ECLI:NL:RBLIM:2024:834

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10528134 \ CV EXPL 23-2224
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag in het kader van consumentenkoop met betrekking tot goederen van Zalando

In deze zaak vordert de vennootschap naar buitenlands recht Alektum Capital AG, gevestigd te Zug, Zwitserland, betaling van een bedrag van € 166,04 van de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op onbetaald gelaten facturen van koopovereenkomsten die de gedaagde heeft gesloten met Zalando, waarbij de vordering op de gedaagde is overgedragen aan Zalando Payments GmbH en vervolgens aan Alektum. De gedaagde heeft verweer gevoerd, stellende dat zij door persoonlijke problemen en een verkeerd emailadres geen kennis heeft genomen van de facturen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomst. De kantonrechter heeft de vordering van Alektum, voor zover deze niet is voldaan, toewijsbaar geacht. De gedaagde heeft geen conclusie van dupliek genomen en haar verweer niet verder onderbouwd. De kantonrechter heeft de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 131,09, na verrekening van eerdere betalingen. De proceskosten zijn aan de zijde van Alektum begroot op € 169,00, en de gedaagde is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in deze kosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10528134 \ CV EXPL 23-2224
Vonnis van de kantonrechter van 21 februari 2024
in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL AG,
gevestigd te Zug, Zwitserland,
eisende partij,
gemachtigde Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna Alektum en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
Hoewel daartoe bij brief van de griffier van 16 augustus 2023 in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] geen conclusie van dupliek genomen
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Alektum vordert bij dagvaarding - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 166,04, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Alektum legt aan haar vordering, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag. Tussen Zalando (= de webwinkel) en [gedaagde] zijn koopovereenkomsten tot stand gekomen, waarbij [gedaagde] voor een totaalbedrag van € 124,85 goederen van Zalando heeft gekocht en geleverd gekregen. De webwinkel heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Zalando Payments GmbH. Zalando Payments GmbH heeft de vordering vervolgens verkocht aan Alektum. Alektum vordert nakoming van de koopovereenkomsten. Doordat [gedaagde] de facturen onbetaald heeft gelaten, maakt Alektum aanspraak op € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 1,19 aan wettelijke rente, berekend tot datum van dagvaarding (= 2 mei 2023).
2.2.
[gedaagde] voert het volgende verweer.
Door persoonlijke problemen heeft zij niet meer naar de rekeningen gekeken. Daarnaast was bij Zalando een verkeerd emailadres bekend, waardoor zij geen mails heeft ontvangen. Ter voorkoming van extra kosten heeft zij € 124,00 aan Zalando betaald en aan de deurwaarder € 188,00.
2.3.
Alektum heeft bij repliek haar vordering nader uitgewerkt en het verweer van [gedaagde] als volgt besproken.
[gedaagde] heeft na ontvangst van de dagvaarding op 16 mei 2023 per mail contact opgenomen met de gemachtigde van Alektum voor een betalingsregeling. Aangezien [gedaagde] al 2 betalingsregelingen bij de gemachtigde had lopen, heeft de gemachtigde per mail geantwoord dat, indien [gedaagde] de terechtzitting van 31 mei 2023 wilde voorkomen, zij uiterlijk twéé werkdagen vóór de zitting een bedrag van € 313,63 diende te betalen.
Op 30 mei 2023 heeft [gedaagde] de drie openstaande facturen aan Zalando betaald en op 31 mei 2023 het resterende bedrag van € 188,03 aan de gemachtigde van Alektum. Alektum vermindert haar vordering dan ook met deze bedragen.
Aangezien de zitting is doorgegaan handhaaft Alektum haar vordering voor het overige. Volgens haar resteert er thans nog een bedrag van € 131,09.

3.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.1.
De kantonrechter stelt vast dat Alektum in Zwitserland gevestigd is, zodat zij moet vaststellen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht op dit geschil van toepassing is.
3.2.
Allereerst moet de kantonrechter beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het op de onderhavige vordering van toepassing zijnde EVEX II-Verdrag1. Nu [gedaagde] woonachtig is in Nederland, is de Nederlandse rechter op grond van artikel 2 lid 1 EVEX II-Verdrag bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
3.3.
Verder is van belang welke recht op de overeenkomst van toepassing is. Alektum heeft gesteld dat zij middels cessie heeft overgedragen gekregen de openstaande vordering uit hoofde van tussen Zalando en [gedaagde] gesloten consumentenovereenkomsten. De kantonrechter is van oordeel dat – voor zover de gecedeerde vordering al een internationaal karakter heeft – deze vordering naar Nederlands recht moet worden beoordeeld. Op grond van artikel 14 lid 2 van de in deze zaak (eventueel) toepasselijke Rome I-Verordening2 wordt de betrekking tussen Alektum als cessionaris en [gedaagde] als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. [gedaagde] heeft als consument gehandeld, zodat de overeenkomst gelet op artikel 6 lid 1 Rome I-Verordening wordt beheerst door Nederlands recht.
3.4.
Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter toe aan een inhoudelijke beoordeling van het onderhavige geschil naar Nederlands recht.
Ambtshalve toetsen
3.5.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn. Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
3.6.
De kantonrechter stelt vast dat in deze zaak geen sprake is van schending van de (pre)contractuele plichten als bedoeld in artikel 6:230m BW en 6:230v BW.
Inhoudelijke beoordeling
3.7.
[gedaagde] heeft geen conclusie van dupliek genomen en daarmee haar verweer niet nader onderbouwd. Dit had wel op haar weg gelegen, gelet op de repliek van Alektum.
3.8.
Alektum heeft haar vordering betreffende de hoofdsom voldoende onderbouwd en [gedaagde] heeft deze ook niet (langer) weersproken, zodat deze voor toewijzing in aanmerking komt.
Wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten
3.9.
De wettelijke rente - waaronder een bedrag van € 1,19 aan wettelijke rente berekend tot 2 mei 2023 - over het ten tijde van de dagvaarding openstaande bedrag wordt ook toegewezen, omdat Alektum genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en deze ook niet door [gedaagde] wordt weersproken. Dit geldt ook voor de gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 2 mei 2023 tot 30 mei 2023 (= datum van betaling hoofdsom).
3.10.
Alektum maakt tevens aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
De hoogte van het gevorderde bedrag is in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Ook deze vordering is toewijsbaar aangezien de gemachtigde van Alektum de veertiendagenbrief aan [gedaagde] verzonden heeft en [gedaagde] de ontvangst daarvan niet heeft betwist.
Conclusie
3.11.
Door de betaling van in totaal € 312,88 heeft [gedaagde] de hoofdsom, de vervallen rente en de buitengerechtelijke incassokosten volledig voldaan. Het restantbedrag ad € 146,84 zal in mindering strekken op de door [gedaagde] verschuldigde proceskosten.
Proceskosten
3.12.
Aangezien [gedaagde] de vordering eerst ná de eerste rolzitting heeft betaald, zal zij als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Alektum worden begroot op:
  • dagvaarding € 107,84
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde € 80,00 (2 x tarief € 40,00)
  • betaling
totaal € 169,00
3.13.
Aangezien Alektum haar vordering inclusief de proceskosten heeft gematigd tot
€ 131,09 zal dit bedrag worden toegewezen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Alektum tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 131,09,
4.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC