In deze zaak verzoekt Apotheek Voorzorg BV de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op basis van verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsverhouding. [verweerder] is sinds 14 oktober 2019 in dienst als apotheekmedewerker en heeft te maken gehad met problemen en pestgedrag van collega's. Na een incident op 7 maart 2024, waarbij een fout bij de medicijnbereiding werd gemaakt, ontstonden er spanningen tussen [verweerder] en zijn leidinggevenden. Ondanks dat [verweerder] zich ziek meldde, verzocht Apotheek Voorzorg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een opzegverbod, omdat het huidige gedrag van [verweerder] niet kan worden teruggevoerd op zijn psychische klachten. De rechter concludeert dat de verwijten van Apotheek Voorzorg niet voldoende zijn onderbouwd en dat er geen ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding is aangetoond. Het verzoek tot ontbinding wordt afgewezen, evenals de verzoeken om een transitievergoeding en billijke vergoeding. Apotheek Voorzorg wordt veroordeeld in de proceskosten.