ECLI:NL:RBLIM:2024:7725

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
03.169404.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens en munitie

Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 21 mei 2024 in zijn woning een grote hoeveelheid (semi)automatische wapens, munitie en professioneel vuurwerk voorhanden had. De verdachte, geboren in 1966 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door mr. E.M.A. Baetsen. Tijdens de zitting op 16 oktober 2024 zijn de feiten en de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van wapens van verschillende categorieën, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De verdachte bekende de feiten en er werd geen vrijspraak bepleit. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder proces-verbalen van bevindingen en forensisch onderzoek.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de gevangenisstraf. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt voor de veiligheid van personen en de samenleving. De verdachte had een ernstig gebrek aan normbesef en de rechtbank vond het noodzakelijk om een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De in beslag genomen voorwerpen werden onttrokken aan het verkeer, omdat het bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.169404.24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1966,
thans gedetineerd in de [P.I.] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. E.M.A. Baetsen, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 16 oktober 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 21 mei 2024 in zijn woning verschillende soorten ((semi)automatische) wapens, hulpstukken/onderdelen van wapens en (bijbehorende) munitie voorhanden heeft gehad (allen categorie II en III);
Feit 2:op diezelfde dag in zijn woning verschillende soorten wapens en hulpstukken/onderdelen van die wapens voorhanden heeft gehad (allen categorie I);
Feit 3:op diezelfde dag in zijn woning professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en de verdediging met uitzondering van het Hera model AR 15 vuurwapen, het voorhanden hebben van de tenlastegelegde hoeveelheden (semi)automatische wapens, andere wapens, hulpstukken/onderdelen van wapens en (bijbehorende) munitie (categorie II en III) bewezen. Omdat de verdachte het feit ook heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens de terechtzitting;
  • het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking van de woning van de verdachte;
- het proces-verbaal van bevindingen met een beschrijving van de aangetroffen wapens, hulpstukken/onderdelen van wapens en munitie; [3]
- het proces-verbaal van het team Forensische Opsporing van Expertise Wapens, Munitie en Explosieven; [4]
- het proces-verbaal van bevindingen over het aanvullend onderzoek naar het automatisch vuren van het Hera model AR 15 vuurwapen. [5]
Bewijsoverweging betreffende het Hera model AR 15 vuurwapen
Anders dan de verdediging heeft bepleit, is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat het Hera model AR 15 vuurwapen dat bij de verdachte in de woning is aangetroffen als een automatisch vuurwapen moet worden gekwalificeerd. Uit het dossier en dan met name uit het aanvullend onderzoek naar dit wapen blijkt immers dat het aangetroffen Hera model AR 15 wapen automatisch munitie kan afvuren. De rechtbank heeft daarbij geen reden om te twijfelen aan de wijze waarop de verbalisanten dit aanvullend onderzoek hebben uitgevoerd en vervolgens hebben gerelateerd. De door de verdediging daartoe aangevoerde verweer wordt verworpen, reeds vanwege het feit dat het feitelijke grondslag mist en verder geen steun in het recht vindt. Voor een bewezenverklaring op grond van artikel 26 van de Wet Wapens en Munitie maakt het immers niet uit hoe het mogelijk is dat dit wapen automatisch kan afvuren, maar of het dat kan. Het verdere verweer van de verdachte dat hij niet wist dat het wapen automatisch kon afvuren doet daar, wat er ook zij van de juistheid van deze bewering, gelet op het hiervoor overwogene niet aan af.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie, het voorhanden hebben van de tenlastegelegde hoeveelheden wapens en hulpstukken/onderdelen van die wapens (categorie I) bewezen. Omdat de verdachte het feit ook heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens de terechtzitting;
  • het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking van de woning van de verdachte;
- het proces-verbaal van het team Forensische Opsporing van Expertise Wapens, Munitie en Explosieven. [7]
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie, het voorhanden hebben van de tenlastegelegde hoeveelheid professioneel vuurwerk bewezen. Omdat de verdachte het feit ook heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van de verdachte tijdens de terechtzitting;
  • het proces-verbaal van bevindingen betreffende de doorzoeking van de woning van de verdachte;
- het proces-verbaal van het onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk; [9]
- het explosievenonderzoek van het NFI naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk. [10]
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1:
op 21 mei 2024 te Middelaar, meerdere wapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de vorm van een pistoolmitrailleur, van het merk FN, type Uzi, kaliber 9x19 millimeter (SIN AARN3500NL) en
- een automatisch kogelgeweer van het merk Hera, model AR 15, kaliber .223 (SIN AARN3498NL), telkens zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren,
en hulpstukken voor automatisch vurende wapens en onderdelen van automatisch vurende wapens die essentieel en van wezenlijke aard zijn voor die wapens, te weten
- een loop en loopborgmoer (SIN AARN3484NL);
- 48 patroonmagazijnen in het kaliber 9x19 millimeter (SINAARN3490NL, AARN3486NL, AARN3479NL);
- 8 patroonmagazijnen in het kaliber 5.56x45 millimeter (SINAARN3493NL);
- een afsluiter (SIN AARN3479NL), en
een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een stropersgeweer van het merk FN, model Auto 22, kaliber .22 Long Rifle,
zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd, en
meerdere wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een enkelloops grendelgeweer van het merk Mauser (BYF), model K98, kaliber 8x57 millimeter (SIN AARN3499NL);
- een pistool van het merk Noringo, model NP29, kaliber 9x19 millimeter (SIN AARN3494NL);
- een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Sidna, model 22 M3, kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3496NL);
- een dubbelloops hagelgeweer in het kaliber 12/70 GA (SIN AARN3495NL),
telkens zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en pistool en hulpstukken voor en onderdelen van vuurwapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, die essentieel en van wezenlijke aard zijn voor die vuurwapens, te weten
- 5 patroonmagazijnen in het kaliber 8x57 millimeter (SIN AARN3479NL);
- 2 patroonmagazijnen in het kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3496NL);
- 2 kasten van een pistool (SIN AARN3485NL);
- 7 slagpinnen (SIN AARN3485NL);
- een hulzentrekker (SIN AARN3485NL);
- een grendel (SIN AARN3485NL);
- 10 patroonmagazijnen, waarvan 4 in het kaliber 7,65 millimeter Browning en 6 in het kaliber 9 millimeter kort (SIN AARN3485NL);
- 2 mondingsdoppen (SIN AARN3485NL);
- een slede (SIN AARN3485NL);
- 21 patroonmagazijnen in het kaliber 9x19 millimeter/9 millimeter Luger (SIN AARN3485NL);
- 3 loopmoeren (SIN AARN3479NL);
- 5 sluitveren (SIN AARN3479NL);
- een gedeelte van een loop (SIN AARN3483NL), en
munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
- 38 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3488NL);
- 131 kogelpatronen van het type deelmantel munitie (in het kaliber .357 Magnum) (SIN AARN3488NL);
- 1950 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3488NL);
- 50 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber 9x19 millimeter/9 millimeter Luger (SIN AARN3488NL), en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 13 hagelpatronen in het kaliber 12/65 GA (SIN AARN3481NL);
- 12 slugpatronen in het kaliber 12/70 GA (SIN AARN3482NL);
- 25 hagelpatronen in het kaliber 12/70 GA (SIN AARN3480NL);
- 6 hagelpatronen van het type nine ball (SIN AARN3488NL);
- 34 hagelpatronen (SIN AARN3488NL);
- 100 kogelpatronen in het kaliber .22 Long Rille (SIN AARN3488NL);
- 5 oefenpatronen in het kaliber 5.56x45 millimeter (SIN AARN3488NL);
- 9966 kogelpatronen in het kaliber 9x19 millimeter/9 millimeter Luger (SIN AARN3488NL);
- 689 hagel-, slug- en nine ball patronen in het kaliber 12 GA (SIN AARN3488NL);
- 721 kogelpatronen in het kaliber 8x57 millimeter Mauser (SIN AARN3488NL);
-1100 kogelpatronen in het kaliber .22 Long Rille (SIN AARN3488NL);
- 74 kogelpatronen in het kaliber .38 special (SIN AARN3488NL);
- 50 kogelpatronen in het kaliber 9 millimeter kort/.380 auto;
- 580 kogelpatronen in het kaliber 7,65 millimeter Browning
voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 2:
op 21 mei 2024 te Middelaar, een of meerdere wapens van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten
- 2 geluiddempers voor vuurwapens (SIN AARN3484NL en AARN3479NL) en
- een ploertendoder (SIN AARN3489NL), en
een wapen van categorie I, onder 6° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een katapult, en
hulpstukken voor en onderdelen van wapens van categorie I onder 6 van de Wet wapens en munitie, die essentieel en van wezenlijke aard zijn voor die wapens, te weten
- 4 reserve elastieken voor een katapult (SIN AARN3487NL),
voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 3:
op 21 mei 2024 te Middelaar, opzettelijk, professioneel vuurwerk, te weten
- 51 stuks Super Cobra 6 en
- 70 stuks Cobra Traat,
terwijl dat bestemd was voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en eveneens het feit begaan met betrekking tot een wapen van zowel categorie II als categorie III, met uitzondering van onderdeel 2º of onderdeel 7º, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 2:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 3:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, waarvan 2 jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de straf die de officier van justitie heeft geëist aanzienlijk te matigen. De verdachte heeft weliswaar een strafblad, echter betreft dit niet alleen strafbare feiten die lang geleden hebben plaatsgevonden, maar ging het toen ook om ander soort wapens die waren bedoeld voor het vissen, waardoor die veroordeling van een heel andere orde was. Hij mocht die wapens destijds ook hebben met zijn vergunning, maar hij is toen veroordeeld omdat hij niet de kortste route naar de schietvereniging had genomen. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangekaart dat het beeld van de verdachte dat de (ex-)vrouw over hem heeft geschetst voor een groot deel niet klopt met de werkelijkheid, derhalve dienen de verklaringen van haar niet als strafverzwarend te worden meegewogen bij de bepaling van de strafmaat. Ook heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte de wapens nooit voor criminele doeleinden zou hebben gebruikt en dat het een uit de hand gelopen hobby is. De verdachte heeft daarbij al geruime tijd in voorarrest verbleven, hetgeen een diepe indruk op hem heeft gemaakt. Hij zal na detentie bovendien helemaal overnieuw moeten beginnen, want hij is alles kwijtgeraakt: zijn huwelijk, huis en inkomen. De raadsvrouw heeft de rechtbank tenslotte verzocht rekening te houden met het afnemend strafnut en zodoende te volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf van niet meer dan 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Op 21 mei 2024 is een zeer grote hoeveelheid wapens, extreem grote hoeveelheden (bijbehorende) munitie en een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen in de woning van de verdachte. De wapens waren doorgeladen en daarmee klaar voor gebruik, waarbij een paar van deze wapens geschikt was om automatisch te vuren. Een van de wapens is daarbij aangetroffen in de kast naast het bed waarin hij sliep met zijn vrouw. De verdachte kon zodoende direct een (doorgeladen) vuurwapen ter hand nemen, hetgeen een levensgevaarlijke situatie oplevert. De verdachte kon geen verklaring geven voor de extreem grote hoeveelheid (passende) munitie die hij bezat en hij kon eveneens geen verklaring geven voor de op zijn telefoon aangetroffen gesprekken die kunnen duiden op ver- of aankoop van wapens. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving, nu de verdachte dit had kunnen gebruiken voor allerlei (levens)bedreigende activiteiten. Hetzelfde geldt voor het bezit van professioneel vuurwerk. Dat de wapens, de munitie en het vuurwerk deels in dezelfde ruimtes lagen, heeft het risico voor de veiligheid van personen alleen maar doen toenemen. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting gaf de verdachte aan ‘klaar’ te zijn met wapens, maar kwam ook naar voren dat hij kennelijk nog steeds een zeer grote fascinatie voor wapens heeft, omdat hij een deel van de inbeslaggenomen, wapen gerelateerde goederen, terug wil hebben, met als reden dat hij die wilde gaan gebruiken bij en/of wil monteren op nog aan te schaffen legale luchtbuksen. Er is bij de verdachte sprake van een ernstig gebrek aan normbesef met betrekking tot het voorhanden hebben van (extreme hoeveelheden) wapens en munitie. De rechtbank overweegt daarbij dat zij er niet gerust op is hoe dit in de toekomst zal gaan verlopen.
Gelet op het voorgaande en met inachtneming van de straffen die doorgaans worden opgelegd voor vergelijkbare feiten, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft voor de straftoemeting ook aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) met betrekking tot het voorhanden hebben van (een) automatisch(e) vuurwapen(s). De oriëntatiepunten nemen hierbij als uitgangspunt bij het aantreffen van één automatisch wapen de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Bij de verdachte zijn niet alleen meerdere automatische wapens aangetroffen, maar ook een grote hoeveelheid aan andere (vuur)wapens, alsook ongeveer 15.000 stuks aan munitie en daarnaast nog eens professioneel vuurwerk.
Er is formeel strafrechtelijk gezien geen sprake van recidive, nu de verdachte in 2014 voor het laatst is veroordeeld voor een overtreding van de Wet Wapens en Munitie en die feiten inmiddels te lang geleden gepleegd zijn. Toch zal de rechtbank het strafblad in het nadeel van de verdachte meewegen bij het bepalen van de straf, want een dergelijk crimineel verleden werkt immers strafverzwarend, temeer nu verdachte blijkt geeft van een niet aflatende fascinatie voor (vuur)wapens.
De rechtbank zal een deel van de straf voorwaardelijk opleggen, waardoor de strafoplegging mede dient ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. In verdachtes persoonlijke omstandigheden ziet de rechtbank, anders dan de officier van justitie en de verdediging, geen enkele aanleiding om een groot voorwaardelijk deel op te leggen. Daarvoor zijn de feiten ook veel te ernstig en zorgwekkend.
Alles afwegende zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal hierbij in mindering worden gebracht. Daarmee gaat de rechtbank dus uitdrukkelijk boven de eis van de officier van justitie uit, hetgeen de rechtbank passend en geboden vindt, gelet op de combinatie van de ernst van de feiten, het gebrek aan normbesef van de verdachte en zijn strafblad, de omstandigheden waaronder de doorgeladen wapens, de grote hoeveelheid munitie en vuurwerk zijn aangetroffen en het grote belang van de maatschappij om te worden beschermd tegen burgers met dergelijke grote hoeveelheden wapens en extreem grote hoeveelheid munitie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn allen vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan en de voorwerpen, die aan de verdachte toebehoren, van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang ex artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, het artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, het artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 13 en 26 van de Wet Wapens en Munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.2 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 1 stuks munitie (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707100, kisten/dozen);
  • 51 stuks vuurwerk (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707123, Zwart, merk: Di lasi Cobra 6);
  • 70 stuks vuurwerk (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707125, Cobra Traat);
  • 142 stuks vuurwerk (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707126, Tropic Nitraat);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707119, Browning stroopgeweer);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707120, Sidna);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707133, Zwart, merk: Norcino);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-1707139, Hagelgeweer);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707170, FN uzi);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707172, Vuurwapen k98);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707173, Hera 15);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707130, Diverse onderdelen);
  • 7 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-1707132, Geluiddemper);
  • 18 stuks patroonhouder (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707140);
  • 19 stuks patroonhouder (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707144);
  • 8 stuks patroonhouder (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707156);
  • 1 stuks wapen (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707165, loop van vuurwapen);
  • 2 stuks katapult (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707153);
  • 1 stuks ploertendoder (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707167);
  • 25 stuks munitie (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707110, hagelpatronen);
  • 12 stuks munitie (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707112, hagelpatronen);
  • 13 stuks munitie (Omschrijving: PL2300-2024081336-G1707113, hagelpatronen).
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Hermanides, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. G.L.A.M. van Doveren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.M.A. Curfs, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 30 oktober 2024.
Buiten staat
Mr. G.L.A.M. van Doveren is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 21 mei 2024 te Middelaar, gemeente Mook en Middelaar
een of meerdere wapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de vorm van een pistoolmitrailleur, van het merk FN, type Uzi, kaliber 9x19 millimeter (SIN AARN3500NL) en/of
- een automatisch kogelgeweer van het merk Hera, model AR 15, kaliber .223 (SIN AARN3498NL),
telkens zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren, en/of hulpstukken voor automatisch vurende wapens en onderdelen van automatisch vurende wapens die essentieel en van wezenlijke aard zijn voor die wapens, te weten
- een loop en loopborgmoer (SIN AARN3484NL),
- 48 patroonmagazijnen in het kaliber 9x19 millimeter (SIN AARN3490NL, AARN3486NL, AARN3479NL),
- 8 patroonmagazijnen in het kaliber 5.56x45 millimeter (SIN AARN3493NL) en/of
- een afsluiter (SIN AARN3479NL), en/of
een wapen van categorie II, onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een stropersgeweer van het merk FN, model Auto 22, kaliber .22 Long Rifle,
zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd, en/of
een of meerdere wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten
- een enkelloops grendelgeweer van het merk Mauser (BYF), model K98,
kaliber 8x57 millimeter (SIN AARN3499NL),
- een pistool van het merk Noringo, model NP29, kaliber 9x19 millimeter
(SIN AARN3494NL),
- een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Sidna, model 22 M3,
kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3496NL),
- een dubbelloops hagelgeweer in het kaliber 12/70 GA (SIN
AARN3495NL),
telkens zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of
pistool en/of
hulpstukken voor en/of onderdelen van vuurwapens van categorie III
onder 1 van de Wet wapens en munitie, die essentieel en/of van
wezenlijke aard zijn voor die vuurwapens, te weten
- 5 patroonmagazijnen in het kaliber 8x57 millimeter (SIN
AARN3479NL),
- 2 patroonmagazijnen in het kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3496NL),
- 2 kasten van een pistool (SIN AARN3485NL),
- 7 slagpinnen (SIN AARN3485NL),
- een hulzentrekker (SIN AARN3485NL),
- een grendel (SIN AARN3485NL),
- 10 patroonmagazijnen, waarvan 4 in het kaliber 7,65 millimeter
Browning en 6 in het kaliber 9 millimeter kort (SIN AARN3485NL),
- 2 mondingsdoppen (SIN AARN3485NL),
- een slede (SIN AARN3485NL),
- (3+16+2+8=) 21 patroonmagazijnen in het kaliber 9x19 millimeter/9
millimeter Luger (SIN AARN3485NL),
- 3 loopmoeren (SIN AARN3479NL),
- 5 sluitveren (SIN AARN3479NL) en/of
- een gedeelte van een loop (SIN AARN3483NL), en/of
munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te
weten
- (35+3=) 38 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber .22
Long Rifle (SIN AARN3488NL),
- 131 kogelpatronen van het type deelmantel munitie (in het kaliber .357
Magnum) (SIN AARN3488NL),
- 1950 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber .22 Long
Rifle (SIN AARN3488NL) en/of
- 50 kogelpatronen van het type hollowpoint in het kaliber 9x19
millimeter/9 millimeter Luger (SIN AARN3488NL), en/of
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 13 hagelpatronen in het kaliber 12/65 GA (SIN AARN3481NL),
- 12 slugpatronen in het kaliber 12/70 GA (SIN AARN3482NL),
- 25 hagelpatronen in het kaliber 12/70 GA (SIN AARN3480NL),
- 6 hagelpatronen van het type nine ball (SIN AARN3488NL),
- (26+8=) 34 hagelpatronen (SIN AARN3488NL),
- (95+5=) 100 kogelpatronen in het kaliber .22 Long Rifle (SIN
AARN3488NL),
- 5 oefenpatronen in het kaliber 5.56x45 millimeter (SIN AARN3488NL),
- (10016-50=) 9966 kogelpatronen in het kaliber 9x19 millimeter/9
millimeter Luger (SIN AARN3488NL),
- 689 hagel-, slug- en nine ball patronen in het kaliber 12 GA (SIN AARN3488NL), - 721 kogelpatronen in het kaliber 8x57 millimeter Mauser (SIN AARN3488NL), - 1100 kogelpatronen in het kaliber .22 Long Rifle (SIN AARN3488NL), - 74 kogelpatronen in het kaliber .38 special (SIN AARN3488NL), - 50 kogelpatronen in het kaliber 9 millimeter kort/.380 auto en/of - 580 kogelpatronen in het kaliber 7,65 millimeter Browning
voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 21 mei 2024 te Middelaar, gemeente Mook en Middelaar
een of meerdere wapens van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten
- 2 geluiddempers voor vuurwapens (SIN AARN3484NL en AARN3479NL) en/of
- een ploertendoder (SIN AARN3489NL), en/of
een wapen van categorie I, onder 6° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een katapult, en/of
hulpstukken voor en/of onderdelen van wapens van categorie I onder 6 van de Wet wapens en munitie, die essentieel en/of van wezenlijke aard zijn voor die wapens, te weten
- 4 reserve elastieken voor een katapult, (SIN AARN3487NL)
voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 3:
hij op of omstreeks 21 mei 2024 te Middelaar, gemeente Mook en Middelaar opzettelijk, professioneel vuurwerk, te weten
- 51 stuks Super Cobra 6 en/of
- 70 stuks Cobra Traat,
terwijl dat bestemd was voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2024081954, gesloten d.d. 22 augustus 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 397.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2024, pg. 40-41.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 mei 2024, pg. 65-68.
4.Het proces-verbaal van het team Forensische Opsporing van Expertise Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 8 juli 2024, pg. 249-268.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2024, pg. 358-259.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2024, pg. 40-41.
7.Het proces-verbaal van het team Forensische Opsporing van Expertise Wapens, Munitie en Explosieven d.d. 8 juli 2024, pg. 250 en 268.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2024, pg. 40-41.
9.Het proces-verbaal van het onderzoek naar het inbeslaggenomen vuurwerk 2024, pg. 232-239 en 246-248..
10.Het NFI explosievenrapport d.d. 29 november 2019, pg. 377.