Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de akte van [eiser] met productie 28
- de akte van [gedaagde] met producties 1 tot en met 6. De rechtbank merkt hierbij op dat de antwoordakte van [gedaagde] op de rol van 29 mei 2024 stond, waarbij expliciet onder het kopje “opmerking” is vermeld: “ENKEL op 'akte overleggen bewijs' 8 mei mr. G.”.
2.De verdere beoordeling
nietom een geldlening van € 6.000,00 zou gaan. [gedaagde] spreekt in zijn e-mail van 23 april 2021 (productie 22 [eiser] ) over een totaalbedrag van € 25.259,00 van “niet opeisbare” leningen; het bedrag van € 6.000,00 is daarin verdisconteerd. Hetzelfde geldt voor het bedrag van € 100.000,00 zoals genoemd in het e-mailbericht van 23 december 2020 (productie 24). [gedaagde] erkent dus schriftelijk dit totaalbedrag te hebben geleend van [eiser] heeft consequent aanspraak gemaakt op terugbetaling van zowel € 75.000,00 als € 6.000,00, terwijl [gedaagde] dit niet één keer heeft weersproken en zelfs additionele leningen van in totaal € 25.000,00 naast die van € 75.000,00 heeft erkend. Alleen in productie 7 van [gedaagde] noemt hij het bedrag van € 25.000,00 “twijfelachtig”, terwijl daarin ook de titel van de geldlening wordt erkend, zij het dat hij stelt te hebben gewerkt voor een GmbH waarin hij zou hebben geïnvesteerd. Het gaat hier echter over een geldlening van [eiser] aan [gedaagde] (in privé) en niet over een lening met een Duitse GmbH. [gedaagde] heeft geen bewijs overgelegd van zijn stelling dat deze lening is afbetaald. Pas ter zitting van 5 december 2023 heeft [gedaagde] voor de eerste keer de titel van het door [eiser] aan hem verstrekte bedrag weersproken, maar [gedaagde] biedt geen enkel alternatieve grondslag of bankafschriften waaruit (terug)betalingen blijken. Als de titel aan de betaling ontvalt, en er geen alternatieve titel is, dan heeft [eiser] het geld onverschuldigd betaald en dient [gedaagde] het om die reden terug te betalen. Vermeende interne boekingen over en weer zoals [gedaagde] heeft aangevoerd worden op geen enkele manier onderbouwd. Bovendien hebben interne boekingen van de vof niets met deze geldlening te maken, nu dit tussen partijen in privé is gebeurd, aldus [eiser]
- salaris advocaat € 2.428,00 (2 punten x € 1.214,00)
- nakosten