ECLI:NL:RBLIM:2024:7691

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
C/03/331195 / HA ZA 24-259
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanhouding in civiele procedure met betrekking tot aansprakelijkheid en schadevergoeding

Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser een vordering in incident tot aanhouding heeft ingediend. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Madjidi, heeft de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. T. Hussein, aangeklaagd wegens toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van overeenkomsten van opdracht. De eiser stelt dat de gedaagde niet heeft voldaan aan haar verplichtingen om constructieve berekeningen en tekeningen te maken voor een nieuwbouwwoning, en dat de gedaagde heeft nagelaten te waarschuwen voor de ondeugdelijkheid van het Gablok Bouwsysteem. De eiser vordert een schadevergoeding van € 225.698,50, vermeerderd met rente en kosten.

In het incident heeft de gedaagde verzocht om aanhouding van de procedure in afwachting van de uitkomst van een hoger beroep tegen Gablok Nederland, waarbij de eiser ook betrokken is. Beide partijen hebben ingestemd met de aanhouding, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de aanhouding in overeenstemming is met de eisen van een goede procesorde. De rechtbank heeft de vordering tot aanhouding toegewezen en de kosten van het incident gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak is verwezen naar de parkeerrol van 2 april 2025 voor akte uitlating partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/331195 / HA ZA 24-259
Vonnis in incident van 4 september 2024
in de zaak van
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. S. Madjidi te Drachten,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. T. Hussein te Den Haag.
Partijen zullen hierna [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] en [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 24
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot aanhouding van de procedure,
  • het B16-formulier waarbij [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] zich refereert aan het verzoek tot aanhouding.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil

In de hoofdzaak

2.1.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] stelt dat [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomsten van opdracht (ex artikel 7:401 BW). [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] zou op grond van die overeenkomsten constructieve berekeningen en tekeningen maken ten behoeve van een nieuwbouwwoning van [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] , welke nieuwbouwwoning [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] met gebruik van het Gablok Bouwsysteem (aangeboden door Gablok Nederland B.V., hierna: Gablok Nederland) wilde laten bouwen. [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] heeft nagelaten [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] te waarschuwen voor de ondeugdelijkheid van dit systeem (het ontbreken van de nodige certificaten en het niet voldoen aan het Bouwbesluit 2012). [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft hierdoor schade geleden en [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] daarvoor aansprakelijk gesteld. [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] heeft de aansprakelijkheid afgewezen. Om die reden vordert [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] veroordeelt om aan [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] te voldoen
een bedrag van € 225.698,50, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 februari 2022 tot de dag van volledige voldoening,
een bedrag van € 2.175,- aan buitengerechtelijke incassokosten,
de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na datum vonnis tot de dag van volledige voldoening.
In het incident
2.2.
[gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] vordert de onderhavige procedure aan te houden in afwachting van de uitkomst van de procedure in hoger beroep tussen [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] en Gablok Nederland, alsmede [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] te veroordelen in de kosten van dit incident en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn van veertien dagen plaatsvindt.
2.3.
[gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] ook Gablok Nederland in een procedure heeft betrokken. In die procedure zijn in eerste aanleg alle vorderingen van [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] afgewezen. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] heeft tegen die uitspraak hoger beroep ingesteld, welke procedure thans nog loopt. Er is volgens [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] aldus een mogelijkheid dat het hof oordeelt dat ter zake de door [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] gevorderde schadepost Gablok Nederland gehouden zou zijn deze (gedeeltelijk) te vergoeden. Alsdan lijdt [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] de gestelde schade niet (meer) en heeft hij geen belang ex artikel 3:303 BW (meer) bij zijn vordering jegens [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] . Gelet daarop vordert [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] om aanhouding van de behandeling van de onderhavige procedure in afwachting van de uitkomst van de procedure in hoger beroep tussen [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] en Gablok Nederland.
2.4.
[eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] refereert zich aan het verzoek van [gedaagde in hoofdzaak, eiseres in incident] en is akkoord met een aanhouding van de procedure.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
Vooropgesteld wordt dat de vraag of tot aanhouding moet worden overgegaan, dient te worden beantwoord aan de hand van de eisen van een goede procesorde, waaronder de eisen van een doelmatige en voortvarende rechtspleging. Nu beide partijen het erover eens zijn de onderhavige procedure aan te houden totdat in hoger beroep in de zaak tussen [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] en Gablok Nederland is beslist, zal de zaak worden aangehouden. De zaak zal worden verwezen naar de (parkeer)rol van woensdag 2 april 2025 voor akte uitlating partijen.
3.2.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
wijst de vordering tot aanhouding toe,
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de parkeerrol zal komen van
2 april 2025voor akte uitlating partijen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024. [1]

Voetnoten

1.type: RJ