Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak waarin het openbaar ministerie verzocht om verbetering van een geboorteakte. Het verzoek werd afgewezen omdat er geen sprake was van een rechtsgeldig huwelijk tussen de man en de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie niet in staat was om aan te tonen dat er een rechtsgeldig huwelijk bestond. Dit werd bevestigd door een eerder onderzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in 2019, waaruit bleek dat de huwelijksakte niet bevoegd was opgemaakt en afgegeven. De rechtbank oordeelde dat, gezien het ontbreken van een rechtsgeldig huwelijk, er geen familierechtelijke betrekkingen konden worden vastgesteld tussen de man en het kind, en dat er derhalve geen grond was voor verbetering van de geboorteakte.
De rechtbank heeft ook het verzoek van het openbaar ministerie om te verklaren dat het huwelijk niet rechtsgeldig was, afgewezen, omdat hiervoor geen rechtsgrond bestond. De rechtbank benadrukte dat correcties in de basisregistratie personen kunnen worden aangevraagd door betrokkenen of ambtshalve door het college van burgemeester en wethouders. De beschikking werd uitgesproken door rechter M.E. Salemans-Wijnen, tevens kinderrechter, in aanwezigheid van griffier J.J.M. Verhey.