ECLI:NL:RBLIM:2024:8107

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
C/03/331608 / HA ZA 24-274
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot oproeping in vrijwaring in civiele zaak over vochtprobleem

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft de rechtbank op 23 oktober 2024 een vonnis gewezen in een incident tot oproeping in vrijwaring. De eiser, die tevens verweerder in reconventie is, heeft de besloten vennootschap WAPROF HOENSBROEK B.V. aangeklaagd vanwege een vermeend fout advies over het verhelpen van een vochtprobleem in de kelder van de woning van zijn moeder. De eiser stelt dat WAPROF tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en vordert schadevergoeding. WAPROF heeft op haar beurt een vordering in reconventie ingesteld, waarin zij betaling van haar factuur eist, en stelt dat er geen overeenkomst van opdracht is gesloten die hen verplichtte om het vochtprobleem te onderzoeken.

In het incident heeft de eiser verzocht om de vennootschap onder firma [naam VOF] en haar vennoten in vrijwaring op te roepen, omdat hij meent dat indien WAPROF gelijk krijgt, [naam VOF] aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank heeft overwogen dat er voldoende grond is voor de oproeping in vrijwaring, omdat de eiser mogelijk regres kan nemen op [naam VOF]. De rechtbank heeft de vordering tot oproeping in vrijwaring toegewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak zal op 4 december 2024 opnieuw op de rol komen voor conclusie van antwoord in reconventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/331608 / HA ZA 24-274
Vonnis in incident van 23 oktober 2024
in de zaak van
[eiser],
wonend te [woonplaats] ,
eiser in conventie in de hoofdzaak,
verweerder in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident in reconventie,
advocaat mr. M.M.M. Rooijen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAPROF HOENSBROEK B.V.,
gevestigd te Hoensbroek, gemeente Heerlen,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident in reconventie,
advocaat mr. F.H.I. Hundscheid.
Partijen zullen hierna [eiser] en Waprof genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 26
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties 1 en 2
  • de incidentele conclusie in reconventie tot oproeping in vrijwaring met producties
  • de incidentele conclusie van antwoord in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschilin de hoofdzaak in conventie

2.1.
[eiser] stelt dat Waprof hem heeft geadviseerd over het verhelpen van een vochtprobleem in een kelderruimte van de woning van zijn moeder. Waprof heeft daarna conform dit advies werkzaamheden uitgevoerd. [eiser] meent dat Waprof een fout advies gegeven heeft en een oplossing bedacht heeft die niet werkt. Waprof is volgens [eiser] toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
2.2.
[eiser] vordert, samengevat, dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel als wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. voor recht zal verklaren dat de overeenkomst tussen [eiser] en Waprof rechtsgeldig is ontbonden middels de buitengerechtelijke verklaring van [eiser] d.d. 23 mei 2024, althans de overeenkomst tussen [eiser] en Waprof zal ontbinden;
II. Waprof zal veroordelen om aan [eiser] te voldoen € 39.894,73 ten titel van schadevergoeding;
III. Waprof zal veroordelen om aan [eiser] te voldoen € 1.420,48 ten titel van buitengerechtelijke incassokosten;
Subsidiair
IV. Waprof zal veroordelen tot nakoming van de met [eiser] gesloten overeenkomst conform de offerte van Aquatec, althans op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze, zulks binnen twee maanden na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat Waprof met dit herstel in gebreke blijft;
Primair en subsidiair
V. Waprof zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente tot aan de dag van algehele voldoening.
in de hoofdzaak in reconventie2.3.Waprof stelt dat partijen geen overeenkomst van opdracht gesloten hebben die inhield dat Waprof de oorzaak van het vochtprobleem in de kelder zou onderzoeken en daarvoor een oplossing zou aandragen. [naam VOF] (hierna: [naam VOF] ) heeft in opdracht van [eiser] advies uitgebracht over de wijze waarop het vochtprobleem opgelost moest worden. Waprof en [eiser] hebben een overeenkomst van aanneming van werk gesloten die inhield dat Waprof de werkzaamheden zal uitvoeren op de wijze zoals beschreven in het rapport van [naam VOF] . Waprof heeft het aan haar opgedragen werk naar behoren uitgevoerd en opgeleverd en zij vordert daarom betaling van haar factuur vermeerderd met buitengerechtelijke kosten.
2.4.
Waprof vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar voor zover de wet zulks toelaat:
- [eiser] zal veroordelen om aan Waprof te betalen € 12.721,03, te vermeerderen met wettelijke rente en de contractuele rente over € 11.827,75 en te vermeerderen met de wettelijke rente en de contractuele rente over € 893,28 tot aan de dag van algehele voldoening;
- [eiser] zal veroordelen in de proceskosten, de kosten van het voorlopig deskundigenonderzoek en de daaraan voorafgegane rekestprocedure, te vermeerderen met wettelijke rente.
in het incident in reconventie
2.5.
[eiser] vordert dat hem wordt toegestaan om de vennootschap onder firma [naam VOF] en haar vennoten [naam vennoot 1] en [naam vennoot 2] in vrijwaring op te roepen. [eiser] voert daartoe aan dat indien de stellingen van Waprof – dat zij haar werkzaamheden heeft uitgevoerd conform de rapportage van [naam VOF] en in opdracht van [eiser] – als juist zouden worden gehouden, [naam VOF] [eiser] dient te vrijwaren voor de schade die wordt geleden. Uit het voorlopig deskundigenrapport met betrekking tot onderhavige zaak volgt immers dat [naam VOF] grove fouten heeft gemaakt in haar advies aan [eiser] . Beiden vennoten [naam vennoot 1] en [naam vennoot 2] zijn in beginsel hoofdelijk en privé aansprakelijk voor de handelingen en schulden van de V.O.F., zodat zij ook in vrijwaring dienen te worden opgeroepen. Daarnaast is de heer [naam vennoot 1] feitelijk degene die het advies heeft opgesteld.
2.6.
Waprof voert verweer. Waprof stelt dat er geen rechtsverhouding tussen [naam VOF] en [eiser] bestaat die [naam VOF] verplicht de nadelige gevolgen van een veroordeling van [eiser] te dragen. Een mogelijke aansprakelijkheid van [naam VOF] jegens [eiser] behoort tot de merites van de overeenkomst tussen [naam VOF] en [eiser] . In deze overeenkomst is volgens Waprof geen verplichting tot vrijwaring te vinden. Daarnaast is Waprof van mening dat er geen vrees hoeft te zijn voor tegenstrijdige uitspraken, zodat ook dat geen reden voor oproeping in vrijwaring is. En tot slot voert Waprof aan dat een vrijwaring de procedure in aanmerkelijke mate compliceert en vertraagt.

3.De beoordeling in het incident3.1. De rechtbank overweegt als volgt. Voor toewijzing van een vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat de partij die een derde in vrijwaring wenst op te roepen zich beroept op een rechtsverhouding met die derde die meebrengt dat de partij de nadelige gevolgen van de beslissing in de hoofdzaak op die derde kan afwentelen. Het daadwerkelijk bestaan van de gestelde rechtsverhouding behoeft nog niet vast te staan. Dat zal in de vrijwaringszaak moeten worden onderzocht.

3.2.
Gelet op de door [eiser] aangevoerde grond voor de oproeping in vrijwaring, valt naar het oordeel van de rechtbank op voorhand niet uit te sluiten dat [eiser] geheel of gedeeltelijk regres zal kunnen nemen op [naam VOF] . Dat is voor toewijzing van het verzoek voldoende. Van een onredelijke vertraging is geen sprake. De rechtbank is daarom van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen.
3.3.
Gelet op de aard van het incident zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident in reconventie
4.1.
staat toe dat de vennootschap onder firma [naam VOF] en haar vennoten [naam vennoot 1] en [naam vennoot 2] door [eiser] worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 4 december 2024,
4.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
4 december 2024voor conclusie van antwoord in reconventie.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH