Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 10 juli 2024;
- de akte uitlating benoeming deskundige van [eiser] ;
- de akte uitlating benoeming deskundige van [gedaagde] .
2.De verdere beoordeling
deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
3.De beslissing
[eiser] van jongs af aan problemen gehad heeft op school en in het sociaal maatschappelijk verkeer en dat zijn klachten in die tijd voor het grootste deel het gevolg zijn van ADHD, maar ook persoonlijkheidstrekken een rol gespeeld hebben;
[eiser] vóór de mishandeling door zijn intelligentie en sociale vaardigheden waarschijnlijk in staat was zijn leven te structureren en in de hand te houden;
bij [eiser] vóór de mishandeling een spontane verbetering van de onderliggende persoonlijkheidsstructuur of forse verbetering van de ADHD-klachten niet in de verwachting lag en de kans dat hij hulp gezocht zou hebben voor zijn klachten gering is. Het is zeer waarschijnlijk dat als de mishandeling niet zou hebben plaatsgevonden er nog steeds sprake zou zijn van ADHD-klachten;
het antwoord op de vraag of [eiser] voor de mishandeling in staat geweest zou zijn om een HBO- of universitaire studie af te ronden nauwelijks te beantwoorden is. Waarschijnlijk was hij intelligent genoeg om een dergelijke opleiding te volgen, maar er is wel plaats voor gerechtvaardigde twijfel omdat intelligentie niet genoeg is voor het succesvol afronden van een opleiding. Ook andere voorwaarden, zoals discipline, concentratie, omgaan met frustraties, zich kunnen voegen in een opleidingssituatie waarin regelmatig sprake is van autoritaire verhoudingen, rigide schema’s en eisen. Veel argumenten om te verdedigen dat een dergelijk opleiding met succes afgesloten zou zijn, zijn er niet volgens de deskundige;
verzekeringsgeneeskundige [naam verzekeringsgeneeskundige] voor de situatie zonder ongeval in de FML diverse beperkingen heeft opgenomen.
poging doodslag – betrekken:
- de intellectuele, technische, talige, manuele en/of sociale vaardigheden van
[eiser] ;
- de door hem gevolgde opleidingen en waarom hij bepaalde opleidingen niet heeft afgemaakt;
- zijn arbeidsverleden;
- zijn gebleken motivatie en interesse;
- de opleiding en beroepswerkzaamheden van ouders en eventuele broers en zussen?
gecertificeerd registerarbeidsdeskundige en geregistreerd gerechtelijk deskundige;
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- dat de deskundige [eiser] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [eiser] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [eiser] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [eiser] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [eiser] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [eiser] zich van commentaar op het concept moet onthouden);
- dat, indien [eiser] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen;
- dat, indien [eiser] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden;
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voort procederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen op een termijn van vier weken;