Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 oktober 2024 in de zaak tussen
: [naam] ,vergunninghoudster.
Rechtbank Limburg
Op 21 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen tegen een verleende omgevingsvergunning voor het kappen van zeven bomen in de gemeente Sittard-Geleen. De vergunninghoudster had op 2 april 2024 een aanvraag ingediend voor het kappen van negen bomen, maar na nieuwe ontwikkelingen werd besloten om slechts zeven bomen te kappen. De omgevingsvergunning werd verleend op 7 augustus 2024, en verzoekers maakten op 14 september 2024 bezwaar tegen deze vergunning. Hangende de bezwaarprocedure vroegen zij om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesden dat de bomen al gekapt zouden worden voordat er op hun bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De vergunninghoudster had aangegeven pas in januari-februari 2025 te willen beginnen met de kap van de bomen, en het college van burgemeester en wethouders had bevestigd dat zij voor die tijd op het bezwaarschrift van verzoekers zou beslissen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekers de beslissing op hun bezwaar konden afwachten en dat er geen reden was om het besluit van 7 augustus 2024 te schorsen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het besluit.
De uitspraak werd gedaan door mr. K.M.J.A. Smitsmans, in aanwezigheid van mr. D.S.A.W. Raes, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.