Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de mondelinge behandeling van 27 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
zonder winstoogmerk met behulp van de revenuen van het vermogen van de stichting onderwijs en/of vorming in de meest brede zin, ook buiten schoolverband, aan personen uit Weert en omstreken te bevorderen”. Hiertoe verleent Provisus financiële steun aan non-profit organisaties en burgerinitiatieven op de thema’s onderwijs, kunst en cultuur. Provisus beheert het vermogen dat is opgebouwd door de Vereniging Bisschoppelijk College St-Jozef Weert. Het door Provisus beheerde vermogen bestaat in hoofdzaak uit onroerende zaken en “financiële middelen”. Provisus financiert haar exploitatie met de opbrengsten uit haar vermogen.
het perceel gelegen aan de Kruisbergenweg te Weert, kadastraal bekend GEMEENTE WEERT, sectie K nummer 2269, groot 43 aren en 65 centiaren, partijen volledig bekend, wordende daarvan geen nadere omschrijving verlangd.”
Partijen hebben het recht de huurovereenkomst bij aangetekende brief op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.”
De huurprijs bedraagt ingaande 1 januari 1990 TIEN CENT per vierkante meter, derhalve 436,50 per jaar zijnde de kale huur van het gehuurde.”
3.Het geschil
- zij huurt het terrein al meer dan 55 jaar, vanaf haar oprichting;
- zij vervult een maatschappelijke functie;
- zij heeft de nodige investeringen gedaan (kantine en zwemvijver);
- zij kan geen ander geschikt terrein vinden en zonder dit terrein kan zij niet voortbestaan.
4.De beoordeling
(…) Ook als de wet of een duurovereenkomst wel voorziet in een regeling van de opzegging, kunnen, indien de wet en hetgeen tussen partijen is overeengekomen daarvoor ruimte laten, de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval op grond van artikel 6:248 lid 1 BW meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden. Een beroep op een uit de wet of een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen kan op grond van art. 6:248 lid 2 BW onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (…)”
“(…) Ook als een overeenkomst voorziet in een regeling van de opzegging kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst in de omstandigheden van het geval in de weg staan aan respectievelijk opzegging, opzegging zonder zwaarwegende grond, opzegging op een bepaald moment, of opzegging zonder aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. (…).”