ECLI:NL:RBLIM:2024:8284

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
11072158 \ CV EXPL 24-2116
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en aansprakelijkheidstelling in het kader van een bijzondere overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 13 november 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Jouw Advocaten B.V. en twee gedaagden, die gezamenlijk een maatschap vormen. Jouw Advocaten vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 13.053,38, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagden voerden verweer en stelden in reconventie dat Jouw Advocaten aansprakelijk was voor schade die zij hadden geleden door een vermeende beroepsfout van hun advocaat. De procedure begon met een dagvaarding op 29 februari 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 september 2024. De gedaagden, die een maatschap vormen, hebben in het verleden een geschil gehad met een derde vennoot, wat leidde tot een arbitrageprocedure en een kort geding. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden niet hadden aangetoond dat Jouw Advocaten een beroepsfout had gemaakt en dat zij niet in een betere positie zouden zijn geweest zonder de vermeende tekortkomingen. De vordering in conventie werd toegewezen, terwijl de vorderingen in reconventie werden afgewezen. De gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11072158 \ CV EXPL 24-2116
Vonnis van 13 november 2024
in de zaak van
JOUW ADVOCATEN B.V.,
te Maastricht,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Jouw Advocaten,
gemachtigde: mr. D.G. Rosenquist-Mulders,
tegen
1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , NAMENS ZICHZELF (IN PRIVÉ) EN MEDE HANDELEND ALS MAAT VAN DE [naam maatschap],
te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , NAMENS ZICHZELF (IN PRIVÉ) EN MEDE HANDELEND ALS MAAT VAN DE [naam maatschap],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ,
gemachtigde: thans (vanaf 25 september 2024) mr. A. Kara (daarvoor: mr. G.A.M.F. Spera.)

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 februari 2024 met 7 producties
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met 19 producties
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 8 t/m 18
- het bericht van 20 september 2024 met productie(s) 20 t/m 27 van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
- de mondelinge behandeling van 30 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en door Jouw Advocaten spreekaantekeningen zijn voorgedragen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De [naam maatschap] is een maatschap met thans nog twee vennoten, gedaagden 1 en 2, (hierna apart te noemen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , gezamenlijk te noemen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] zijn zus en broer. De maatschap is opgericht in 1974, en heeft lange tijd bestaan uit drie vennoten. Er is een schriftelijke maatschapsovereenkomst opgesteld in 1996. De derde vennoot, [naam vennoot] , overleden in november 2023, was ook een broer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] hebben nog een zus, [naam zus] . Zij is nooit vennoot geweest van de maatschap.
2.2.
[naam vennoot] heeft in België op 3 april 2018 een civiele procedure aanhangig gemaakt tegen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] . Bij vonnis van 24 mei 2019 heeft de Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Tongeren voor recht verklaard dat partijen een geldig arbitragebeding waren overeengekomen in de maatschapsovereenkomst en dat zij daarom geen rechtsmacht heeft om kennis te nemen van de grond van de zaak. Het daartegen door [naam vennoot] ingestelde hoger beroep is bij arrest van het Hof van Beroep Antwerpen van 17 juni 2021 ongegrond verklaard.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] hebben op 31 augustus 2020 de maatschap met [naam vennoot] opgezegd en een beroep gedaan op het voortzettingsbeding in de maatschapsovereenkomst van 1996. Zij werden in die periode bijgestaan door een andere advocaat.
2.4.
In juni 2021 heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan Jouw Advocaten opdracht gegeven om haar juridisch bij te staan. De Rechtsbijstandsovereenkomst is door partijen ondertekend op 17 juni 2021.
2.5.
[naam advocaat] van Jouw Advocaten heeft in het kader van deze rechtsbijstandsovereenkomst juridische werkzaamheden verricht. Hij heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder andere als advocaat bijgestaan in de volgende juridische procedure tegen [naam vennoot] :
2.5.1.
Een verzoekschriftprocedure tot benoeming van arbiters om te beslissen over (onder meer) de vraag of de maatschap was beëindigd en wie die zou mogen voortzetten en de benoeming van een deskundige om de waarde van de maatschap vast te stellen. Deze procedure is ingeleid met een verzoekschrift d.d. 31 augustus 2021 en op 21 december 2021 ter terechtzitting behandeld en vervolgens verwezen voor mediation, die zonder succes is beëindigd, waarna op 7 juni 2022 weer een zitting heeft plaatsgevonden. Op 6 september 2022 heeft de rechtbank een deskundige benoemd om de waarde van de maatschap en het buitenmaatschappelijk vermogen vast te stellen.
2.5.2.
Een arbitrageprocedure, waarvoor de memorie van eis op 9 november 2022 is ingediend. In deze procedure is op 5 juli 2023 door de arbiters geoordeeld dat de maatschap ten opzichte van [naam vennoot] is geëindigd op 28 februari 2021 en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] de maatschap mogen voortzetten. Aan de door de rechtbank benoemde deskundige is de vraag voorgelegd o.a.. om vast te stellen waartoe iedere vennoot in de maatschap gerechtigd is.
2.5.3.
Een kort geding tegen [naam vennoot] , aanhangig gemaakt met een dagvaarding d.d. 30 juni 2022 waarin [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder andere vorderde om de maatschap te mogen voortzetten totdat in de arbitrageprocedure was beslist, om [naam vennoot] te veroordelen het terrein van de maatschap te verlaten en om een gebieds- en contactverbod aan [naam vennoot] op te leggen.
Het kort geding is behandeld op de zitting van 18 augustus 2022. Daar heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met [naam vennoot] een minnelijke regeling getroffen, die is vastgelegd in een proces-verbaal (hierna: de minnelijke regeling). [naam zus] heeft deze regeling mede ondertekend, omdat zij in de afspraken van deze regeling ook betrokken was. De tekst van deze minnelijke regeling luidt:
1. [naam vennoot] trekt zich voorlopig met onmiddellijke ingang terug uit de [naam maatschap] , in die zin dat hij als maat namens de [naam maatschap] geen rechtshandelingen of feitelijke handelingen zal verrichten, totdat het arbitrale vonnis zal zijn gewezen, onder de navolgende voorwaarden:
[naam vennoot] zal circa negen hectaren landbouwgrond van de [naam maatschap] in gebruik krijgen, te weten de gronden aangeduid in productie 8 bij dagvaarding laatste pagina (taxatieblad) onder de nummer 5 tot en met 10, alsmede vanaf 15 september 2022 gebruik maken van de schuur met bos te [plaats 3] , die alsdan vrij toegankelijk zal zijn voor [naam vennoot] ;
[naam vennoot] zal van de [naam maatschap] te leen krijgen: een deugdelijke tractor (met nummer 675) en andere gereedschappen, te weten een Niemeyer ploeg, een Becker vaste tand, een Roterkopeg, een spuit, een grasmaaier, een Vicon-kunstmeststrooier en een watervat van 1000 liter. [naam vennoot] zal als goed huisvader waken over de hem ter beschikking gestelde materialen. Partijen zullen bij het afleveren aan [naam vennoot] en retourneren aan de [naam maatschap] foto’s maken van de staat van de materialen;
de opbrengsten van de onder (a) genoemde landbouwgrond komen ten goede aan de [naam maatschap] en de (redelijke en gebruikelijke) kosten van de onder (a) genoemde landbouwgrond komen ten laste van de [naam maatschap] . Het positieve of negatieve resultaat komt aan partijen voor 1/3e deel toe of zullen voor 1/3e deel door partijen worden gedragen. [naam vennoot] zal eventueel te maken kosten voorschieten en declareren bij de [naam maatschap] ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] ). Het kan voorkomen dat goederen die [naam vennoot] nodig heeft voor het bewerken van de onder (a) genoemde landbouwgrond (onverplicht) door de [naam maatschap] worden aangekocht en aldaar worden geleverd. Voor de levende have geldt hetzelfde en partijen zullen als goed huisvaders voor de levende have zorgen. Partijen zullen over al het voorgaande in redelijkheid tijdig en helder met elkaar communiceren;
[naam vennoot] zal binnen veertien dagen na heden, althans zo snel als mogelijk, als voorschot op zijn aandeel in de [naam maatschap] en het buitenvennootschappelijk vermogen een bedrag van € 750.000,00 ontvangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , door middel van overboeking op het bankrekeningnummer van [naam vennoot] , welk bankrekeningnummer ommegaand door mr. Stassen aan [naam advocaat] zal worden doorgegeven;
[naam vennoot] zal het pand en de bijbehorende percelen aan de [adres] te [plaats 1] verlaten met al het zijne binnen drie maanden nadat het voorschot als genoemd onder (1d) aan hem is voldaan en, behoudens onderling overleg, daar niet terugkeren;
2. De Nederlandse rechter, in het bijzonder de Rechtbank Limburg locatie Maastricht, is bevoegd om geschillen ter zake het Belgisch en Luxemburgs vermogen te beoordelen; Partijen spreken af dat op die geschillen het Nederlands recht van toepassing is;
3. De woning te [plaats 2] (België) en de schuur ( [plaats 3] ) zullen bij wijze van bindend advies worden getaxeerd in onderhandse en leegstaande toestand in het economisch verkeer. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] zullen binnen één maand na heden drie taxateurs voordragen, zowel voor de woning als voor de schuur, waaruit [naam vennoot] binnen twee weken daarna een taxateur voor België en een voor Nederland zal kiezen. [naam vennoot] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] zijn ieder voor 1/3e deel gerechtigd in de eigendom van de woning te [plaats 2] . [naam vennoot] en [naam zus] zijn ieder voor 1/10e deel gerechtigd in de eigendom van de schuur, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] voor 8/10e deel daarin gerechtigd is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] zullen de kosten van de taxatie van de woning te [plaats 2] voor hun rekening nemen, [naam vennoot] en [naam zus] zullen de kosten van de taxatie van de schuur in [plaats 3] voor hun rekening nemen. Na taxatie van beide onroerende zaken zal de woning te [plaats 2] worden toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en zal de schuur te [plaats 3] aan [naam vennoot] worden toebedeeld, een en ander onder verrekening van de over- dan wel onderbedeling. Bij de schuur in [plaats 3] behoort ook het bij partijen genoegzaam bekende bos, circa 3200 m2 groot, welk perceel deel uitmaakt van de aanhangige civiel procedure tussen partijen aangaande de nalatenschap. Nadat de hiervoor genoemde afspraken zijn uitgevoerd, zullen partijen en [naam zus] die procedure, onder compensatie van kosten, doorhalen;
4. Partijen verzoeken de procedure door te halen onder compensatie van kosten.
2.6.
In opdracht van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft Jouw Advocaten op 8 december 2022 deze minnelijke regeling buitengerechtelijk ontbonden. Over de vraag of die buitengerechtelijke ontbinding effect heeft gesorteerd loopt op dit moment nog een procedure bij deze rechtbank. In deze procedure wordt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] thans bijgestaan door een andere advocaat.
2.7.
Jouw Advocaten heeft voor de door haar verrichte werkzaamheden facturen verstuurd, waarvan de volgende twee facturen, ondanks diverse sommaties, onbetaald zijn gelaten:
Factuurnummer Factuurdatum Vervaldatum Bedrag
783230383 31-05-2023 14-06-2023 € 8.784,24
783230468 30-06-2023 14-07-2023
€ 4.269,14
Totaal: € 13.053,38 inclusief btw
2.8.
Vanwege het uitblijven van betaling en een ontstane vertrouwensbreuk, heeft [naam advocaat] van Jouw Advocaten op 13 juli 2023 de werkzaamheden voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] neergelegd en het dossier overgedragen aan een opvolgend advocaat.
2.9.
Op 20 juni 2024 heeft de toenmalige advocaat van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan Jouw Advocaten een aansprakelijkheidstelling gestuurd, waarin Jouw Advocaten aansprakelijk is gesteld voor alle geleden en nog te lijden schade betreffende de getroffen minnelijke regeling d.d. 18 augustus 2022.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Jouw Advocaten vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot betaling van € 13.053,38, vermeerderd met rente en (buitengerechtelijke) kosten.
3.2.
Jouw Advocaten heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gehouden is om de facturen voor de door haar verrichte dienstverlening te voldoen.
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voert verweer. Zij voert aan dat zij het door haar te betalen bedrag mag verrekenen met haar vordering op Jouw Advocaten, die zij in reconventie heeft ingesteld.
in reconventie
3.4.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert - samengevat - een verklaring voor recht dat Jouw Advocaten niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht en aansprakelijk is voor de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, maar in ieder geval voor een bedrag van € 750.000,00. Zij heeft gevorderd om Jouw Advocaten tot betaling van dat bedrag te veroordelen en de zaak voor het overige te verwijzen naar de schadestaatprocedure.
3.5.
Jouw Advocaten voert verweer. Jouw Advocaten concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft zeer veel stellingen in het geweer gebracht tegen de vordering in conventie en ter onderbouwing van de vordering in reconventie, en wel op een manier dat niet altijd duidelijk is welk rechtgevolg zij aan die stellingen beoogd te verbinden. Zij heeft echter niet betwist dat er tussen haar en Jouw Advocaten een overeenkomst van opdracht was gesloten en dat [naam advocaat] de werkzaamheden zoals gespecificeerd middels de facturen heeft verricht. Dat zij ontevreden is over de resultaten van die werkzaamheden, moge duidelijk zijn, maar dat ontslaat haar op zichzelf niet van haar betalingsverplichting. Zij heeft immers de overeenkomst niet (partieel) ontbonden. Dat betekent dat de vordering in conventie voor toewijzing gereed ligt, tenzij het beroep op verrekening met het gevorderde in reconventie slaagt. Om die reden zal de vordering in reconventie eerst worden beoordeeld.
In reconventie
4.2.
De vordering in reconventie is gegrond op de stelling dat ( [naam advocaat] van) Jouw Advocaten een beroepsfout heeft gemaakt, waardoor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] schade heeft geleden. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de vordering moet worden afgewezen, om twee redenen. In de eerste plaats kan niet geoordeeld worden dat door [naam advocaat] een beroepsfout is gemaakt, in de tweede plaats heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onvoldoende gesteld dat, zelfs als er wel een beroepsfout zou zijn gemaakt, zij daardoor schade heeft geleden. In het onderstaande wordt dit uitgelegd.
Het toetsingskader
4.3.
Als uitgangspunt bij de beoordeling van de vraag of Jouw Advocaten een beroepsfout heeft gemaakt, geldt dat een advocaat als beroepsbeoefenaar de zorgvuldigheid dient te betrachten die in de gegeven omstandigheden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgvuldigheidsplicht brengt onder meer mee dat een advocaat die een cliënt adviseert in het kader van een door een cliënt te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen. Het antwoord op de vraag of en in welke mate een advocaat de cliënt daarbij behoort te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald risico, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In dat kader kan onder meer betekenis toekomen aan de ernst en omvang van het desbetreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit zich zal realiseren en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dat risico bewust te zijn. Indien een advocaat een beroepsfout heeft gemaakt, is hij alleen schadeplichtig als causaal verband bestaat tussen die fout en de gestelde schade. De opdrachtgever dient in dit verband te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat zij in de hypothetische situatie dat de (door haar gestelde) beroepsfout niet was gemaakt, (financieel) in een betere positie zou hebben verkeerd dan in de feitelijke situatie waarin de beroepsfout wel is gemaakt.
4.4.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft ter onderbouwing van de door haar gestelde beroepsfout onder meer en als voornaamste verwijt aangevoerd dat [naam advocaat] haar niet correct heeft geadviseerd over en onder druk heeft gezet om akkoord te gaan met de minnelijke regeling van 18 augustus 2022, hiervoor geciteerd onder 2.5.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is niet altijd en overal even duidelijk in wat zij precies aan [naam advocaat] verwijt. Onder het kopje “feiten” poneert zij verwijten, onder de eis in reconventie voert zij verweer tegen de vordering in conventie en bij de omschrijving van de gevolgen van de vermeende beroepsfouten voert zij weer nieuwe verwijten op. Daarom zal in het onderstaande zoveel mogelijk de volgorde van de conclusie van eis in reconventie worden gevolgd en per verwijt worden beoordeeld of er inderdaad een beroepsfout is gemaakt.
4.5.
Verwijt I: Niet de kern van het kort geding
Stellingen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.5.1.
voert aan dat de minnelijke regeling is getroffen omtrent onderwerpen waarover partijen al jaar en dag een geschil hebben. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] was dan ook niet voldoende voorbereid om op enkele minuten een regeling hieromtrent te treffen op de gang. De kern van het kort geding zag op het verwijderen van [naam vennoot] van het terrein van de maatschap, voor de duur van de voorlopige voorziening. Het geschil over de buitenlandse gelden (de kantonrechter begrijpt: de afspraak onder nr. 2 van de minnelijke regeling) was niet de kern van de kort geding procedure. Ook zag de uiteindelijk getroffen regeling, waar [naam vennoot] binnen drie maanden het terrein van de maatschap zou verlaten, niet op de kern van het kort geding.
Verweer Jouw Advocaten
4.5.2.
Jouw Advocaten heeft erkend dat vanaf het verstrekken van de opdracht gesproken is over het aanhangig maken van een kort geding tegen [naam vennoot] om hem de toegang tot (de woning op) het terrein van de maatschap te ontzeggen. Dit blijkt ook uit het eerste advies van [naam advocaat] aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van 17 juni 2021 [1] . Even daarna was de situatie rustig geworden en is in overleg besloten vooralsnog geen kort geding te starten. Dit staat ook in het advies van 7 juli 2021 [2] . In december 2021 is wederom de vraag opgekomen of een kort geding moest worden opgestart. [naam advocaat] heeft daarover op 17 december 2021 een advies uitgebracht over de goede en kwade kansen, die daarin door hem op 50/50 worden geschat. Op 21 december 2021 heeft [naam advocaat] nog een brief aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geschreven, dit naar aanleiding van de zitting op dezelfde dag, waar partijen hadden ingestemd met mediation. Aan het eind van deze brief staat dat het kort geding voorlopig wordt geparkeerd, gelet op de op die dag gemaakte afspraken. [3] De kort geding dagvaarding is enkele maanden later, op 30 juni 2022 alsnog uitgebracht.
4.5.3.
Jouw Advocaten betwist dat met de minnelijke regeling het doel van het kort geding is miskend. Immers werd in de minnelijke regeling overeengekomen dat [naam vennoot] zich direct uit de maatschap zou terugtrekken en namens de maatschap geen handelingen meer zou verrichten. Ook werd overeengekomen dat [naam vennoot] het terrein van de maatschap zou verlaten. Dat daar voorwaarden tegenover zouden staan van [naam vennoot] , was in het kader van een regeling te verwachten. Jouw Advocaten heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hierover ook zowel voorafgaand aan de zitting, tijdens de zitting (in de schorsingen) en na afloop van de zitting over geïnformeerd. Jouw Advocaten bestrijdt dat de voorwaarden verbonden aan voornoemde resultaten dusdanig waren dat daarmee het doel van het kort geding miskend zou zijn. Over onderwerpen als de termijn van drie maanden en de hoogte van het voorschot is volgens Jouw Advocaten door partijen ook nauwelijks gediscussieerd, omdat eenieder daar de redelijkheid van inzag ( [naam vennoot] had deze termijn en dit voorschot ook nodig om vervangende woonruimte te verkrijgen). Ook de hoogte van het voorschot van € 750.000,00 was voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] noch tijdens de zitting, noch erna een punt van zorg. Niet in discussie was dat [naam vennoot] recht had op een derde van de waarde van de maatschap en de getaxeerde waarde in 2018 was € 2.335.489,25. [naam vennoot] zou op dit bedrag hoe dan ook recht hebben.
4.5.4.
Jouw Advocaten betwist voorts dat de andere geschilpunten, zoals over de voortzetting van de maatschap, de buitenlandse gelden of de nalatenschap in de minnelijke regeling zijn
beslecht. Volgens Jouw Advocaten zijn er geen zaken overeengekomen die onomkeerbaar waren en/of in strijd waren met hetgeen op basis van overeenkomst of eerdere procedures tussen partijen te gelden heeft.
4.5.5.
Jouw Advocaten heeft aangevoerd dat de zitting van 18 augustus 2023 drie keer door de voorzieningenrechter geschorst, de derde keer speciaal om de afspraak betreffende de “buitenlandse gelden” te kunnen bespreken. Deze afspraak was deels een bevestiging van de (onherroepelijke) uitspraak van de Belgische rechter, dat Nederlands recht van toepassing was. De Belgische rechter had ook geoordeeld dat geschillen over deze gelden in arbitrage moesten worden beslecht, maar dat wilde [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zelf liever niet. De afspraak om dit geschil aan de Nederlandse rechter voor te leggen was dan ook conform de wens van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zelf.
Het oordeel van de kantonrechter
4.5.6.
Het verweer van Jouw Advocaten slaagt. Dat in een minnelijke regeling andere onderwerpen worden betrokken dan aanvankelijk de insteek van een procedure was, is niet ongebruikelijk. Een minnelijke regeling is immers de uitkomst van onderhandelingen, waar de belangen van beide partijen worden betrokken. Dat de insteek van het kort geding was dat [naam vennoot] (de woning op) het terrein van de maatschap zou verlaten en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] de maatschap zouden voortzetten totdat daarover in de arbitrageprocedure was beslist, is duidelijk. Uit de adviezen van Jouw Advocaten voorafgaand aan deze kort geding procedure blijkt dat [naam advocaat] de kans op een toewijzend vonnis vooraf inschatte op 50%. In de minnelijke regeling is afgesproken dat [naam vennoot] (de woning op) het terrein van de maatschap zou verlaten en zich voorlopig zou terugtrekken uit de maatschap. De kantonrechter kan niet anders dan oordelen dan dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met die regeling heeft bereikt wat zij wilde. Dat er in die regeling ook andere afspraken zijn gemaakt, onder meer om [naam vennoot] tegemoet te komen, moge zo zijn, maar [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is er niet geslaagd aannemelijk te maken dat die afspraken voor haar zo ongunstig waren, dat [naam advocaat] had moeten adviseren om deze afspraken niet te maken. De termijn van drie maanden waarbinnen [naam vennoot] zou moeten vertrekken, is gelet op de situatie en de proceskansen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet buitensporig lang te noemen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft ook niet uitgewerkt wat haar (hypothetische) positie zou zijn geweest als zij géén minnelijke regeling had getroffen met [naam vennoot] en of zij dan beter af was geweest.
4.5.7.
Wat betreft de betaling van het bedrag van € 750.000,00 heeft Jouw Advocaten aangevoerd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dit bedrag hoe dan ook aan [naam vennoot] verschuldigd zou zijn bij de verdeling van de waarde van de maatschap. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft deze stelling niet (voldoende onderbouwd) weersproken. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft dan ook onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij door het maken van deze afspraak financieel in een slechtere positie is komen te verkeren dan als zij die afspraak niet had gemaakt.
4.5.8.
Wat betreft de afspraak over de “buitenlandse gelden” heeft Jouw Advocaten onbetwist gesteld dat het juist [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] was die de discussie over deze gelden buiten de arbitrale procedure wilde houden, zodat de keuze voor de Nederlandse rechter niet in haar nadeel was. Ten aanzien van de afspraak dat op de geschillen over die gelden Nederlands recht van toepassing zou zijn, heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ook onvoldoende onderbouwd dat zij daardoor in een minder gunstige positie zou zijn gebracht dan zij verkeerde. Onder rechtsoverweging 4.7.6. wordt hier nader op in gegaan.
4.5.9.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de onder dit kopje gemaakte verwijten door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet leiden tot de conclusie dat [naam advocaat] een beroepsfout heeft gemaakt.
4.6.
Verwijt II: Duidelijk dat [naam vennoot] niet zou nakomen
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.6.1.
verwijt [naam advocaat] “een gebrek aan inschatting en het pragmatisch inzicht in het oplossen van geschillen”. [naam advocaat] stond [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] al enkele jaren bij in de verschillende procedures en kon redelijkerwijs voorzien dat, zelfs bij een minnelijke regeling, hetgeen partijen voorgaand aan de procedure al enkele keren poogden te ondernemen, [naam vennoot] (alsmede [naam zus] ) niet zouden nakomen. Het was [naam advocaat] welbekend dat [naam vennoot] een slechte gezondheid had en kampte met chronische luchtweginfecties, een verstandelijke beperking had en constante zorg benodigde van zijn familieleden. Het was dus ook geheel onlogisch om [naam vennoot] in de minnelijke regeling een mogelijkheid te geven om toegang te krijgen tot de gronden en de machines waarmee hij de gronden kon bewerken. Hij was gewoonweg niet in staat om dit te doen. Bovendien was hij hierdoor ook geen geschikte kandidaat tot voortzetting van de maatschap.
4.6.2.
Volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zou in de gegeven omstandigheden een redelijk handelend vakgenoot anders hebben gehandeld, althans een ander advies hebben verstrekt dan wel het advies op een andere wijze hebben verstrekt waarbij [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in ieder geval werd geïnformeerd omtrent de concrete gevolgen voor de overige procedures waarin partijen verwikkeld waren.
4.6.3.
Ook het adviseren van het betalen van een voorschot van € 750.000,00 acht [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] absurd, zeker zonder als voorwaarde te stellen dat zekerheid werd gesteld.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.6.4.
Jouw Advocaten acht deze verwijten van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onbegrijpelijk. De insteek van het kort geding was om de rust tussen partijen terug te brengen en reeds op voorhand was in dat kader de mogelijkheid besproken van het treffen van een regeling. Ook de rechter heeft ter zitting toegelicht dat een regeling tussen partijen de voorkeur verdiende en beide partijen hebben aan de rechter te kennen gegeven ervoor open te staan dit te onderzoeken. Beide partijen hebben uiteindelijk overeenstemming kunnen bereiken over een regeling in afwachting van een definitieve afwikkeling van de diverse geschilpunten die er tussen hen bestonden. In de diverse schorsingen van de zitting en ook na afloop is hierover uitvoerig gesproken. De rechter heeft meermaals gevraagd of partijen tevreden waren met de getroffen regeling. Partijen hebben die vraag bevestigend beantwoord en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft op dat moment niet kenbaar gemaakt dat hij bij voorbaat al geen vertrouwen had in de nakoming van de regeling door [naam vennoot] .
4.6.5.
Jouw Advocaten heeft betwist dat het evident was dat [naam vennoot] de regeling niet zou nakomen, dat het bij voorbaat al zinloos was deze te sluiten en dat een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot in dezelfde omstandigheden in redelijkheid niet had mogen adviseren de regeling te sluiten. Jouw Advocaten heeft benadrukt dat de regeling het resultaat is van de onderhandeling tussen twee partijen. Voor zover [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zou betogen dat de regeling een andere inhoud had moeten hebben, merkt Jouw Advocaten op dat haar bijstand daarin geen, althans niet de enige factor is. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] diende immers overeenstemming te krijgen met [naam vennoot] en was afhankelijk van de wensen en medewerking van [naam vennoot] bij het treffen van de regeling en van diens bereidheid om op specifieke punten water bij de wijn te doen. Jouw Advocaten heeft erop gewezen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ook niet heeft gesteld dat een rechterlijk vonnis een andere en/of betere uitkomst zou hebben gehad voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] .
Het oordeel van de kantonrechter
4.6.6.
Ook dit verweer van Jouw Advocaten slaagt. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft niet betwist dat de zitting enige keren is geschorst en dat zij zelf heeft ingestemd met de afspraken die zijn vastgelegd in de minnelijke regeling. [naam vennoot] was de broer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zodat zij zelf het beste een inschatting kon maken of [naam vennoot] die regeling na zou (kunnen) komen. Kennelijk had [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] daarin op dat moment voldoende vertrouwen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft in deze procedure ook niet gesteld op welke punten de regeling door [naam vennoot]
nietis nagekomen en op welke manier dat voor [naam advocaat] voorzienbaar zou zijn geweest toen de regeling werd getroffen. Dat [naam vennoot] verstandelijk beperkt was en constante zorg nodig had, is in de onderhavige procedure geponeerd als een blote stelling, die op geen enkele wijze is onderbouwd met medische gegevens. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] maakt ook niet duidelijk welk rechtsgevolg zij aan deze stelling verbindt, zodat de kantonrechter daaraan voorbij gaat.
4.6.7.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat ook de onder dit kopje gemaakte verwijten de stelling dat [naam advocaat] een beroepsfout heeft gemaakt, niet kunnen dragen.
4.7.
Verwijt III: Geen oog voor de Belgische procedures en standpunten van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.7.1.
stelt dat zij [naam advocaat] voornamelijk verwijt dat hij hen niet heeft gewezen op de juridische consequenties die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op dat moment zelf niet kon inschatten. [naam advocaat] heeft het geschil omtrent de buitenlandse gelden (hetgeen verwijst naar de Belgische procedure die hierop zag) ten onrechte betrokken in de minnelijke regeling, waardoor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onwillend akkoord is gegaan met de regeling en de rechtsgevolgen die hieruit voortvloeien met betrekking tot deze buitenlandse gelden. De juridische gevolgen werden [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] pas duidelijk uitgelegd per e-mail op 23 augustus 2022 na het treffen van de minnelijke regeling.
4.7.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is door ondertekening van de minnelijke regeling onwillend akkoord gegaan met de toepassing van het Nederlandse recht over het geschil omtrent de buitenlandse gelden. Dit terwijl er naar Belgisch recht, zoals voorgaand weergeven, reeds verschillende standpunten werden ingenomen door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de lopende Belgische procedure. Deze standpunten pleitten namelijk voor een gehele afwijzing van de vordering van [naam vennoot] , waaronder dus ook begrepen dat aan [naam vennoot] geen voorschot diende toe te komen. [naam advocaat] heeft geen rekening gehouden met de standpunten van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de Belgische procedure omtrent de buitenlandse gelden. Immers, indien hij deze standpunten had meegenomen in de minnelijke regeling, dan had hij tot een ander advies dienen te komen.
4.7.3.
[naam advocaat] heeft nagelaten te handelen in het belang van zijn cliënt ex artikel 10 juncto 46 Advocatenwet. Op [naam advocaat] als advocaat rust een plicht om actief informatie te vergaren en dit te delen. In dat kader had hij dus ook informatie moeten vergaren en delen tijdens het treffen van de minnelijke regeling omtrent de consequenties van het afspreken van het toepasselijke recht en de bevoegde rechter. Het mag dan wel zo zijn dat het is afgesproken tussen partijen, maar dit brengt niet automatisch mee dat deze afspraak in het belang is van cliënten. Immers, zoals blijkt uit het bovenstaande, was Belgisch recht mogelijk voordeliger, aangezien de vorderingen mogelijk waren verjaard. Mogelijk, want het was aan [naam advocaat] om hier concreet onderzoek naar te doen en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hieromtrent te adviseren.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.7.4.
Jouw Advocaten heeft betoogd dat dit verwijt van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] berust op twee onjuiste uitgangspunten: Ten eerste waren de procedures in België aanhangig gemaakt door [naam vennoot] en moest [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zich hier wel tegen verweren. Dat de kosten die daarvoor zijn gemaakt door de minnelijke regeling overbodig zijn geworden, gaat dus niet op. In de tweede plaats is er door de Belgische rechters helemaal geen inhoudelijk oordeel gegeven en kan de minnelijke regeling dus helemaal geen verschil hebben gemaakt voor de inhoud van deze procedures. De Belgische rechters hebben geoordeeld dat de geschillen tussen [naam vennoot] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] beslecht moesten in arbitrage en naar Nederlands recht. Partijen waren daar dus al aan gebonden. De afspraak in de minnelijke regeling dat Nederlands recht van toepassing is op het geschil over de buitenlandse gelden, is met die bindende uitspraak in overeenstemming en daarmee is dus niets overeenkomen dat niet al gold tussen partijen. De afspraak om het geschil over de buitenlandse gelden buiten de arbitrageprocedure te houden en dit voor te leggen aan de Nederlandse rechter, was de uitdrukkelijke wens van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zelf. Jouw Advocaten stelt dat deze afspraak in de minnelijke regeling aanleiding is geweest voor de derde schorsing tijdens de zitting in kort geding en dat dit uitvoerig met [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is besproken.
4.7.5.
Tot slot heeft Jouw Advocaten erop gewezen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ook wat dit verwijt betreft niet heeft gesteld welk belang van hem is geschaad door deze afspraak in de minnelijke regeling.
Het oordeel van de kantonrechter
4.7.6.
Ook dit verweer van Jouw Advocaten slaagt. Voorop staat dat de Belgische procedure op het moment van het treffen van de minnelijke regeling was afgedaan met de einduitspraak in hoger beroep van 17 juni 2021. Deze procedures waren geïnitieerd door [naam vennoot] . [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft zich in deze procedures verweerd, onder andere met een beroep op het ontbreken van rechtsmacht van de Belgische rechter, gelet op het in de maatschapsovereenkomst opgenomen arbitragebeding [4] . Dit verweer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is door de Belgische rechters gevolgd. Zij hebben zich in twee instanties onbevoegd verklaard. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft op geen enkele manier onderbouwd dat de afspraak in de minnelijke regeling van 22 augustus 2022 de kosten die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft gemaakt in de Belgische procedures overbodig heeft gemaakt en ook niet of en hoe [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] door deze afspraak in een slechtere juridische positie is komen te verkeren. Stellingen dat de toepassing van Belgisch recht
mogelijkvoordelig voor haar zou zijn geweest omdat de vordering van [naam vennoot] dan
mogelijkverjaard zou zijn geweest, zijn volstrekt ontoereikend om te kunnen oordelen dat [naam advocaat] een beroepsfout zou hebben gemaakt door te adviseren om in te stemmen met de afspraak die is vastgelegd onder nr. 2 van de minnelijke regeling. De Belgische rechter had immers al, nota bene op grond van een door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zelf aangevoerd verweer, geoordeeld dat de vordering was gebaseerd op de maatschapsovereenkomst, dat die tussen partijen gold en dat daarop Nederlands recht van toepassing was. Daarnaast heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet betwist dat het haar eigen wens was om het geschil over de buitenlandse gelden buiten de arbitrageprocedure te houden. Zij heeft ook niet aangevoerd waarom het voor haar nadelig zou zijn om die procedure ten overstaan van de rechter te voeren.
4.7.7.
Ook dit verwijt kan dus niet leiden tot het oordeel dat [naam advocaat] een beroepsfout heeft gemaakt.
4.8.
Verwijt IV: Ontwikkeling geschil scheidsmannen in de afwikkeling van de maatschap
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.8.1.
verwijt [naam advocaat] dat hij onnodig een geschil heeft doen ontstaan ten aanzien van de benoeming van de scheidsmannen en de deskundigen. Ten aanzien van de afwikkeling van de maatschap was er een meningsverschil omtrent de scheidsmannen en de te volgen procedures, doch was er geen geschil waarbij procedures en zittingen dienden plaats te vinden.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.8.2.
Jouw Advocaten heeft dit weersproken. Zij heeft gesteld dat zowel [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] als [naam vennoot] aanvankelijk ieder een arbiter hadden aangewezen, maar dat de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aangewezen scheidsman niet wilde oordelen over de voortzetting van de maatschap. Daarnaast had [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geen vertrouwen in de door [naam vennoot] voorgedragen scheidsman. Al in zijn eerste advies heeft [naam advocaat] voorgesteld dat het, gelet op deze situatie, wellicht beter was om drie nieuwe scheidsmannen te (laten) benoemen.
Het oordeel van de kantonrechter
4.8.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft niet weersproken dat er aan de aanvankelijk voorgedragen scheidsmannen de door Jouw Advocaten genoemde bezwaren kleefden. Reeds daarom kan niet worden geoordeeld dat de procedure om tot benoeming van arbiters te komen zinloos is gevoerd.
4.9.
Verwijt V: Algemene gang van zaken
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.9.1.
verwijt [naam advocaat] “in zijn algemeenheid verschillende handelingen die naar zijn oordeel niet door de beugel kunnen.” Dit betreft de volgende opsomming:
a. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] had al op 17 juni 2021 opdracht gegeven om over te gaan tot het starten van een kort geding tot het verwijderen van [naam vennoot] van het perceel en het magazijn. Het kort geding werd pas in augustus 2022 gevoerd.
b. In september 2020 was het al duidelijk dat het maatschapscontract was opgezegd per 28 februari 2021 jegens [naam vennoot] op grond van artikel 10 lid 2 van de maatschapsovereenkomst.
c. Na de dramatische afloop van de minnelijke regeling heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op 23 november 2022 opdracht gegeven om over te gaan tot ontbinding van de regeling. [naam advocaat] heeft meermaals aangegeven dat het niet logisch was om te ontbinden. [naam advocaat] probeerde derhalve ook deze procedure tegen te houden en te frustreren. Wanneer [naam advocaat] de ontbindingsbrief had opgemaakt had hij deze verstuurd aan mr. Stassen maar verzuimde zoals de opdracht was om een gerechtelijke procedure op te starten, waarbij hij aangaf dat de regeling hiermee geheel was ontbonden.
d. Op 13 oktober 2022 heeft [naam advocaat] aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een mail gestuurd waarbij hij zichzelf een verdere opdracht heeft verstrekt met betrekking tot de procedure omtrent de buitenlandse gelden.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.9.2.
Jouw Advocaten heeft hiertegen het volgende ingebracht:
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft zelf kort na de opdrachtverstrekking aan Jouw Advocaten kenbaar gemaakt vooralsnog geen kort geding te willen starten. Eind 2021 is vervolgens het mediationtraject opgestart en is besloten dat het voeren van een kort geding dan niet voor de hand lag. Pas toen de mediation spaak liep is overgegaan tot voorbereiding van de kort geding procedure,
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] licht niet toe welke consequentie hij aan dit verwijt verbindt,
Jouw Advocaten betwist dat zij de ontbinding heeft gefrustreerd, maar voert aan dat voor ontbinding wel een deugdelijke grond is vereist en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] die grond wel moest hebben. Op het moment dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een voldoende aantoonbare grond voor ontbinding had, heeft Jouw Advocaten de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring uitgebracht.
Jouw Advocaten acht dit verwijt onbegrijpelijk, alleen al vanwege het feit dat Jouw Advocaten zichzelf niet (namens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ) een opdracht kan verstrekken. Jouw Advocaten heeft in haar advies van genoemde datum slechts aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te kennen gegeven dat hij voorbereid diende te zijn op een eventueel door de broer aanhangig te maken procedure over de buitenlandse gelden.
Het oordeel van de kantonrechter
4.9.3.
a. Jouw Advocaten heeft voldoende onderbouwd waarom de dagvaarding in kort geding tegen [naam vennoot] pas in juni 2022 is uitgebracht. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft daar niets tegenin gebracht. Nergens blijkt uit dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zich in de betreffende periode bij Jouw Advocaten heeft beklaagd over het uitblijven van de kort geding dagvaarding.
b. Het is volstrekt onduidelijk welk verwijt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hier aan Jouw Advocaten maakt, zodat hier niet over geoordeeld kan worden,
c. Vast staat dat Jouw Advocaten op 8 december 2022 een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring heeft uitgebracht. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat zij daartoe op 23 december 2022 opdracht had gegeven. Dat Jouw Advocaten [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] er eerst op heeft gewezen dat voor een buitengerechtelijke ontbinding een deugdelijke grond aanwezig moest zijn, kan bezwaarlijk als een beroepsfout worden gezien. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft op geen enkele manier gesteld dat zij nadeel heeft geleden door het feit dat [naam advocaat] twee weken nadat zij daarom heeft verzocht, de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Jouw Advocaten heeft ook uiteindelijk een gerechtelijke procedure gestart toen bleek dat [naam vennoot] niet instemde met de ontbinding. Ook hier heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet gesteld dat zij schade heeft geleden doordat Jouw Advocaten met het starten van die procedure (in haar ogen) te lang heeft gewacht.
d. Met Jouw Advocaten is de kantonrechter van oordeel dat deze stelling onbegrijpelijk is. Alleen al daarom wordt hier niet verder op in gegaan.
4.9.4.
Ook deze verwijten kunnen de stelling dat [naam advocaat] een beroepsfout heeft gemaakt niet dragen.
4.10.
Verwijt VI: Losse verwijten
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.10.1.
Naast de opgesomde verwijten die hierboven zijn vermeld, begrijpt de kantonrechter dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ook nog de volgende verwijten aan [naam advocaat] maakt:
  • De gehele dienstverlening verliep in complete chaos: de pleitnota voor het kort geding kwam veel te laat, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] kreeg “last minute opdrachten” waardoor zij stukken bij elkaar moest zoeken, wat veel stress opleverde,
  • [naam advocaat] heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet op voorhand geïnformeerd over de onderwerpen waarover uiteindelijk een regeling is getroffen.
  • [naam advocaat] heeft in de arbitrageprocedure de stukken niet tijdig ingezonden.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.10.2.
Hierover heeft Jouw Advocaten nog het volgende verweer gevoerd:
  • Jouw Advocaten betwist het algemene verwijt dat sprake zou zijn geweest van chaotische dienstverlening. Het eerste concept voor de pleitnota is al op 22 juli 2022 aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voorgelegd. Op 16 augustus 2022, twee dagen voor de zitting, werden echter nog nieuwe stukken van de wederpartij ontvangen, hetgeen een aanpassing van de pleitnota mede noodzakelijk maakte en daarom een aangepast concept werd voorgelegd.
  • Jouw Advocaten heeft betwist dat zij niet tijdig stukken had ingezonden voor de arbitrageprocedure; het stuk was reeds digitaal aangeleverd, maar met de aanlevering van de fysieke stukken was er iets misgegaan bij de post. Deze stukken zijn opnieuw ingediend en een en ander heeft geen enkele consequentie gehad voor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] .
Het oordeel van de kantonrechter
4.10.3.
Ook deze verwijten kunnen niet tot het oordeel leiden dat Jouw Advocaten een beroepsfout heeft gemaakt. Het is inherent aan een (kort geding) procedure dat er sprake is van druk en last minute verzoeken om stukken. Wat betreft de late indiening van het stuk in de arbitrageprocedure (als dat al het geval was) heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] verzuimd te stellen welke gevolgen dat voor haar heeft gehad. Reeds daarom kan in het midden blijven of hier sprake is geweest van een beroepsfout.
4.11.
Verwijt VII: Nieuwe verwijten op de mondelinge behandeling
4.11.1.
Op de mondelinge behandeling zijn door (de nieuwe advocaat van) [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] nog meer verwijten aan het adres van [naam advocaat] gemaakt ter onderbouwing van de stelling dat hij een beroepsfout zou hebben gemaakt. Deze verwijten zien op de afspraak onder nr. 3 van de minnelijke regeling en komen erop neer dat [naam advocaat] die afspraak niet had mogen maken zonder voorafgaand overleg met de advocaat die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bijstond in de erfrechtelijke procedure. De kantonrechter is van oordeel dat deze nieuwe verwijten in strijd zijn met het bepaalde in artikel 128 lid 3 Rv (concentratie van verweer) en dat ook overigens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] – wederom - niet heeft (onderbouwd) heeft gesteld dat zij door het maken van deze afspraak (financieel) in een minder gunstige positie is gebracht dan anders het geval zou zijn geweest. Op deze stellingen wordt dus niet ingegaan.
4.12.
Stellingen ten aanzien van de schade
De stellingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.12.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat zij ten gevolge van de ondertekening van de minnelijke regeling hoge kosten heeft gemaakt. Zo is ten gevolge van de minnelijke regeling de gehele Belgische procedure omtrent de buitenlandse gelden waardeloos geworden.
Daarnaast heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gesteld dat het voorschot ten bedrage van € 750.000,00 dat zij aan [naam vennoot] heeft betaald onnodig was.
Tevens stelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat zij genoodzaakt was om een ontbindingsprocedure te initiëren om de minnelijke regeling te ontbinden, om de ‘fout’ van Jouw Advocaten te herstellen dan wel ongedaan te maken. Deze procedure is nog aanhangig.
4.12.2.
Volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn de volgende kosten aan te merken als schade door de beroepsfout van [naam advocaat] :
  • De kosten van de Belgische en Nederlandse procedure omtrent het buitenlands vermogen;
  • De kosten van de ontbindingsprocedure,
  • De kosten van de arbitrageprocedure,
  • De kosten van de verdeelprocedure ouders hoger beroep,
  • De kosten van de onderhavige procedure,
  • Het bedrag van € 750.000,00 aan voorschot.
Het verweer van Jouw Advocaten
4.12.3.
Jouw Advocaten weerspreekt dat sprake is van schade en dat deze schade het gevolg zou zijn van enig handelen of nalaten van Jouw Advocaten.
4.12.4.
Wat betreft het gevorderde bedrag van € 750.000,00 aan schade betwist Jouw Advocaten dat dit bedrag kwalificeert als schade. Het bedrag is tussen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] en [naam vennoot] als voorschot overeengekomen, en is gebaseerd op het 1/3e deel van de (waarde van de) maatschap waarop [naam vennoot] op enig moment recht zou hebben en is vastgesteld aan de hand van de in 2018 getaxeerde waarde van de onderneming.
4.12.5.
Wat betreft de kosten van de overige procedures heeft Jouw Advocaten gewezen op het algemene gebrek aan onderbouwing aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Zij voert aan dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] weliswaar stelt dat sprake is van een tekortkoming maar verzuimt, in het kader van de schadevaststelling, toe te lichten wat de situatie zou zijn geweest wanneer die tekortkoming wordt weggedacht. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] licht op geen enkele wijze toe hoe een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat wél gehandeld zou hebben en wat daarvan het resultaat geweest zou zijn. Jouw Advocaten weerspreekt dat deze vergelijking tussen de huidige situatie en de hypothetische situatie zonder de gestelde tekortkoming zou leiden tot de conclusie dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in een wezenlijk andere situatie verkeerd zou hebben.
Het oordeel van de kantonrechter
4.12.6.
Hierboven is reeds geoordeeld dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet wordt gevolgd in haar stelling dat [naam advocaat] een beroepsfout heeft gemaakt, in de zin dat hij niet de zorgvuldigheid zou hebben betracht die in de gegeven omstandigheden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mocht worden verwacht. Alle verwijten die [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan [naam advocaat] heeft gemaakt, zijn ofwel onvoldoende onderbouwd, ofwel door Jouw Advocaten afdoende weerlegd. Dat betekent reeds dat er voor een veroordeling tot betaling van schadevergoeding geen plaats is.
4.12.7.
Ook voor het overige sluit de kantonrechter zich aan bij het verweer van Jouw Advocaten dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] nergens heeft uiteengezet wat de situatie zou zijn geweest wanneer de door haar gestelde tekortkomingen zouden worden weggedacht. Ook licht zij niet toe hoe een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat wél gehandeld zou hebben en wat daarvan dan het resultaat geweest zou zijn én dat dat resultaat voor haar gunstiger zou zijn geweest dan de huidige situatie. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft hiermee niet voldaan aan de op haar rustende stelplicht, zodat haar vordering in reconventie, ook om die reden, wordt afgewezen.
4.13.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Jouw Advocaten worden begroot op:
- salaris gemachtigde
2.712,00
(2 punten × € 1.356,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.847,00
4.14.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.15.
De proceskostenveroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
in conventie
4.16.
Voor de vordering in conventie betekent bovenstaand oordeel dat die wordt toegewezen, omdat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geen tegenvordering heeft waarmee zij haar schuld kan verrekenen. De wettelijke handelsrente wordt ook toegewezen.
4.17.
Jouw Advocaten vordert naast de hoofdsom van € 13.053,38 vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 905,53 toegewezen.
4.18.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
13.053,38
- buitengerechtelijke incassokosten
905,53
+
totaal
13.958,91
4.19.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Jouw Advocaten worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
270,21
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
Totaal
2.491,21
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.21.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk om aan Jouw Advocaten te betalen een bedrag van € 13.958,91, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten van € 2.491,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] af,
5.5.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten van € 2.847,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
in conventie en in reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2024.

Voetnoten

1.Productie 5 Jouw Advocaten
2.Productie 6 Jouw Advocaten
3.Productie 8 Jouw Advocaten
4.Productie 18 [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , pgn 37