3.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt op basis van onderstaande bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten. De bewijsmiddelen zijn in dit vonnis zakelijk weergegeven, tenzij anders is vermeld.
Parketnummer 03.057265.20
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
Aangeefster [naam 1] heeft ten aanzien van de periode 12 januari t/m 3 februari 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“Op 12/01/2020 is [verdachte] ( de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) vrij gekomen […]. Echter het ging al snel weer mis. [verdachte] heeft me weer geslagen en mishandeld. Ik ben vanaf 12/01/2020 al zeker vijf keer door [verdachte] mishandeld. Dit is onder andere gebeurd op 25/01/2020, ik ben toen naar Amsterdam gevlucht naar een goede vriendin. […]
Afgelopen zondag 02/02/2020, dit zal rond 05:00 uur 's nachts zijn geweest, ben ik toch weer in mijn gezicht geslagen, aan mijn haren getrokken, geschopt, […] door [verdachte] . Dit was op de parkeerplaats bij de woning van mijn moeder aan de [straat 1] te Beek. Dit deed pijn. […]”
Aangeefster [naam 1] heeft ten aanzien van de periode 3 februari t/m 24 februari 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“Afgelopen weekend, 21 tot en met 23 februari 2020, zag en hoorde ik dat [verdachte] mij bleef bellen […] Omstreeks 19.00u, ging mijn moeder weg om carnaval te vieren. Ik hoorde dat de bel van de voordeur ging. […] Ik opende de voordeur en zag [verdachte] staan. […]
Ik probeerde van hem weg te lopen door om de tafel heen te lopen. Op de tafel lag een ijzeren bloem. Ik zag dat hij deze optilde en naar mijn rechterhand gooide. […]
Op het moment dat ik in de gang was voelde ik dat [verdachte] mij met kracht aan mijn haren naar de grond trok. […] Vanaf het moment dat ik op de grond lag voelde ik dat hij met gebalde vuisten van meer dan geringe betekenis op diverse plekken van mijn lichaam sloeg.
Ook voelde ik dat hij mij op diverse plaatsen van mijn lichaam schopte met geschoeide voet. Ik voelde hierdoor pijn door mijn hele lichaam. […]
Uit het niets voelde ik een enorme harde klap op mijn hoofd. Door de klap viel ik van de stoel af. Ik werd wakker op de grond.
Hij sloeg mij onder andere op mijn ribben, trok mij aan mijn haren en hield mijn arm vast en duwde mijn hand naar achteren en vroeg of hij mijn arm moest breken. […]
[…] Ik zag dat [verdachte] naar de woning van zijn moeder reed, gelegen aan de [straat 2] te [geboorteplaats 2] . Aangekomen bij zijn moeder moest ik uitstappen voor [verdachte] , ik wilde dit niet. […] Ik moest voor [verdachte] uitstappen en mee naar binnen lopen. Bij de lift van het gebouw duwde hij mij met kracht de lift in. […]
Ik vermoed dat dit omstreeks 22.00-22.30u. Ik zag dat er niemand in de woning was en zag dat [verdachte] rustig was. Om een onbekend reden kreeg hij weer een "knik" in zijn hoofd. Hij werd helemaal gek. Ik stond op dat moment in de slaapkamer van [verdachte] . Uit het niets kreeg ik een ijsbeentje op mijn rechterbovenbeen. Het deed super veel pijn, ik zakte ervan in elkaar. Ik heb daar ook een enorme blauwe opgezette plek. Ik voelde dat hij mij op mijn hoofd bleef slaan en mij probeerde te wurgen. Op een gegeven moment zag en voelde ik dat hij stopte met slaan en de slaapkamer uitliep. Op momenten dat ik zoveel pijn heb en niet meer kan dan laat hij mij met rust om bij te komen en wacht tot ik enigszins weer op krachten ben en vervolgens slaat hij mij weer.[…]
[…] We stapten in de auto en reden naar de parkeerplaats [parkeerplaats] te Beek. Niet de parkeerplaats wat aan het zwembad ligt maar aan de overkant van de straat. [verdachte] kreeg weer een "knik" en begon mij in de auto opnieuw te slaan, ik weet niet meer waar precies. […]”
Uit de medische verklaring van [naam 3] (Huisartsenpraktijk [naam 4] ) blijkt, voor zover hier van belang, het volgende:
“Vaststelling bij fysiek onderzoek:
Hematoom thv re bovenbeen lateraal 8 cm doormeter, tevens thv lateraal zijde re voet hematoom.
Thv li bovenbeen en onderbeen: kleine hematomen doorsnede 3 a 4 cm 5 tal in totaal.
Thv linkerhand distale duimgewricht gezwollen, contusie met pijnlijke mobilisatie.”
Getuige [naam 5] (zus van aangeefster) heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…] Ik had [verdachte] graag, hij was als een broer voor mij. Maar op een gegeven moment kwam [naam 1] (de rechtbank begrijpt mevrouw [naam 1] ) altijd met blauwe plekken thuis. Ze kreeg klappen om de kleinste dingen, zoals muziek. […]
Ze had ook vaker blauwe plekken, vooral op haar armen. Haar lip hing ook. Ze had ook rood/paarse plekken in haar nek.
[…] Ik heb vaker gezien dat [verdachte] haar vastpakte bij haar armen. […] Hij pakte haar bij haar bovenarmen en duwde deze tegen haar lichaam aan. Hij deed dit heel erg hard, het leek alsof ze van de grond getild werd. […]
[…] Het begon met kleine blauwe plekken en een kleine bloed lip en dat werd steeds erger. […] Veel meer blauwe plekken en donkere plekken. De plekken in haar nek en haar kaak. […]
Het leek soms eerder dat ze door de lucht vloog dan dat hij haar duwde. […]”
Getuige [naam 6] (moeder van aangeefster) heeft voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…] Op 18 maart 2019, de geboorte van mijn kleinzoon, zag ik voor de eerste keer een blauwe plek bij [naam 1] . […]
Ik zag vaker blauwe plekken bij haar. Op haar kaak en op haar armen. […]
De eerste keren zei ze dat ze zich gestoten had. Later gaf ze toe dat het van [verdachte] was. […]”
De verdachte heeft bij de politie op 3 maart 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…]
V: Hoe komt [naam 1] aan al die blauwe plekken?
A: Op haar been, nog geen week geleden. Hebben de buren ook nog geien. Toen is er ook iets voorgevallen. Er is een contact met een ander wijf. Mijn moeder kwam toen thuis. Ze flipte toen uit, het ging om een ander wijf. Ik tilde haar op en gooide haar op de bank. Ik heb haar gezegd. […]”
De verdachte heeft bij de politie op 4 maart 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…]
V: [naam 1] (de rechtbank begrijpt: [naam 1] ) verklaarde het navolgende over 23 februari 2020. Jullie bevonden je in het appartement van haar moeder en zij wilde vluchten. Op het moment dat zij in de gang was trok jij haar aan haar haren naar de grond. Vanaf dat moment voelde zij dat jij haar met gebalde vuisten sloeg en trapte op verschillende plaatsen van haar lichaam.
A: Nee nee nee. Ik kan je nu zeggen hoe het gegaan is. Ik werd echt gek want ik zag dat een jongen haar belde. En ik heb haar aan haar haren vastgepakt. […]
V: Zij beschreef nog een incident over de [adres 2] dat zij wilde vluchten en naar buiten rende. Jij rende achter haar aan, pakte haar vast, sloeg haar naar de grond, tilde haar op en nam haar mee naar de auto waar je haar nogmaals sloeg. Jij moest haar optillen omdat zij niet meer kon opstaan door de pijn.
A: Nee dat is niet waar.Ik heb toen wel aan haar haren getrokken […].
[…]
V: Wij verbalisanten tonen een fotomap, waar 4 foto’s op te zien zijn. Bijlage 3.
3 foto’s met een blauwe plek op de armen en een rode vlek in de nek. [naam 1] verklaarde dat jij dit letsel bij haar hebt toegebracht.
A:.Die plekken op haar armen is van haar vast te pakken. […]”
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2 (de bedreiging)
Verbalisant [naam 7] heeft, voor zover hier van belang, als volgt gerelateerd:
“[…]
- Op maandag 27-01-2020 nam [naam 1] contact op met de Landelijke Eenheid en gaf aan nog steeds mishandeld te worden door [verdachte] en doodsbedreigingen van hem krijgt.
- Op maandag 27-01-2020 omstreeks 02.10 uur ontving [naam 1] diverse Whatsappberichten van het telefoonnummer: [telefoonnummer] opgeslagen onder de naam van [naam 8] .
-> In deze Whatsapp-berichten stuurde dit telefoonnummer " [naam 8] ":
+ Vies vuil kk hoer, waar ben jij ik was bij jou waar ben je vieze snol waar is die foto gemaakt vuile bitch als ik ergens achter kom wholah ik maak je dood
+ Doood!!!!!!
+ Waar ben je ik maak je af
+ Vuile hoer ben je bij iemand
+ Ja hé waar is die foto gemaakt
+ ik heb bij je flat gewacht tot net
+ En je bent niet thuis
+ Ben je op stap
+ Vuile hoer morgen ben ik bij je whollah ik maak je dood als je op stap bent […]”
Verbalisanten [nummer 1] en [nummer 2] hebben op 30 januari 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…]
Dit proces-verbaal van bevindingen beschrijft de situatie van:
[naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1993 te [geboorteplaats 2] . […]
Op donderdag 30 januari 2020, spraken wij verbalisanten met [naam 1] in het bureau van politie Sittard over de ontstane situatie. […]
Op maandag 27 januari 2020 om 02:10 uur komen er op de telefoon van [naam 1] een aantal WhatsApp berichten binnen van [verdachte] die op dat moment gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] onder de naam [naam 8] .
De inhoud van deze berichten is als volgt:
+ Vies vuile kk hoer, waar ben jij ik was bij jou waar ben je vieze snol waar is die foto gemaakt vuile bitch als ik ergens achter kom wholah ik maak je dood
+ Doood!!!!!
+ Waar ben je ik maak je af
+ Vuile hoer ben je bij iemand
+ Ja hé waar is die foto gemaakt
+ ik heb bij je flat gewacht tot net
+ En je bent niet thuis
+ Ben je op stap
+ Vuile hoer morgen ben ik bij je whollah ik maak je dood als je op stap bent”
Aangeefster [naam 1] heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[…]
O; Wij tonen een foto van het opgezwollen blauwe oog en een screenshot van Whats app, dit is het enige wat wij hebben.
A: De screenshot van de Whats app is van zijn broertje, [naam 8] . De politie waar ik toen mee sprak vonden de screenshot heftiger dan de bedreigingen op Facebook.
V: Wie heeft jou het bericht verstuurd van zijn broertje?
A: [verdachte] . Als hij bij iemand is dan vraagt hij de telefoon en stuurt dan met hun telefoon berichten.
V: Hoe weet je dat [verdachte] jou deze berichten stuurt?
A: Of hij stuurt spraakberichten en dan herken ik zijn stem en als hij geschreven berichten stuurde dan herkende ik zijn manier van typen. […]”
De verdachte heeft bij de politie op 4 maart 2020, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“[...]
V: Naast het doen van de aangifte van mishandeling deed [naam 1] ook aangifte van bedreiging. Zij overhandigde een screenshot van een bedreiging wat jij hebt gepleegd.
A: We hebben onderling ook afspraken gemaakt dat we niet uitgaan en zij heeft dat toen overtreden en toen ben ik boos geworden. En daar heeft dat bericht op betrekking. […]”
Parketnummer 03.340108.23
Verbalisanten [naam 9] en [naam 10] hebben op 23 december 2023, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“Op zaterdag 23 december 2023, omstreeks 08.05 uur, waren wij aan op het politiebureau op de Stationstraat 13E te Heerlen. Wij hoorden toen wij de werkruimte inliepen dat het alarm afging. Wij hoorden dat het alarm aangaf dat er assistentie werd gevraagd bij de balie. […]
Wij hoorden dat collega [naam 11] zei dat zij een man het bureau had binnengelaten en dat die man gelijk begon met spullen te vernielen in de centrale hal van het politiebureau. Wij zijn hierop naar de centrale hal gelopen. […]
Ik, verbalisant [naam 9] , herkende de man als zijnde [verdachte] . […]”
Verbalisant [naam 12] heeft de camerabeelden van 23 december 2023 van het politiebureau Heerlen bekeken. Hierop heeft hij het volgende waargenomen:
“Ik zag dat de camera gericht staat op de centrale hal van het politiebureau in Heerlen. Ik zag dat onderin beeld de receptie te zien is waar een medewerker van de politie staat. Ik zag dat aan de linkerkant van het beeld de centrale toegangsdeur was.
Ik zag dat op zaterdag 23 december 2023 om 07.53.55 uur een persoon, gekleed in een donkere jas met capuchon, een donkere broek en donkere schoenen, via de toegangsdeur de centrale hal in liep. […]
Ik zag dat de man naar de achterkant van de centrale hal liep. Ik zag dat aan de achterkant, tegen de muur aan, een televisie op een standaard stond. Ik zag dat de man naar de televisie liep. Ik zag dat de man met zijn rechterhand de televisiestandaard vastpakt en de televisiestandaard op de grond gooit. Ik zag dat de televisiestandaard op de grond valt.
Ik zag dat de man links, achter de centrale toegangsdeur uit beeld liep. Ik zag dat de man terug in beeld kwam lopen. Ik zag dat de man een houten bank meesleepte, dat hij door zijn knieën zakte en dat hij de houten bank optilde en omver gooide. Ik zag dat de man nog een duw gaf tegen de houten bank en dat de houten bank hierdoor een meter verschoof.
Ik zag dat de man richting de receptie liep. Ik zag dat aan de rechterkant tegen de muur en naast een deur een prullenbak stond. Ik zag dat de man de prullenbak met beide handen optilde en met de prullenbak gooide. Ik zag dat de prullenbak, aan de overzijde van de centrale hal, tegen de muur naast de centrale toegangsdeur aan kwam. […]
Ik zag dat de man naar de receptie liep. Ik zag dat de man met beide armen over de reling van de receptie hing. Ik zag dat er twee beeldschermen op het receptiebureau stonden. Ik zag dat de man met zijn rechterhand het rechterscherm omver gooide. Ik zag dat hierdoor een telefoontoestel van het bureau viel. Ik zag dat de man met zijn linkerhand het linker scherm omver gooide. Ik zag dat hierdoor een telefoontoestel van het bureau viel. […]”
Aangever [naam 11] namens de politie heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard:
“Ik was vandaag 23 december 2023 omstreeks 08.00 uur werkzaam als Medewerker Intake en Service aan het politiebureau te Heerlen gelegen aan de Stationstraat 13e te Heerlen. […]
Ik opende de toegangsdeur vanachter de balie. Ik zag dat de man naar binnen liep en vervolgens een beetje heen en weer liep. […]
Ik zag toen dat hij naar de linkerzijde liep richting de televisie. […] Ik zag dat hij de paal omgooide en toen aan de houten bank trok. Het ging heel snel. Ik zag toen dat hij een houten bank oppakte en ermee gooide. […]
Daarna zag ik dat hij de afvalbak oppakte en hiermee richting de toegangsdeur liep. Ik zag dat hij deze tegen de glazen deur aangooide. […]
Ik zag toen dat hij het beeldscherm, welke in het midden van de balie stond, vastpakte en lostrok. Ik zag dat hij deze op de grond voor de balie gooide. Ik zag daarna dat hij naar het beeldscherm aan de linkerzijde, gezien vanaf mijn oogpunt, liep en zag dat hij deze ook lostrok en deze op de grond gooide. Daarna zag ik dat hij naar het beeldscherm aan de rechterzijde liep en de telefoon aan de rechterzijde los trok en op de grond gooide. […]
De aangever verstrekte over de vernieling de volgende aanvullende informatie:
[…] Object: Televisie (Flatscreen)
[…] Object: Randapparatuur (Beeldscherm)
Aantal/eenheid: 2 stuks [..]”
De rechtbank acht de tenlastegelegde feiten onder 1 en 2 van parketnummer 03.057265.20 en het tenlastegelegde onder parketnummer 03.340108.23 gelet op vorenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen.