging van een mentor, vormt dit onvoldoende reden voor opheffing van het mentorschap. Het opheffingsverzoek zal daarom worden afgewezen.

beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat Mozaïek Bewindvoeringen B.V. met ingang van 16 november 2024 als bewindvoerder en mentor,
- benoemt met ingang van 16 november 2024 tot opvolgend bewindvoerder en mentor: Buro Budget Begeleiding B.V.,
correspondentieadres: 5921 VJ Venlo, Ruijsstraat 59,
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ingangsdatum van zijn ontslag, de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de opvolgend bewindvoerder en een – zo mogelijk door de opvolgend bewindvoerder voor akkoord ondertekend – exemplaar daarvan aan het team Toezicht overlegt,
- stelt de beloning voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording vast overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen vier maanden na de ingangsdatum van zijn benoeming een afschrift van de beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen aan het team Toezicht overlegt en – voor zover dit nog niet is overgelegd – een (aanvullend) plan van aanpak,
- stelt de jaarbeloning van de opvolgend bewindvoerder en mentor vast overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de opvolgend bewindvoerder en mentor vast overeenkomstig de in artikel 5 juncto artikel 2 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, G.C.L. van den Bosch. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan – door tussenkomst van een advocaat – hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch, door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden vanaf de uitspraakdatum en door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.