In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 6 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen over een huurovereenkomst. De eiser in conventie, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1], heeft de huurovereenkomst opgezegd met als reden dringend eigen gebruik en renovatie. De gedaagden in conventie, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie], hebben verweer gevoerd en vorderden onder meer een ontbinding van de huurovereenkomst en huurprijsverlaging vanwege gebreken aan de woning. De huurovereenkomst was aangegaan op 30 april 2017 en de partijen hebben diverse geschillen gehad over de huurprijs en de staat van het gehuurde, waaronder vocht- en schimmelproblemen. De huurcommissie heeft in 2022 geoordeeld dat de huurprijs verlaagd moest worden vanwege deze gebreken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opzegging van de huurovereenkomst door de eiser niet rechtsgeldig was, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de woning dringend nodig was voor eigen gebruik. De vorderingen van de eiser zijn afgewezen en de huurovereenkomst is verlengd voor onbepaalde tijd. Tevens is de eiser veroordeeld tot betaling van teveel betaalde huur aan de gedaagden en tot het inschakelen van een onafhankelijk bouwtechnisch bureau om de vochtproblematiek te onderzoeken.