In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 25 september 2024 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/317543 / HA ZA 23-208. De eisers, vertegenwoordigd door mr. L. Isenborghs, en de gedaagden, vertegenwoordigd door mr. S.X.J. Zuidema, hebben gezamenlijk ingestemd met een aanvullend voorschot voor de deskundige, ing. F.M.J. Feron, die eerder door de rechtbank was benoemd. Dit verzoek volgde op een tussenvonnis van 13 maart 2024, waarin een deskundigenonderzoek was bevolen. De deskundige meldde dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigde te worden overschreden en verzocht om een aanvullend voorschot van € 450,00, inclusief btw.
Beide partijen hebben hun goedkeuring gegeven voor de verhoging van het voorschot, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het gevraagde bedrag redelijk is. Het aanvullend voorschot dient door de eisers te worden gedeponeerd. De rechtbank heeft tevens aangegeven dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden, die uiterlijk twee weken na de uitspraak voldaan moet zijn. De deskundige is opgedragen om zijn onderzoek pas voort te zetten na ontvangst van het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot.
Het vonnis is uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn, die de zaak heeft behandeld, en is openbaar gemaakt. Dit vonnis is van belang voor de verdere voortgang van het deskundigenonderzoek en de kosten die daarmee gemoeid zijn.