Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1-5
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 februari 2024
- de mondelinge behandeling van 6 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
Ich, [gedaagde] , uneingeschränkter Geschäftsführer und alleiniger Inhaber von [naam bv 1] erkläre folgendes.
3.Het geschil
4.De beoordeling
übernehme ich die volle Verantwortung und Haftung) voor de duitse BTW-aangiftes (“
deutsche Mwst-erklärungen”).
Herr [eiser] wusste nichts von mögliche deutsche Mwst-erklärungen und die Korrespondenz darüber”). Die verklaring past dus bij de in het geding gebrachte verklaringen, die als zodanig ook niet door [gedaagde] zijn betwist. Daarmee heeft [eiser] zijn stelling voldoende onderbouwd.
- exploot van betekening
- rente
€
€
2.146,00
1.503,89