ECLI:NL:RBLIM:2024:7695

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
C/03/317543 / HA ZA 23-208
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend voorschot deskundige in civiele procedure met instemming van partijen

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 25 september 2024 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/317543 / HA ZA 23-208. De eisers, vertegenwoordigd door mr. L. Isenborghs, en de gedaagden, vertegenwoordigd door mr. S.X.J. Zuidema, hebben gezamenlijk ingestemd met een aanvullend voorschot voor de deskundige, ing. F.M.J. Feron, die eerder door de rechtbank was benoemd. Dit verzoek volgde op een tussenvonnis van 13 maart 2024, waarin een deskundigenonderzoek was bevolen. De deskundige meldde dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigde te worden overschreden en verzocht om een aanvullend voorschot van € 450,00, inclusief btw.

Beide partijen hebben hun goedkeuring gegeven voor de verhoging van het voorschot, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het gevraagde bedrag redelijk is. Het aanvullend voorschot dient door de eisers te worden gedeponeerd. De rechtbank heeft tevens aangegeven dat het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht een nota zal verzenden, die uiterlijk twee weken na de uitspraak voldaan moet zijn. De deskundige is opgedragen om zijn onderzoek pas voort te zetten na ontvangst van het bericht van de griffier over de betaling van het voorschot.

Het vonnis is uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn, die de zaak heeft behandeld, en is openbaar gemaakt. Dit vonnis is van belang voor de verdere voortgang van het deskundigenonderzoek en de kosten die daarmee gemoeid zijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/317543 / HA ZA 23-208
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat voorheen mr. B.C. van Hees, thans mr. L. Isenborghs,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. S.X.J. Zuidema te Heerlen.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers] worden genoemd en gedaagden zullen hierna gezamenlijk [gedaagden] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 maart 2024,
  • het e-mailbericht van de in het tussenvonnis benoemde deskundige van 30 augustus 2024,
  • de reactie namens [eisers] , ontvangen op 4 september 2024,
  • de reactie namens [gedaagden] , ontvangen op 11 september 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 13 maart 2024 is door de rechtbank een onderzoek door een deskundige bevolen en is de heer ing. F.M.J. Feron, werkzaam bij Eff Eff Bouwpathologie, benoemd tot deskundige in onderhavige zaak. Door de deskundige is de rechtbank bericht dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en is verzocht om een aanvullend voorschot van € 450,00 (inclusief btw).
2.2.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun mening te geven over de aanvulling van het voorschot.
2.3.
Beide partijen stemmen in met verhoging van het voorschot.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat het begrote bedrag redelijk is. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat het (aanvullend) voorschot eveneens door [eisers] , dient te worden gedeponeerd.
2.5.
Omdat de rechter die het tussenvonnis van 13 maart 2024 wees, niet meer werkzaam is bij het team Burgerlijk recht, wordt dit vonnis gewezen door een andere rechter, zijnde de rechter die als toenmalig opleider van de voorheen behandeld rechter de mondelinge behandeling heeft bijgewoond. Deze rechter zal, behoudens onvoorziene omstandigheden, aan deze zaak verbonden blijven. Volledigheidshalve wordt hierbij opgemerkt dat dit vonnis niet (mede) wordt genomen op de grondslag van de ten overstaan van de eerder betrokken rechter gehouden mondelinge behandeling.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de hoogte van het aanvullend voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 450,00 inclusief btw,
3.2.
bepaalt dat dit aanvullend voorschot door [eisers] , dient te worden voldaan,
3.3.
voor het voldoen van het voorschot zal het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht op korte termijn een nota verzenden, welke nota uiterlijk twee weken na deze uitspraak dient te zijn voldaan,
3.4.
wijst de deskundige erop dat hij het aanvullend onderzoek pas na bericht van de griffier omtrent betaling van het aanvullend voorschot dient voort te zetten,
3.5.
draagt de deskundige op om uiterlijk vier weken na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH