ECLI:NL:RBLIM:2024:7897
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake taxivervoer voor kinderen naar school in het kader van de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning
Op 1 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 25 september 2024, waarin haar huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) was toegekend. Tevens had zij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, omdat het taxivervoer voor haar drie kinderen naar school per 18 oktober 2024 zou stoppen. Dit taxivervoer was eerder geregeld onder de Jeugdwet (Jw), maar werd niet overgenomen in de nieuwe Wmo-indicatie.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2024 werd duidelijk dat verzoekster niet op de hoogte was gesteld van het stoppen van het taxivervoer, wat leidde tot problemen met het naar school gaan van haar kinderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder ten onrechte had aangenomen dat het taxivervoer in de Wmo-indicatie was opgenomen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening toe, zodat het taxivervoer voor de kinderen doorloopt tot en met 6 december 2024. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoekster.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van goede communicatie tussen de betrokken instanties en de gevolgen van het niet tijdig informeren van ouders over veranderingen in de zorgindicaties. De voorzieningenrechter gaf aan dat de kinderen van verzoekster recht hebben op onderwijs en dat het stoppen van het taxivervoer ernstige gevolgen heeft voor hun toegang tot school.