[eiser] vordert:
I. voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst met ingang van 1 april 2024 is geëindigd,
II. Doorwerk (in haar hoedanigheid van bewindvoerder) te veroordelen het gehuurde te ontruimen en te verlaten,
III. voor recht te verklaren dat Doorwerk in persoon en in haar hoedanigheid van bewindvoerder hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die aan de woning van [eiser] is ontstaan als gevolg van:
a. de werkzaamheden aan de badkamer (verwijderen en opnieuw voegen en kitten met de onjuiste kit) en/of,
b. het niet tijdig leeg en ontruimd opleveren van de woning door [naam onderbewindgestelde] ,
IV. Doorwerk in persoon en in haar hoedanigheid van bewindvoerder te veroordelen tot betaling van:
a. een redelijke vergoeding voor het gebruik van de woning, vast te stellen op de laatst geldende huurprijs van € 776,00 per maand en te verhogen tot € 821,00 per maand vanaf 1 juli 2024
b. € 925,00 per maand vanaf 1 mei 2024 verminderd met de betalingen die Doorwerk op grond van IV. sub a daadwerkelijk heeft betaald,
c. een voorschot op de schade van € 11.374,00 terzake de herstelwerkzaamheden aan de badkamer en de keuken, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2024 (althans de dag van dagvaarding) en voor het overige op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
d. een voorschot op de schade terzake de annulering van renovatiewerkzaamheden van € 6.050,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2024 (althans de dag van dagvaarding) en voor het overige op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
e. de schade terzake de opslagkosten van € 121,00 per maand vanaf 1 april 2024 tot een maand na de dag dat de woning zal zijn ontruimd en verlaten, te vermeerderen met de wettelijke rente telkens vanaf de eerste dag van de maand waarop de betaling verschuldigd zal zijn.
f. de proceskosten en de nakosten.