ECLI:NL:RBLIM:2024:8021

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
10961920 CV EXPL 24-1122
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en ontbindingsrecht bij gebrekkige levering van een bakfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 6 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiseres], en een handelaar in fietsen, aangeduid als [gedaagde]. De consument had op 28 april 2023 een bakfiets gekocht van de gedaagde, maar na levering op 26 mei 2023 bleek er een probleem te zijn met het deurtje van de bakfiets. Ondanks meerdere pogingen om het probleem op te lossen, bleef de consument ontevreden en heeft zij uiteindelijk op 16 augustus 2023 de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De consument vorderde terugbetaling van de koopprijs van € 5.973,00, alsook kosteloze vervanging of herstel van de fiets, en vergoeding van kosten en rente.

De kantonrechter overwoog dat er sprake was van een overeenkomst op afstand en dat de consument het recht had om de overeenkomst binnen een bepaalde termijn te ontbinden. Echter, de rechter oordeelde dat de consument, door herhaaldelijk te kiezen voor herstel in plaats van ontbinding, haar recht op ontbinding had prijsgegeven. De rechter concludeerde dat de gedaagde zijn verplichtingen was nagekomen door het deurtje en slot te vervangen zonder kosten in rekening te brengen. De vorderingen van de consument werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen partijen in consumentenkoop en de gevolgen van het kiezen voor herstel in plaats van ontbinding van de overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10961920 CV EXPL 24-1122
Vonnis van 6 november 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. M.C.W. Spoelstra,
tegen
[gedaagde]handelend onder de naam
[handelsnaam],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op of omstreeks 28 april 2023 heeft [eiseres] , als consument, van [gedaagde] , handelaar in (brom)fietsen, een driewieler c.q. bakfiets, merk Nihola (hierna: de fiets), gekocht voor de totaalprijs van € 5.973,00, inclusief ledverlichting en een vloermat voor de bak. Partijen hebben hieraan voorafgaand meerdere keren met elkaar gebeld en over en weer gemaild.
2.2.
Nadat de fiets op 26 mei 2023 bij [eiseres] is geleverd, heeft [eiseres] per mail kenbaar gemaakt dat de deur van de bak niet goed sloot.
2.2.1.
Diezelfde dag nog heeft [gedaagde] per mail geantwoord:
Wat betreft het deurtje, deze gaat met de sluiting dicht.
U dient wat kracht te zetten op de sluiting om deze te vergrendelen. Dit omdat het deurtje tegen de bak aan getrokken wordt.
Het deurtje past zeker op het frame, want is hier ook op juiste werking getest, en de bakfiets is met gesloten deurtje geleverd.
Wanneer het niet zou passen, dan zou het deurtje niet dicht kunnen.
Mocht ik één en ander verkeerd begrepen hebben, en er toch problemen zijn, dan graag een duidelijke beschrijving geven, indien mogelijk met foto.
Dan kunnen we beter op afstand beoordelen wat er aan de hand is.
2.2.2.
Diezelfde avond ontving [gedaagde] de volgende drie berichten:
Het deurtje sluit idd niet lijkt niet te passen zal even film maken ervan.
Het slotje zit ook verkeerd en los, zelfs met 2 man is het deurtje niet dicht te krijgen.
Hoi de delen passen gewoon niet op elkaar, met geen mogelijkheid bij elkaar te krijgen. Ik zal morgen even een video opnemen.
2.2.3.
Op 27 mei 2023 heeft [gedaagde] hierop geantwoord:
Erg vreemd. Zoals gezegd, we hebben hem hier helemaal nagelopen en alles gecontroleerd. Misschien dat tijdens het transport het deurtje iets verzet is.
Er zijn 2 mogelijke oplossingen wanneer het de sluiting niet recht tegenover elkaar komt.
1 het deurtje is iets verzet. Oplossing: (…).
2. het slotje op de bak is wat verzet. Oplossing (…)
Mocht u er niet uit komen, dan zie ik graag enkele foto’s van het deurtje, waarbij het deurtje zo dicht mogelijk gedrukt wordt (…)
2.2.4.
Diezelfde avond ontving [gedaagde] het volgende antwoord:
Hoi de delen passen gewoon niet op elkaar, met geen mogelijkheid bij elkaar te krijgen. Ik zal morgen even een video opnemen.
2.2.5.
Op 6 juni 2023 heeft [gedaagde] het filmpje ontvangen.
2.3.
Op 6 juni 2023 ontving [gedaagde] ook de volgende mail:
Ik heb jullie een video gestuurd van het deurtje van Nihola bakfiets -die defect is aangekomen en waarvan ik direct melding heb gemaakt- (…)
Gelieve een datum in te plannen om de fiets te komen ophalen want deze is niet te gebruiken. Graag kies ik een nieuwe uit..
2.3.1.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] geantwoord:
Ik heb het filmpje ontvangen. Zo te zien is er niets mis mee, alleen slotje op de bak is naar beneden gedraaid. Deze moet even recht (een kwart slag) gedraaid worden. Zie foto. Wanneer u het slotje goed gedraaid heeft, dan kunt u wanneer het slotje open is het hakje achter het deel op het deurtje haken. Zie foto. Wanneer u het slotje dan dicht drukt trekt hij het deurtje vanzelf tegen de bak aan. Zie foto. Dit moet met enige weerstand, want dat zorgt er voor dat het deurtje nooit rammelt tijdens het fietsen.
Mocht u er nog niet uit komen dan hoor ik het graag.
2.4.
[eiseres] heeft diezelfde dag hierop geantwoord:
Er blijft een groot gat zitten hij trekt het deurtje helemaal niet recht. We hebben het met twee man geprobeerd. 1 persoon de bak vasthoudend de andere persoon geprobeerd om hem in het slotje te krijgen maar dit lukt niet. Als we er meer druk op zouden zetten zou het eeaf springen. Als het slotje zo snel los gaat of springt is dat levensgevaarlijk
2.4.1.
[gedaagde] heeft diezelfde dag gereageerd:
Vreemd. Dan zouden we de bakfiets hier moeten hebben om hem na te kijken. Het deurtje ging hier namelijk prima open en dicht. En zo aan het filmpje te zien is er niets behalve dat het slotje naar beneden gedraaid is.
2.5.
Nog altijd op 6 juni 2023, om 12.17 uur, antwoordt [eiseres] :
Kijk naar beneden gat dat ontstaat
Hoe dichter men het deurtje trekt hoe groter het gat wordt waar deurtje en bodem elkaar niet raken. Dat dit slotje los is gekomen, tijdens vervoer van de fiets dan is dit geen stevig materiaal zoals in de beschrijving. Als een kind met de beentjes trappelt in de bak, zou zomaar het slotje los schieten (zoals dat met levering in bus dan gebeurd is) of zoals nu er een gat zit komt een kind met voetje ertussen en is dit levensgevaarlijk.
We willen hem graag retourneren en een andere bakfiets die snel leverbaar is uitkiezen.
2.5.1.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] geantwoord:
Het deurtje moet gewoon goed sluiten, zonder gat onderin. Het slotje springt wanneer goed geplaatst absoluut niet los, ook niet wanneer een kind met de voetjes tegen het deurtje trappelt. Zoals reeds aangegeven zullen we de bakfiets hier moeten hebben, dan kunnen we nakijken wat het probleem is en dit oplossen.
2.5.2.
Diezelfde dag ontving [gedaagde] het antwoord:
Wanneer kunnen jullie hem ophalen
2.5.3.
Op 7 juni 2023 heeft [gedaagde] geantwoord:
Ik zal een ophaal opdracht bij de transporteur aanmaken. (…)
2.5.4.
Diezelfde dag antwoordde [eiseres] :
Hartelijk dank
2.6.
Op 8 juni 2023 stuurde [eiseres] het bericht:
Bedankt voor de ophaalopdracht. Ik zie in de mail staan in doos. Ik heb geen doos bij de fiets gekregen er zat alleen wat bubbelplastic omheen.
We wilden eigenlijk gebruik gaan maken van het herroepingsrecht zoals die in de algemene voorwaarden staan omschreven. Er is echter een andere fiets waarvoor we de Nihola zouden willen omruilen. De Cangoo Keewee. Het verschil in de aanschafprijs minus transport kosten zouden wij graag wel retour ontvangen. Graag horen wij hoe we dit vorm kunnen geven.
2.6.1.
[gedaagde] heeft diezelfde dag hierop geantwoord:
U kunt de bakfiets gewoon meegeven zoals hij bezorgd is (…)
Het herroepingsrecht is niet van toepassing op bestellingen die specifiek voor de klant samengesteld worden (maatwerk). (zie de voorwaarden van het herroepingsrecht op onze website). Hier vallen dus ook de Nihola bakfietsen onder. Deze worden op bestelling samengesteld en geleverd, naar wens van de klant.
We kunnen de fiets wel inruilen op een Keewee bakfiets, maar kunnen niet de volledige aankoopprijs verrekenen. Als we hem weer verkopen moeten we namelijk 21% BTW over de verkoopprijs afdragen aan de belasting, en we krijgen de reeds betaalde btw over de verkoop aan u niet terug. Verder hebben we natuurlijk weer kosten voor eventuele aanpassingen om de fiets aan de wensen van de volgende klant te laten voldoen. Verder is de accu van de ondersteuning geactiveerd voordat de fiets aan u geleverd werd, en zullen we deze nu dus ook regelmatig moeten onderhouden (…).
Het lijkt mij het beste dat we eerst eens even kijken wat nu het probleem met het deurtje is als de bakfiets hier is. Ik vermoed dat dit echt een kleinigheidje is en we dit zo opgelost hebben.
2.7.
Partijen hebben hierna erover gecommuniceerd wanneer de bakfiets opgehaald zou worden.
2.8.
Op 9 juni 2023 heeft [gedaagde] gemaild:
Weet u al of u de bakfiets wilt omruilen voor de KeeWee of toch de Nihola weer terug wilt ontvangen? (…)
2.8.1.
Diezelfde dag heeft [eiseres] laten weten dat ze het nog niet wist.
2.9.
Op 13 juni 2023 is de bakfiets aangekomen bij [gedaagde] .
2.10.
[gedaagde] heeft hierop onder meer geconstateerd dat de rubberen vloermat, die [eiseres] mee besteld had, niet ver genoeg naar achteren in de bak was gelegd (en daardoor tussen het deurtje en de bak zat, waardoor het deurtje destijds niet kon sluiten) en dat het deurtje bij de scharnier wat verbogen was, waardoor het deurtje, ook nadat de mat naar achter was gelegd, thans toch niet meer geheel aansloot.
2.11.
[gedaagde] heeft deze bevindingen met [eiseres] gecommuniceerd. Partijen hebben daarop afgesproken dat [gedaagde] het deurtje en het slot zou herstellen en de fiets
zou laten terugbezorgen.
2.12.
[gedaagde] heeft een geheel nieuw deurtje en nieuw slot geplaatst. Hiervoor zijn geen kosten in rekening gebracht. Ook zijn geen transportkosten in rekening gebracht.
2.13.
Op 21 juli 2023 is de fiets weer bij [eiseres] afgeleverd. [gedaagde] heeft hierna een aantal weken niets meer vernomen.
2.14.
Bij brief van 16 augustus 2023 heeft de gemachtigde van [eiseres] aan [gedaagde] bericht dat de problemen niet zijn verholpen. Zij heeft voorts onder meer aangegeven dat, omdat de fiets niet op maat is gemaakt, [eiseres] wel degelijk het herroepingsrecht toekomt. Aangezien [eiseres] te horen kreeg dat haar geen herroepingsrecht toekwam, is zij akkoord gegaan met het herstellen van de fiets. [gedaagde] is gesommeerd het aankoopbedrag terug te betalen.
2.15.
Partijen hebben hierna telefonisch gesproken over een omruiling. In november 2023 heeft [eiseres] aangegeven het aankoopbedrag terug te willen.
3. Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert - samengevat -
primairde overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden te verklaren,
subsidiairte ontbinden, en [gedaagde] te veroordelen tot het betalen van € 5.973,00,
meer subsidiair[gedaagde] te veroordelen tot kosteloze vervanging dan wel herstel van de fiets, onder verbeurte van een dwangsom. Daarnaast is gevorderd de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de (buitengerechtelijke) kosten, en rente.
3.2.
[eiseres] legt daaraan ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst op afstand tot stand is gekomen, dat de overeenkomst per e-mail van 6 dan wel 8 juni 2023 op grond van artikel 6:230o lid 1 onder b BW buitengerechtelijk is ontbonden, althans dat partijen herstel zijn overeengekomen omdat [gedaagde] jegens [eiseres] heeft ontkend dat [eiseres] een ontbindingsrecht toekomt en, nu dit herstel niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, [eiseres] op 16 dan wel 22 augustus 2023 de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden ex artikel 7:22 BW. [gedaagde] dient het aankoopbedrag terug te betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

vooraf: wel een koop op afstand
4.1.
Gelet op de gestelde gang van zaken, is sprake van een overeenkomst op afstand als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 onderdeel e BW. Alle relevante contracthandelingen vóór het sluiten van de overeenkomst hebben immers op afstand (dat wil zeggen met gebruikmaking van middelen voor communicatie op afstand, zoals telefoon en internet) plaatsgevonden.
4.1.1.
Voor zover [eiseres] al hieraan voorafgaand de winkel te [woonplaats 2] een keer fysiek zou hebben bezocht om informatie (zoals [gedaagde] stelt en [eiseres] betwist), kan dit het vorenstaande niet anders maken nu niet is gesteld dat (in dat geval) al in de winkel over een overeenkomst is onderhandeld. Zo geeft [gedaagde] zelf aan, dat partijen (na dit vermeende bezoek) telefonisch diverse modellen en mogelijkheden hebben besproken, [eiseres] per mail had aangegeven een offerte te willen van een Nihola bakfiets in een bepaalde uitvoering en de offerte vervolgens telefonisch heeft goedgekeurd en dat [gedaagde] na de goedkeuring de bestelling heeft geplaatst en de factuur heeft verzonden. Omdat de onderhandelingen en de contractsluiting op afstand plaatsgevonden, is sprake van een overeenkomst op afstand.
vooraf: wel een ontbindingsrecht
4.2.
De consument heeft hiermee het recht om de overeenkomst binnen een zekere bedenktermijn zonder opgave van redenen te ontbinden (artikel 6:230o lid 1 sub b onder 1 BW; de Richtlijn gebruikt het begrip “herroepen”).
4.2.1.
Anders dan [gedaagde] stelt, is de fiets niet zodanig aangepast dat het een zaak betreft die van dit recht is uitgezonderd. [gedaagde] heeft in verband erop gewezen dat [eiseres] heeft kunnen kiezen uit verschillende kleuren van de bak, verschillende typen frame / versnelling / remmen / verlichting en wel of geen deurtje / huif / bankje / verlichting / elektrische ondersteuning en dat de fiets dan zo wordt gebouwd. Bij de in artikel 6:230 lid onder f sub 1 BW bedoelde uitzondering dient het evenwel te gaan om die zaken die volgens opgave van de consument vervaardigd zijn, zoals op maat gemaakte gordijnen of een door de consument samengesteld boek met vakantiefoto’s. Maar heeft de consument de keuze uit een aantal standaardmaten, dan is er geen sprake van een volgens opgave van de consument vervaardigde zaak. Hoewel in dit geval sprake is van zeer veel opties, betreft het nog altijd standaarden waaruit [eiseres] de keuze heeft gemaakt. De fiets is ook nog altijd “gewoon” aan andere consumenten te verkopen. Bovenstaande beoordeling - linksom of rechtsom - kan [eiseres] evenwel niet baten. Het verweer van [gedaagde] , dat [eiseres] helemaal geen gebruik heeft gemaakt van het ontbindingsrecht, treft namelijk doel. Hiertoe is als volgt overwogen.
keuze gemaakt voor herstel, niet ontbinden
4.3.
Op de consument rust de stelplicht en bewijslast voor de juiste en tijdige uitoefening van het ontbindingsrecht binnen de bedenktijd. [eiseres] heeft, na het uitbrengen van de verklaringen dat zij de overeenkomst wilde herroepen althans de fiets wilde omruilen, telkens kenbaar gemaakt (toch) herstel te wensen. [eiseres] heeft de fiets na ontvangst beoordeeld en vervolgens met [gedaagde] erover gemaild dat zij een gebrek heeft vastgesteld aan de bak en over de wijze waarop dit (vermeende) gebrek van haar kant kan worden verholpen. Uiteindelijk is afgesproken dat de fiets bij haar zou worden opgehaald met als enige reden herstel door [gedaagde] . Een herroeping is aanvankelijk in het geheel niet aan de orde geweest.
4.3.1.
[eiseres] heeft op 6 juni 2023 weliswaar verklaard dat zij, vanwege het door haar veronderstelde gebrek, de fiets wilde (retourneren althans) omruilen, maar diezelfde dag nog is zij hierop teruggekomen door ermee in te stemmen dat [gedaagde] het probleem (eerst) zou nakijken en oplossen. Met dit doel liet zij de fiets vervolgens ophalen. Nergens blijkt uit dat zij zich hiertoe verplicht of genoodzaakt voelde. Kortom ook op 6 juni 2023 was van een ontbinding geen sprake. [eiseres] heeft die dag de keuze gemaakt voor herstel.
4.3.2.
[eiseres] heeft twee dagen later, op 8 juni 2023, verklaard de fiets toch te willen omruilen. [gedaagde] stelde, gezien de aanleiding, voor om eerst te bezien wat het probleem was (“Het lijkt mij het beste”). Vaststaat dat [eiseres] met die diagnose heeft ingestemd. Dat [eiseres] dit heeft gedaan omdat [gedaagde] niet akkoord ging met het inroepen van het ontbindingsrecht (althans gemotiveerd aangaf waarom hij niet de volledige aankoopprijs kon verrekenen) betreft niet meer dan een blote stelling en vindt geen steun in de feiten. Zo hebben partijen hierna alléén nog maar erover gecommuniceerd wanneer de bakfiets zou worden opgehaald. Bovendien heeft [gedaagde] desondanks nog op 9 juni 2023 uitdrukkelijk gevraagd of [eiseres] de fiets wilde omruilen - [gedaagde] was kennelijk bereid in te gaan op het verzoek - maar hierover is niet verder gecommuniceerd (ook niet over de condities c.q. de verrekening). [eiseres] heeft, na de diagnose, er vervolgens óók zonder meer mee ingestemd dat [gedaagde] de fiets daadwerkelijk zou herstellen (waarbij [gedaagde] de nodige kosten zou moeten maken en die voor eigen rekening zou nemen).
Indien zij de fiets eigenlijk niet hersteld wilde hebben dan had zij dit toen in duidelijke(r) bewoordingen kenbaar moeten maken (en bij haar standpunt moeten blijven). Ook deze uitlating per mail op 8 juni 2023 kan daarmee niet worden aangemerkt als een ondubbelzinnige verklaring tot ontbinding (waarop niet is teruggekomen).
4.3.3.
Eerst ruim na het verstrijken van de veertiendagentermijn, bij brief van 16 augustus 2023, is ondubbelzinnig kenbaar gemaakt de overeenkomst te willen herroepen. De kantonrechter overweegt
ambtshalvedat die termijn onder omstandigheden kan worden verlengd tot één jaar, maar dit behoeft hier verder geen beoordeling omdat met (de keuze voor, en het feitelijk) herstel een herroeping toen al een gepasseerd station was.
4.4.
Gelet op het vorenstaande is het
primairgevorderde niet toewijsbaar. Er bestaat voor [gedaagde] geen verplichting tot terugbetaling. Deze vorderingen zullen worden afgewezen.
geen sprake van non-conformiteit althans hersteld
4.5.
Ook het beroep op ontbinding van de overeenkomst, omdat het afgeleverde niet aan de overeenkomst zou beantwoorden (artikel 7:22 BW), treft geen doel. Die bevoegdheid bestaat bij een consumentenkoop pas indien herstel en vervanging niet mogelijk zijn, dan wel indien de verkoper zijn verplichting tot herstel niet is nagekomen. De wet regelt niet na hoeveel herstelpogingen de maat voor de koper vol mag zijn. Over het algemeen kan worden gesteld dat de koper het na twee herstelpogingen voor gezien mag houden.
4.5.1.
[eiseres] betwist niet de (plausibele) verklaring van [gedaagde] dat het deurtje niet kon sluiten omdat de rubberen vloermat door haar niet ver genoeg naar achteren in de bak was gelegd, zodat dit als eenvoudige oorzaak wordt aangenomen. Van een non-conformiteit bij aflevering was in zoverre dan ook geenszins sprake. Hooguit zat bij aflevering het slotje gedraaid. [gedaagde] heeft dit deurtje, alsook het slot, vervangen. [gedaagde] stelt dat hierna alles is getest en het deurtje en slot goed werkten; de fiets is daarna aan [eiseres] geretourneerd.
4.5.2.
In de dagvaarding is gesteld dat het slot na herstel nog altijd niet naar behoren sloot, maar dit is niet verder toegelicht of onderbouwd. [eiseres] heeft het bij repliek onder “non-conformiteit” nog uitsluitend over de problemen met de fiets vóór het plaatsvinden van het herstel, maar hiermee wordt miskend dat herstel heeft plaatsgevonden. Voor wat betreft de deugdelijkheid van die herstelwerkzaamheden is ook bij repliek volstaan met de blote stelling dat het deurtje niet deugdelijk is hersteld. Nu niet betwist wordt dat zowel het deurtje als het slotje in zijn geheel is vervangen, heeft [eiseres] hiermee niet kunnen volstaan. Nergens blijkt uit dat het deurtje nog altijd niet sluit (of open zou gaan onder het fietsen). Het feit dat zij, nadat de fiets was geretourneerd, een aantal weken niets van zich heeft laten horen (terwijl zij daarvoor veelvuldig contact had met [gedaagde] ) duidt ook niet in die richting. [eiseres] heeft, nadat de fiets na een eerste herstel(poging) is geretourneerd, ook niet meer om een (tweede) herstel verzocht.
4.5.3.
De stelling bij repliek dat [gedaagde] bij de herstelwerkzaamheden de accu heeft omgewisseld met een andere accu, is niet toegelicht of onderbouwd, en door [gedaagde] betwist. [eiseres] heeft hier niet eerder over geklaagd. De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Over de beweerde krassen is in de dagvaarding niets gesteld en ook bij repliek is hier geen gevolg aan verbonden. Dit behoeft daarmee geen beoordeling.
4.6.
Gelet op het vorenstaande bestaat geen grondslag om het
subsidiair
gevorderde, om de overeenkomst te ontbinden, toe te wijzen. Er bestaat voor [gedaagde] ook geen verplichting tot terugbetaling. Deze vorderingen zullen worden afgewezen.
4.7.
De
meer subsidiairevordering om [gedaagde] te veroordelen tot kosteloze vervanging dan wel herstel, is gezien het vorenstaande evenmin toewijsbaar. Zo staat aldus geenszins vast dat het afgeleverde nog altijd niet aan de overeenkomst voldoet; hiermee kan ook niet worden vastgesteld of het gebrek al dan niet (te) gering is. Voorts heeft [eiseres] , nadat de fiets was geretourneerd, [gedaagde] ook niet meer om herstel verzocht. De kantonrechter begrijpt overigens uit de stellingen van [gedaagde] dat gebreken kosteloos werden hersteld omdat er garantie zit op de fiets. Nergens blijkt uit dat [gedaagde] de fiets niet zo nodig wilde herstellen. Ook deze vordering zal worden afgewezen.
4.8.
Gezien het vorenstaande zijn ook de nevenvorderingen niet toewijsbaar.
4.9.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op nihil, nu hij in persoon heeft geprocedeerd en er geen mondelinge behandeling heeft plaatsgehad.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2024.
NIv