2.2.[eiser] stelt dat de kantonrechter zonder meer bevoegd is van zijn vorderingen kennis te nemen, nu de totale vordering een bedrag bedraagt van € 5.101,00. Hij heeft zijn eis gewijzigd in dier voege dat hij vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad evenals hoofdelijk:
1. Gedaagden primair tot vergoeding van de schade zal veroordelen, ontstaan als gevolg van het onrechtmatige handelen waardoor een zinkgat is ontstaan, en de gevel aan de voorzijde
continue nat is, door het verwijderen van de hemelwaterafvoer van het perceel van eiser ten bedrage van € 3.630,00 inclusief btw volgens de kostenraming van de firma Kep Blaauw (productie 28);
2. Gedaagden zal bevelen een eigen hemelwaterafvoer te maken op hun eigen perceel nu zij geen redelijk belang meer hebben bij een gezamenlijke hemelwaterafvoer door het maken van een eigen rechtstreekse rioolaansluiting op de openbare weg;
3. Gedaagden zal veroordelen tot herstel van de onrechtmatige aanbreng van kit om een
loodlap te bevestigen en de dakpan en Bouwservice [naam bedrijf] aan te wijzen als partij, die de loodlap op juiste wijze kan invoegen waarbij de kosten ten bedrage van
€ 102,85 voor rekening van gedaagden worden gebracht, waarbij de kit volledig wordt verwijderd van en uit de gevel van eiser binnen 2 weken na betekening van dit vonnis;
4. Gedaagden zal veroordelen om binnen 4 weken na betekening van dit vonnis het
onrechtmatig gebouwde deel van de serre te verwijderen althans dat gedeelte dat boven
en op de scheidsmuur is bevestigd, net zoals de kabel die loopt naar de schotel, onder oplegging van een dwangsom ex artikel 611 a Rv, ten bedrage van € 500,- per dag voor iedere dag (waarbij een gedeelte van een dag als gehele dag heeft te gelden, indien
gedaagden tezamen of afzonderlijk, in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-
dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom;
5. Gedaagden zal veroordelen om binnen 4 weken na betekening van het vonnis de
overhangende hemelwaterafvoer te verwijderen, onder oplegging van een dwangsom ex
artikel 611 a Rv, ten bedrage van € 500,- per dag voor iedere dag (waarbij een gedeelte van
een dag als gehele dag heeft te gelden, indien gedaagden tezamen of afzonderlijk, in gebreke blijven, met een maximum van €25.000,-, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom;
6. Gedaagden zal veroordelen om binnen 4 weken na betekening van het vonnis de
overhangende houtconstructie met trespa platen te verwijderen onder oplegging van een
dwangsom ex artikel 611a Rv, ten bedrage van € 500,- per dag voor iedere dag (waarbij een
gedeelte van een dag als gehele dag heeft te gelden, indien gedaagden tezamen of
afzonderlijk, in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom;
7. Gedaagden primair zal veroordelen tot herstel van de onrechtmatig geboorde gaten in de
scheidsmuur, door een door de kantonrechter te benoemen zakelijke en professionele partij, waarbij de kosten voor rekening van gedaagden worden gebracht;
8. Gedaagden zal veroordelen tot betaling van de volledige proceskosten van dit geding, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening in de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
9. Gedaagden zal veroordelen in het bedrag dat eiser voldaan heeft, door het list en bedrog van gedaagden om de rechtbank in kort geding te misleiden met bewuste onjuiste feitelijke stellingen waarvan zij wisten dat deze niet op waarheid berusten ex art. 21 Rv en de kosten van de exorbitante factuur, met als doel eiser hiervoor te laten opdraaien ten bedrage van €1.471,00, dan wel in ieder geval vast te stellen dat er geen sprake is van een gezamenlijke hemelwaterafvoer waar eiser aan mee zou moeten betalen, dan wel vast te stellen dat de hoogte van de betreffende factuur onjuist is;
10. Gedaagden zal veroordelen om binnen 4 weken na betekening van het vonnis de hemelwaterafvoer aan de achterzijde te laten verwijderen van het perceel van eiser, daar er geen sprake is van een erfdienstbaarheid dan wel dat gedaagden daar rechtens een redelijk belang bij hebben, onder oplegging van een dwangsom ex artikel 611 a Rv, ten bedrage van € 500,- per dag voor iedere dag (waarbij een gedeelte van een dag als gehele dag heeft te gelden, indien gedaagden tezamen of afzonderlijk, in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,-, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom.