Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- € 5.000,00 bruto aan achterstallig loon over de maanden juli en augustus 2023, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en het geheel (de optelsom) nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
- € 1.554,55 bruto aan vakantiebijslag over de periode 9 januari 2023 tot 1 september 2023, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en het geheel (de optelsom) nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
- € 1.272,24 bruto aan vergoeding opgebouwde doch niet genoten vakantiedagen, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en het geheel (de optelsom) nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
- € 2.706,33 gelijk aan de werkgeversbijdrage van de CAO Sport pensioenregeling bij het PFZW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
- € 919,47 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten,