Op 15 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van een niet nader genoemde rechter en de griffier, ingediend door [verzoeker]. Het verzoek was gebaseerd op een brief van [verzoeker] van 19 augustus 2024, waarin hij vroeg om vervanging van de rechter en griffier in drie bestuursrechtelijke zaken. De wrakingskamer oordeelde dat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking van rechters die nog geen betrokkenheid bij de zaak hebben gehad. In de beoordeling werd vastgesteld dat er geen rechter bekend was die met de inhoudelijke beoordeling van de beroepen van [verzoeker] was of zou worden belast. Het verzoek tot wraking was daarom niet-ontvankelijk. Tevens werd opgemerkt dat een wrakingsverzoek gericht tegen de griffier niet als een geldig wrakingsverzoek kan worden beschouwd, aangezien dit enkel kan worden ingediend tegen individuele rechters. De wrakingskamer verklaarde [verzoeker] in zijn verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk.