Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 6
- de conclusie van dupliek met producties 1 tot en met 3 (hierna hernummerd als producties
- de akte van [gedaagde] .
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert [eiseres] dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 2.000,00, met wettelijke rente, voortvloeiend uit een overeenkomst die zou zijn gesloten via sms-berichten na hun echtscheiding. De partijen waren gehuwd en zijn op 2 oktober 2020 gescheiden, waarbij een echtscheidingsconvenant is opgesteld. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de leaseovereenkomsten van twee auto’s, waaronder een BMW 3, die [eiseres] mocht gebruiken. De geschilpunten draaien om de betaling van leasekosten die [eiseres] heeft gemaakt, terwijl deze volgens het convenant voor rekening van [gedaagde] zouden moeten komen.
Tijdens de procedure heeft [eiseres] gesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen via sms-berichten, waarin [gedaagde] heeft aangeboden om haar een deel van de kosten terug te betalen. [gedaagde] heeft dit betwist en aangevoerd dat er geen geldleningsovereenkomst is en dat de betalingen die hij heeft gedaan, uit een morele verplichting voortkwamen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen en dat [gedaagde] een bedrag van € 2.000,00 aan [eiseres] verschuldigd is, dat hij tot op heden niet heeft betaald. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.