ECLI:NL:RBLIM:2024:8327
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening op verzoek om schorsing van voorlopige hechtenis en sluiting van woning op grond van de Opiumwet
Op 14 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die in voorlopige hechtenis verkeert. Het verzoek was gericht tegen een besluit van de burgemeester van Maastricht, dat op 4 november 2024 was genomen op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester had een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij de verzoeker verplicht werd zijn woning voor drie maanden te sluiten vanwege de vondst van aanzienlijke hoeveelheden drugs, waaronder 70 gram cocaïne, 13 gram heroïne, 992 gram hennep en 9659 gram amfetamine. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, maar dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was gezien de ernst van de overtredingen en de risico's die verbonden waren aan de drugshandel vanuit de woning. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat. De verzoeker had geen redelijke kans van slagen met zijn bezwaar, en het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.