ECLI:NL:RBLIM:2024:7781

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
C/03/331121 / HA ZA 24-252
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot afgifte van geluidsopname en foto's in geschil over aanneming van werk

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 18 september 2024 uitspraak gedaan in een incident naar aanleiding van een vordering ex artikel 843a Rv. De eiser in het incident, die ook gedaagde is in de hoofdzaak, heeft verzocht om afgifte van een geluidsopname en foto's die door de eisers in de hoofdzaak zijn gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de eiser in het incident voldoende rechtmatig belang heeft aangetoond voor de afgifte van deze bescheiden, aangezien deze van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de gemaakte afspraken tussen partijen over de uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank wijst de vordering toe en legt een dwangsom op voor het geval de eisers in de hoofdzaak niet voldoen aan de veroordeling. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van de eiser in het incident toegewezen. De hoofdzaak zal op een later moment worden voortgezet, waarbij de gedaagde in de hoofdzaak een termijn krijgt voor het nemen van de conclusie van antwoord.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/331121 / HA ZA 24-252
Vonnis in incident van 18 september 2024
in de zaak van

1.[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. L.J.J. Vondenhoff te Heerlen,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. S.J.M. Peters te Valkenburg.
Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 13,
  • de incidentele conclusie ex artikel 843a Rv,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De relevante feiten in het incident

2.1.
[eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] zijn een overeenkomst van aanneming van werk aangegaan op grond waarvan [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] (renovatie)werkzaamheden zou verrichten aan het toilet op de begane grond, de badkamer op de eerste verdieping en de zolder van de woning van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] voor een totaalbedrag van € 25.250,00 (productie 2 bij dagvaarding). [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] is in oktober 2022 begonnen met de werkzaamheden.
2.2.
Op maandag 13 maart 2023 heeft [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] de eindfactuur (01130323) van de uitgevoerde werkzaamheden aan de zolder en de badkamer aan [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] verzonden.
2.3.
Per e-mailbericht van 14 maart 2023 hebben [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] aan [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] medegedeeld de betaling van die laatste factuur op te schorten, omdat er volgens hen geen oplevering heeft plaatsgevonden en de factuur naar hun mening onterecht is (productie 6 bij dagvaarding).

3.Het geschil

In de hoofdzaak

3.1.
[eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] stellen zich op het standpunt dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] de overeengekomen werkzaamheden niet heeft voltooid en dat de verrichte werkzaamheden niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] is meermaals de gelegenheid geboden de overeenkomst alsnog na te komen, maar heeft dat nagelaten. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] verkeert in verzuim. Om die reden vorderen [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] veroordeelt
om binnen twee weken na dagtekening van het vonnis in de hoofdzaak aan [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] wegens vervangende schadevergoeding te betalen een bedrag van € 39.241,64, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de dag van verzuim tot de dag van volledige betaling,
om binnen twee weken na dagtekening van het vonnis in de hoofdzaak aan [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] te betalen de kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid, zijnde een bedrag van € 3.280,92, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot de dag van volledige betaling,
om binnen twee weken na dagtekening van het vonnis in de hoofdzaak aan [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] te betalen de buitengerechtelijke kosten van € 1.200,23, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van volledige betaling,
in de proceskosten en de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis in de hoofdzaak, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
In het incident
3.2.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] stelt tijdens de oplevering van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] te hebben vernomen dat zij ontevreden waren over de werkzaamheden aan de zolder en de badkamer. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] meldde zich vervolgens op maandag 13 maart 2023 om de werkzaamheden boven (zolder en badkamer) af te ronden. Hij werd echter niet tot de werkzaamheden toegelaten en hem werd de toegang naar boven geblokkeerd. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2] - eiseres sub 2 - eiste van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] dat hij (beneden) aan het toilet zou beginnen. Van dit gesprek heeft [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2] een geluidsopname gemaakt. Verder blijkt uit de e-mail van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] van 14 maart 2023 dat zij op 13 maart 2023 foto’s hebben genomen van de stand van zaken. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] heeft belang bij ontvangst van de geluidsopname en (een afschrift van) de foto’s teneinde zich in deze procedure adequaat te kunnen verweren. Ondanks herhaald verzoek zijn de geluidsopname en de foto’s niet met [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] gedeeld. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] vordert daarom in dit incident dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] veroordeelt om binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis aan (de advocaat van) [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] over te leggen, af te geven of per e-mail toe te zenden (kopieën van):
de volledige geluidsopname die [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2] heeft gemaakt van het gesprek met [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] op 13 maart 2023;
alle foto’s die [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] op 13 maart 2023 hebben gemaakt van alle drie de projectonderdelen;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00, te vermeerderen met € 1.000,00 per dag dat [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] in gebreke zullen blijven met een maximum van € 50.000,00.
3.3.
[eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] stellen niet in te zien welk belang [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] heeft bij het verstrekken van de foto’s en de geluidsopname, maar hebben daartegen desondanks geen bezwaren.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voor toewijzing van de vordering op grond van artikel 843a Rv moet [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] een rechtmatig belang hebben bij de afgifte van bepaalde bescheiden, aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is.
Rechtsbetrekking en bepaalde bescheiden
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat er tussen hen sprake is van een rechtsbetrekking uit een overeenkomst van aanneming van werk. De rechtbank is verder van oordeel dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] voldoende concreet heeft gemaakt welke bescheiden hij wenst te ontvangen. Vaststaat dat [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2] een opname heeft gemaakt van het gesprek op 13 maart 2023 en dat [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] op diezelfde dag foto’s hebben gemaakt van de werkzaamheden. Ook staat vast dat [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] de opname en de foto’s (deels) niet in het geding hebben gebracht.
Rechtmatig belang
4.3.
Wel is tussen partijen in geschil welke afspraken zij hebben gemaakt tijdens een gesprek over (de voortgang van) het werk op 10 maart 2023. [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] stelt dat hij conform afspraak op maandag 13 maart 2023 (letterlijk) met een pot verf onder de arm bij [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] voor de deur stond teneinde de werkzaamheden boven af te ronden. Volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] werd hij echter niet tot het werk toegelaten. Hij stelt dat er om die reden sprake is van schuldeisersverzuim aan de zijde van [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] stellen dat zij eerst een lijst met afwerkpunten zouden maken en dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] in de tussentijd aan het toilet op de begane grond zou werken. Ook betwisten zij dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] de toegang tot het werk is ontzegd.
4.4.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] heeft, mede gelet op het hiervoor onder 4.3. weergegeven geschil, voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een rechtmatig belang heeft bij afgifte van (een kopie van) de volledige geluidsopname. Deze kan immers van belang zijn bij het antwoord op de vraag welke concrete (vervolg)afspraken partijen hebben gemaakt. Ook bij afgifte van de foto’s heeft [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] voldoende belang nu deze iets kunnen zeggen over de kwaliteit van het geleverde werk.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] zal worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, met dien verstande dat deze zal worden gematigd als hierna te melden.
Proceskosten
4.6.
[eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit incident. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank van belang dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] meermaals om toezending van de geluidsopname en de foto’s heeft verzocht, aan welk verzoek [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] geen gehoor hebben gegeven en als gevolg waarvan [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] genoodzaakt was dit incident te starten. De kosten worden aan de zijde van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] begroot op € 614,00 aan salaris advocaat.
Verder verloop hoofdzaak
4.7.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] vraagt een nadere termijn van zeven weken voor het nemen van de conclusie van antwoord in de hoofdzaak. Gelet op de termijn voor afgifte van de gevraagde bescheiden, zal de hoofdzaak worden verwezen naar de rol van woensdag
6 november 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] .

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
veroordeelt [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] om binnen zeven dagen na dit vonnis aan (de advocaat van) [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] te over te leggen, af te geven of per e-mail toe te zenden (kopieën van):
de volledige geluidsopname die [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident sub 2] heeft gemaakt van het gesprek dat zij had met [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] op 13 maart 2023,
alle foto’s die [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] op 13 maart 2023 hebben gemaakt van alle drie de projectonderdelen;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 20.000,00
5.2.
veroordeelt [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident] begroot op € 614,-,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 6 november 2024 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2024. [1]

Voetnoten

1.type: RJ