ECLI:NL:RBLIM:2024:8119

• Datum uitspraak: 6 november 2024
• Publicatiedatum: 12 november 2024
• Zaaknummer: C/03/335387 / HA ZA 24-466
• Instantie: Rechtbank Limburg
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: I.M. Etman
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Verlof voor hoger beroep in deelgeschilprocedure

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Ruiter, verlof gevraagd om hoger beroep in te stellen tegen een beschikking van de rechtbank, gewezen in een deelgeschilprocedure. De beschikking waartegen hoger beroep wordt ingesteld, dateert van 10 maart 2023 en betreft de zaak C/03/312653 / HA RK 22-319. Gedaagde in deze procedure is de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Allianz Benelux N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. H.A. Kragt.

De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, waarbij de dagvaarding en diverse producties zijn ingediend. Eiseres heeft op 9 oktober 2024 een verzoek tot verlof ingediend, waarop Allianz op 15 oktober 2024 heeft gereageerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van eiseres om hoger beroep toegekend kan worden.

De rechtbank verleent het verlof en verwijst de zaak in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep naar de parkeerrol, met een datum van 2 april 2025. Dit betekent dat de zaak tijdelijk wordt gepauzeerd totdat er een eindarrest is in het hoger beroep. De meest gerede partij kan de zaak na het eindarrest weer op de continuatierol plaatsen. Tot die tijd houdt de rechtbank verdere beslissingen aan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/335387 / HA ZA 24-466

Vonnis bij vervroeging van 6 november 2024

in de zaak van

[eiseres] ,

wonend te [woonplaats] ,

eiseres,

advocaat mr. R.J. Ruiter,

tegen

de naamloze vennootschap naar Belgisch recht

ALLIANZ BENELUX N.V. ,

gevestigd te Brussel (België), mede kantoorhoudend te Rotterdam,

gedaagde,

advocaat mr. H.A. Kragt.

Partijen worden hierna [eiseres] en Allianz genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties 1 t/m 16

- de brief van 9 oktober 2024 van [eiseres] waarbij zij verlof vraagt voor het
instellenvan hoger beroep tegen de beschikking van deze rechtbank van 10 maart 2023
gewezen in het deelgeschil tussen partijen
- de reactie van Allianz, ontvangen op 15 oktober 2024.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De beoordeling

2.1.

[eiseres] vraagt de rechtbank op de voet van artikel 1019cc derde lid onder a Rv verlof om hoger beroep te mogen instellen tegen de beschikking van deze rechtbank van
10 maart 2023 in het deelgeschil gewezen tussen partijen in de zaak C/03/312653 / HA RK 22-319. Allianz refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

2.2.

De rechtbank zal het verlof verlenen. De zaak zal in afwachting van de uitkomst van de procedure in hoger beroep verwezen worden naar de parkeerrol van
2 april 2025. De meest gerede partij kan de zaak na eindarrest weer op de continuatierol plaatsen. In afwachting daarvan houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

3. De beslissing

De rechtbank

3.1.

verleent verlof aan [eiseres] om hoger beroep aan te tekenen tegen de beschikking van deze rechtbank van 10 maart 2023 in het deelgeschil gewezen tussen partijen in de zaak C/03/312653 / HA RK 22-319,

3.2.

verwijst de zaak naar de parkeerrol van
2 april 2025 ,

3.3.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. ^[1]

Voetnoten

1. type: AH