ECLI:NL:RBLIM:2024:786

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10856624 AZ VERZ 23-168
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en loondoorbetaling bij ziekte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en All-In Security B.V. Het betreft een verzoek van [verzoeker] om de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst, die per brief van 16 november 2023 is bevestigd, te vernietigen. [verzoeker] was sinds 16 februari 2021 in dienst bij All-In Security als beveiligingsbeambte en ontving een salaris van € 16,39 per uur. Op 30 oktober 2023 heeft All-In Security [verzoeker] op staande voet ontslagen, wat door [verzoeker] werd betwist. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven, wat betekent dat het ontslag niet rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat All-In Security niet kon bewijzen dat het ontslag op staande voet op de juiste wijze was medegedeeld aan [verzoeker]. Hierdoor werd het verzoek tot vernietiging van het ontslag toegewezen. Daarnaast werd All-In Security veroordeeld om [verzoeker] binnen 48 uur toegang te verlenen tot zijn werkplek en zijn gebruikelijke werkzaamheden te hervatten, en om het verschuldigde loon van € 2.214,41 bruto per vier weken te betalen, met inachtneming van de cao bepalingen over loondoorbetaling bij ziekte. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] toegewezen, die in totaal zijn begroot op € 1.193,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: 10856624 \ AZ VERZ 23-168
Beschikking van 21 februari 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mw mr. M.J.O.F. Rutten, Arag Rechtsbijstand,
tegen
ALL-IN SECURITY B.V.,
te Venlo,
verwerende partij,
hierna te noemen: All-In Security,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de door All-Inn Security overgelegde foto’s
- de mondelinge behandeling op 12 februari 2024
- de pleitnota van [verzoeker] .

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op 16 februari 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht in dienst getreden van All-Inn Security, in de functie van beveiligingsbeambte . [verzoeker] verdient een salaris van € 16,39 per uur, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten. [verzoeker] is geboren op [geboortedatum] 1968 en is nu 55 jaar oud.
Op de arbeidsovereenkomst is de cao particuliere beveiliging van toepassing.
2.2.
Per brief van 26 september 2023 krijgt [verzoeker] een officiële waarschuwing omdat hij een aantal keren slapend is aangetroffen tijdens de dienst en zijn kind had meegenomen naar het werk. Per brief van 28 september 2023 protesteert [verzoeker] tegen deze officiële waarschuwing.
2.3.
Per brief van 16 november 2023 bevestigt All-Inn Security het op 30 oktober 2023 aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet. In de brief vermeldt All-Inn Security het volgende:
“(..)
Hierbij bevestigen wij dat wij u op 30-10-2023 op staande voet hebben ontslagen.
De redenen hiervoor zijn, zoals wij u ook op 26 september jl. en 26 oktober jl. hebben medegedeeld per aangetekende post, dat wij meerdere klachten over u hebben ontvangen vanuit onze opdrachtgevers Levanto en Securitas. U bent meerdere malen slapend aangetroffen tijdens uw dienst. Wij beschouwen dit als een zeer ernstige overtreding en vinden dit onacceptabel.
U heeft gelegenheid gehad uw kant van het verhaal te vertellen. Dit heeft u dan ook schriftelijk gedaan op 28 september. Dit heeft echter niet tot een ander oordeel geleid. Op de tweede officiële waarschuwing heeft u niet meer gereageerd.
De door ons genoemde reden (bovenstaande incidenten) vormen elk afzonderlijk, maar ook in samenhang, een dringende reden voor dit ontslag op staande voet.
(..)”
2.4.
[verzoeker] is vanaf 21 oktober 2023 door ziekte arbeidsongeschikt.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Voorlopige voorziening:
All-Inn Security te veroordelen om [verzoeker] binnen 48 uur na deze beslissing toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen – voor zover hij arbeidsgeschikt is – om zijn gebruikelijke werkzaamheden als beveiligingsbeambte te verrichten, en althans zolang [verzoeker] nog arbeidsongeschikt is, hem eerst op te laten roepen door de bedrijfsarts, op verbeurte van een door All-Inn Security aan [verzoeker] te betalen dwangsom ad € 250,00 voor elke dag dat All-Inn Security nalatig is aan deze veroordeling te voldoen;
All-Inn Security te veroordelen onder overlegging van een deugdelijke specificatie aan [verzoeker] te betalen het verschuldigde loon ad € 2.214,41 bruto per vier weken, vanaf 30 oktober 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW telkens wanneer dit loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan;
Primair:
De opzegging bij brief van 16 november per 30 oktober 2023 te vernietigen ex artikel 7:681 lid 1 BW,
en All-Inn Security te veroordelen:
Om [verzoeker] binnen 48 uur na deze beschikking toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen zijn gebruikelijke werkzaamheden als beveiligingsbeambte te verrichten, en althans zolang [verzoeker] nog arbeidsongeschikt is, hem eerst op te laten roepen door de bedrijfsarts, op verbeurte van een door All-Inn Security aan [verzoeker] te betalen dwangsom ad € 250,00 voor elke dag dat All-Inn Security nalatig is aan deze veroordeling te voldoen;
aan [verzoeker] te betalen het verschuldigde loon ad € 2.214,41 bruto per vier weken, vanaf 30 oktober 2023 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW telkens wanneer dit loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan;
All-Inn Security te veroordelen tot verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie(s), waarin het bedrag en betaling van het verschuldigde onder sub c is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na deze beschikking dat All-Inn Security niet voldoet aan de beschikking;
Subsidiar voor het geval de primaire vordering ingetrokken wordt:
Tot betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW ad € 10.000,00 bruto, of zoveel meer of minder als de rechter in goede justitie meent te moeten toewijzen binnen 14 dagen na deze beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW als niet binnen deze termijn is betaald;
tot betaling aan [verzoeker] van de gefixeerde schadevergoeding van artikel 7:672 lid 11 BW ad € 4.428,82 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 30 oktober 2023;
betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding ex artikel 6:119 BW, een bedrag van € 2.287,63 bruto vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 30 november 2023 tot de dag der algehele voldoening;
verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub g, i en j is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat All-Inn Security niet voldoet aan de beschikking;
Meer subsidiair
All-Inn Security te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de verschuldigde transitievergoeding ad € 2.287,63 bruto, dan wel een gedeelte van deze transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
All-Inn Security te veroordelen tot verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub l is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat All-Inn Security niet voldoet aan de beschikking,
Subsidiair en meer subsidiair:
m. een verklaring voor recht dat het relatiebeding is komen te vervallen, dan wel het relatiebeding wordt vernietigd.
Primair, subsidiair meer subsidiair:
All-Inn Security te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 875,00 met bepaling indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, All-Inn Security daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening;
0. de kosten van de procedure, vermeerderd met de nakosten.

4.De beoordeling

De voorlopige voorziening
4.1.
Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen voor de duur van procedure. Deze procedure eindigt vandaag doordat een eindbeslissing wordt genomen op het verzoek van [verzoeker] . De gevorderde voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen.
Het ontslag op staande voet
4.2.
Het geschil van partijen betreft de vraag of All-Inn Security [verzoeker] op staande voet mocht ontslaan en of dit is gebeurd met in achtneming van de wettelijke vereisten. Hierna zal beoordeeld worden of het ontslag rechtsgeldig is gegeven.
4.3.
Op grond van artikel 7:677 Burgerlijk Wetboek (BW) is de werkgever bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de werknemer. Voor het antwoord op de vraag of een ontslag al dan niet onverwijld is gegeven is beslissend het tijdstip waarop de dringende reden voor dat ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen.
De kantonrechter is van oordeel dat het op 30 oktober 2023 gegeven ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Dit ontslag is daarom niet rechtsgeldig gegeven. Voor dit oordeel is het volgende van belang.
4.4.
All-Inn Security stelt dat zij in een gesprek op 30 oktober 2023 [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen. [verzoeker] betwist dat hij op 30 oktober 2023 op staande voet is ontslagen en geeft aan pas na ontvangst van de brief van 16 november 2023 kennis te hebben genomen van het ontslag op staande voet. Omdat All-Inn Security niet kan bewijzen dat hij [verzoeker] op 30 oktober 2023 mondeling op staande voet heeft ontslagen, passeert de kantonrechter deze stelling.
4.5.
Dan blijft over de brief van 16 november 2023. De feiten waarop het ontslag op staande voet is gebaseerd, dateren - volgens de stellingen van All-Inn Security – van 26 september 2023, 18 oktober 2023, 26 oktober 2023 en van eind december 2023. Deze laatste datum kan niet correct zijn omdat [verzoeker] toen door ziekte arbeidsongeschikt was en bovendien al was ontslagen. De feiten waarop All-Inn Security zich baseert gaan over klachten over het eten van een banaan, het slapen tijdens diensten en het meenemen van zijn vrouw en kind door [verzoeker] naar het werk. Mochten deze feiten al een dringende reden voor een ontslag op staande voet opleveren, dan geldt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven althans niet onverwijld is medegedeeld. All-Inn Security had meer voortvarend te werk moeten gaan en meteen tot actie moeten overgaan. Bij een ontslag op staande voet moet de situatie zo ernstig zijn dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst bij wijze van spreken geen dag langer kan plaatsvinden. Hierbij past niet dat pas na enkele dagen of weken wordt overgegaan tot het geven van een ontslag op staande voet.
4.6.
Omdat het ontslag niet onverwijld is gegeven, is het onterecht gegeven en zal het verzoek tot vernietiging daarvan worden toegewezen. Aan de vraag of de gedragingen van [verzoeker] een dringende reden opleveren komt de kantonrechter niet toe.
4.7.
Ook de gevraagde wedertewerkstelling vanaf het moment dat [verzoeker] weer arbeidsgeschikt is en de oproeping voor de bedrijfsarts worden toegewezen.
4.8.
Omdat de arbeidsovereenkomst nog voortduurt heeft [verzoeker] recht heeft op betaling van het loon vanaf 30 oktober 2023. Er is sprake van een contract met een uitgestelde prestatieplicht. [verzoeker] maakt aanspraak op betaling van loon gebaseerd op het gemiddeld aantal uren die hij gewerkt heeft in de periodes 9, 10 en 11 voorafgaand aan zijn ontslag. Dit komt volgens hem neer op een gemiddelde per loonperiode van € 2.214,41 bruto. All-Inn Security heeft dat niet betwist. In rechte wordt daarvan daarom uitgegaan. Dit leidt ertoe dat ook de verzochte loondoorbetaling wordt toegewezen, echter met inachtneming van bepalingen in de toepasselijke cao over loon bij ziekte. Dit houdt in dat [verzoeker] over de eerste zes maanden van het eerste ziektejaar recht heeft op 100% doorbetaling van het loon en over de tweede zes maanden 90%. In het tweede ziektejaar heeft [verzoeker] recht op 85% doorbetaling van het loon.
Van de betalingen zal All-Inn Security schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificaties moeten verstrekken, zodat ook het verzoek dat hierop ziet wordt toegewezen.
4.9.
[verzoeker] vordert verder betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 875,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De kantonrechter wijst dit verzoek af omdat het niet is onderbouwd. [verzoeker] geeft enkel aan dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die niet kunnen worden aangemerkt als verrichtingen ‘ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak”, maar verzuimt daarbij aan te geven om welke werkzaamheden het gaat.
4.10.
All-Inn Security is (grotendeels) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [verzoeker] worden begroot op:
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
814,00
(2,00 punten × € 40,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.193,00
4.12.
De kantonrechter zal deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst bij brief van 16 november 2023 per 30 oktober 2023,
5.2.
veroordeelt All-Inn Security:
- om [verzoeker] binnen 48 uur na heden toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen zijn gebruikelijke werkzaamheden als beveiligingsbeambte te verrichten, en, althans zolang [verzoeker] nog arbeidsongeschikt is, hem eerst op te laten roepen door de bedrijfsarts, op verbeurte van een door All-Inn Security aan [verzoeker] te betalen dwangsom ad € 250,00 voor elke dag dat All-Inn Security nalatig is aan deze veroordeling te voldoen;
- aan [verzoeker] , met inachtneming van de bepalingen van de cao particuliere beveiliging over loondoorbetaling bij ziekte, te betalen het verschuldigde loon ad € 2.214,41 bruto per vier weken, vanaf 30 oktober 2023 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW telkens wanneer dit loon niet tijdig, te weten op de laatste dag van de betreffende periode, is voldaan;
- tot verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie(s), waarin het bedrag en betaling van salaris is verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na deze beschikking dat All-Inn Security niet voldoet aan de beschikking,
5.3.
veroordeelt All-Inn Security in de kosten van deze procedure aan de kant van [verzoeker] gevallen en tot heden begroot op € 1.193,00,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.
plg