Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 23 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, heeft de kantonrechter op 6 november 2024 uitspraak gedaan over een geschil tussen [naam onderbewindgestelde] en Henko A&T (Adhesives & Tools B.V.). De eiser, [naam onderbewindgestelde], heeft gesteld dat hij niet zelf ontslag heeft genomen en dat hij de vaststellingsovereenkomst tijdig heeft ontbonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer op 10 juli 2024 naar huis is gegaan na een woordenwisseling, maar dat dit niet gelijk staat aan ontslag. De werkgever, Henko, heeft niet kunnen bewijzen dat de werknemer ontslag heeft genomen. De vaststellingsovereenkomst die op 22 juli 2024 is ondertekend, kan door de werknemer binnen twee weken worden ontbonden, wat hij ook heeft gedaan. Hierdoor blijft het dienstverband bestaan. De kantonrechter heeft Henko veroordeeld tot betaling van het salaris van de werknemer vanaf 10 juli 2024, vermeerderd met vakantiegeld en wettelijke verhogingen. Daarnaast is Henko verplicht om de werknemer binnen 24 uur toe te laten tot zijn werkzaamheden, onder verbeurte van een dwangsom. De proceskosten zijn voor rekening van Henko, die grotendeels in het ongelijk is gesteld.