Uitspraak
RECHTBANK Limburg
[naam], geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [naam] ),
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 10 van de curator,
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderde de vader van een meerderjarige zoon, die onder curatele staat, een omgangsregeling met zijn zoon. De rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, heeft op 16 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. De vader, die eerder ontheven was van het ouderlijk gezag, stelde dat de curator van zijn zoon, die onder curatele staat vanwege een geestelijke beperking, niet in het belang van zijn zoon handelde door geen omgang toe te staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader in zijn dagvaarding belangrijke feiten niet had vermeld, die relevant waren voor de beoordeling van zijn vorderingen. Dit betreft onder andere zijn onbetrouwbaarheid in het nakomen van afspraken en zijn agressieve gedrag tegenover hulpverleners. De rechtbank oordeelde dat de vader artikel 21 Rv had geschonden door deze feiten niet te vermelden, wat leidde tot de afwijzing van zijn vorderingen. Daarnaast werd opgemerkt dat er bij de zoon een forse weerstand was ontstaan tegen contact met de vader, wat de rechtbank ertoe bracht om met zorg en terughoudendheid naar toekomstig contact te kijken. De rechtbank besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.